Tekstweergave van GA-1939_MB026_15014
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Jan.
1939
En
Michel
verschijnt
ten
tooneele,
als
bruigom
gekleed,
met
een
bruidsbouquet
in
de
hand,
om
Victorine
naar
het
altaar
te
geleiden.
Mina
Sluyters
was
verloofd
met
een
Indischen
officier
en
kort
daarop
ging
zij
naar
onze
koloniën,
een
waar
verlies
voor
het
tooneel.
In
dienzelfden
tijd
is
ook
de
beroemde
acteur
Eduard
Hamberg
inden
Salon
des
Variétés
opgetreden.
Velen
zullen
zich
nog
wel
het
lied
herinneren,
dat
ook
op
de
straatorgels
is
afgedraaid,
uit
den
Voddenraper
van
Parijs,
een
chef
d’oeuvre
van
dezen
artist.
Des
nachts
wanneer
de
meeste
menschen
slapen
Stap
ik
heel
welgemoed
mijn
woning
uit,
’k
Ga
dan
op
straat
om
vodden
op
te
rapen
En
vind
gewoonlijk
een
vrij
goede
buit.
Papieren,
vodden,
oude
kleeren
Komen
in
mijn
vak
heel
goed
te
pas.
Kom,
laat
ik
nu
eens
gaan
examineeren
Wat
dezen
nacht
mijn
vangst
alweder
was.
Dit
groen
papier
is
wis
een
minnebriefje
Ik
vind
het
toch
een
allerzotst
plezier
Neen,
schreef
ik
'eens
aan
mijn
zoet
liefje.
Ik
nam
van
het
allergrofste
kastpapier,
enz.
enz.
In
1873
werd
door
de
directie
ten
tweede
male
Louis
Bouwmeester
aan
het
gezelschap
verbonden,
die
op
meesterlijke
wijze
optrad
in
tooneelstukken
zooals
„De
koerier
van
Lyon”,
~De
blinde
en
zijn
geneesheer”,
„Narcis”,
„De
twee
weezen”,
„De
gebochelde”
(Henry
de
Lagardère)
en
andere.
Het
groote
publiek
had
toentertijd
nog
smaak
in
sensationeele
draken,
maar
het
karakter
daarvan
belette
den
waren
kunstminnaars
niet
de
groote
talenten
van
Louis
Bouwmeester
te
bewonderen.
Hij
kon
de
stukken
natuurlijk
niet
wijzigen,
gesteld
hij
had
dit
gewild
maar
men
vergat
de
drakerige
eigenschappen
ervan
door
zijn
sublieme
spel.
Lasurque
is
onschuldig!
en
vooral:
Henry
de
Lagardère
is
niet
dood!
Henry
de
Lagardère
leeft!
Deze
woorden
zullen
nog
lang
bij
het
nageslacht
voortleven.
J.
P.
Nord
Thomson.
Naar
aanleiding
van
Amsterdamsche
Tooneelherinneringen
lll(zieblz.
148)
merkt
men
ons
op,
dat
de
volledige
naam
van
Maju
was:
Meyer
Kinsbergen.
HET
TOONEEL
VAN
DEN
OUDEN
AMSTEHDAMSCHEN
SCHOUWBURG.
EEN
KOSTBAAR
TOONEEL-RELIQUIE.
Het
tooneel
van
den
ouden
Amsterdamschen
Schouwburg
bestaat,
ondanks
twee
-
voudigen
brand
nog,
met
al
zijn
wonderlijke
machinerieën
en
takelages,
zoo
schreef
Maurits
Uyldert
in
het
Handelsblad
van
4
December
11.
Hij
doelde
hier
op
een
minia
-
tuurtooneel,
dat
zich
thans
in
het
bezit
bevindt
van
jhr.
J.
Six
van
Hillegom
en
ondergebracht
is
inde
Amstel-brouwerij.
De
betovergrootvader
van
jhr.
Six,
Hieronymus
Nicolaas
baron
van
Slingelandt
was
secretaris
van
de
stad
Amsterdam
en
had
zijn
vader,
Hieronymus
van
Slinge
-
landt
(geb.
1762,
gest.
1829)
als
schouwburgregent
opgevolgd.
Deze
Hieronymus
van
Slingelandt
had
van
den
door
hem
bestuurden
schouwburg
een
verkleind
model
van
het
tooneel
laten
vervaardigen.
Van
dein
totaal
veertien
stel
décors,
die
nog
voorhanden
zijn,
heeft
J.
Barbiers
(1748
—1842)
er
acht
geschilderd.
De
andere
zijn
van
F.
J.
Pfeiffer
Jr.
(1778
—1835).
Men
vindt
er
een
bosch
en
een
troonzaal
van
1782,
een
Italiaansche
straat
van
1784.
14