Tekstweergave van GA-1939_MB026_15011

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan. 1939 AMSTELODAMUM betaalt een somma van omtrent drie guldens, mitsgaders eemge wyn, die sy ”deposanten met de voorn: twee persoonen met den anderen hebben geconsumeert ”ende gedronken, dat vervolgens hy derde deposant hetgeene de twee voorn: ''persoonen hem hadde opgegeven door haar ordre heeft gesteld m de negenen - ,,veertigste Merkuur ende verders de voorn; Eerste deposant Johannes Belleilam ”nog alleen attesteert, dat hy deposant ten versoeke van de voorn: Hendrik „Borggardüs is gekomen op den 18e October deses jaars van Amsterdam tot „Rotterdam, ende vervolgens hy deposant met de voorn: Hendrik Borggardüs is „gegaan op het West-Nieuwland ten huyse van Monsr. Hendrik van Raat m de "drogist winkel om aldaar onder voorgeven te coopen eenig soethout ende op „die voors: tyd dat gecogt hebbende in het voors: huys of winkel heeft gesien ”de voorn: Eige personen die het voors: gedeposeerde tot Amsterdam aan de der - fde deposant Jan van Gysen hebben opgegeven ende geordonneert het voors; i'gedeposeerde inde negenen veertigste Merkuur, ende alsdoen uyt voors: huys hy Hendrik Borggardüs aan hem eerste getuige heeft gecommumceert ''de namen te syn, de eene Josua Kerkhoven en de andere Hendrik van Munster, ”,waar op hy deposant resolveerde voor de tweede maal te gaan aan het voors: „huys van Monsr. Hendrik van Raat om de twee voorn: persoonen als nog te ”hooren en sien spreken, ende bevond de eyge te syn. Gevende sy getuygen voor „redenen van wetenschap dat sy hetgeen voors: staat gesien, gehoort ende by - "gewoont hebbende als in den'text breder staat vermeldt, ter goeder trouwe „gedaan binnen Amsterdam ter presentie van Pieter van Thil en Bartholomeus „Colaert als getuygen hier toe versogt.” (w.g.) Jannes Belleflam Marva Stuckers Jan van Gysen. (Oud Notarieel Archief v. Amsterdam, Protokol van Nots. Joh. v. \ dekens, Port *75 42). Vervolgens de beide berichten uit Rotterdam, inde Amsterdamsche Mercurius van 18 Augustus en 2 October 1719. , 1Q Jan van Gysens Maandagse Amsterdamsche Merkunus 18 Augustus Ui'.). Fol. 196. Rotterdam, „Hoe Wisselvallig zyn de Waereldlyke zaaken? Hoe kan het denkbeeld vaneen Mens zyn zelfs vermaaken ! De Dogter vaneen Man die hier Tabak verkoopt, Is aars gevaaren als zy altyd had gehoopt, En in haar rekening ellendiglyk bedroegen, Zy had twee Mans Perzoons gelokt naar haar vermoogen, Alleenig maar op hoop dat zy der eentje van Door staage vlyt, en tyd zou krygen tot haar Man, Maar deze merkende hoe het daar was geschaapen En dat der in het minst geen voordeel waste raapen, Zes kaale Kind’ren op de Haagse wys gekleed, En inde zak, nog tas te hebben niet een beet; Maar als ’t gebeurden dat eender voornoemde Snaaken Eens met haar uyt zouw gaan, om zich wat te vermaaken; Dan heeft ze altyd haar Tas, en Zilverwerk verpand, Om altyd gereed geld te hebben by der hand; Haar Moeder heeft verhaalt dat zy door iemans sterven, In zyne plaatse moest tien Tonnen Goudzen erven, Om zoo haar Dogter eens te krygen aan de Man, Dog wisse leugens die een ider tasten kan; Dog zy werd opgeschikt naar ’t uiterste vermoogen; 11