Tekstweergave van GA-1939_MB026_15006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Jan. 1939 1926) dooreen plaquette met beeltenis in het Beursgebouw (Damrakzijde, aan den voet van den toren), en Dr. P. H. J. Cuypers (16 Mei 1827—3 Maart 1921) ter gelegenheid van den lOOsten verjaardag zijner geboorte dooreen gedenksteen in het Rijks-museum (inden muur van den doorgang, rechts). Ook bouwvereenigingen hebben mannen, die zich voor haar woningbouw ver - dienstelijk hebben gemaakt, inde door haar gestichte huizenblokken een bewijs van dankbaarheid geschonken. De vereeniging Handwerkers Vriendenkring houdt de nagedachtenis van haren voorzitter H. Barnstein Izn. (overl. 10 Nov. 1925), medeoprichter der Stichting Bouwfonds H.W.V., in eere dooreen gedenksteen in haar huizenblok inde Transvaalbuurt, boven een poort Tugelaweg 57 —58; aan de uiterste peripherie der stad, in het huis Rivierenlaan hoek Dintelstraat plaatste de Bouwmaatschappij t. v.v. eigen woningen in Nov. 1933 een bronzen plaquette „Aan Haar Voorzitter L. van Buuren”; het borstbeeld met gedenkplaat —- van mr. P. J. M. Aalberse werd op 25 Juni 1938 onthuld inde Vegastraat (Tuindorp Oostzaan) ') als blijk van waardeering voor hetgeen hij als minister voor den R.K. woningbouw heeft verricht. De eerste annexatie vaneen deel van Nieuwer Amstel in 1896 heeft ons wellicht almede een herinneringssteen, vallende onder de ter sprake gebrachte categorie, op - geleverd. Ineen schoolgebouw inde Saxenhurgerdwarsstraat 6 het afweegsche straatje, evenwijdig loopend aan den Overtoom, vormt een verbinding tusschen de Saxenburgerstraat en de naar dorpschen trant nog steeds naar „de” school genaamde Schoolstraat 2 ) prijkt een inscriptie, heerlijk uitvloeisel van plattelandsche ver - heerlijking, die ons eveneens nog vigeerende straatnamen als Roelof Hartstraat en Alexander Boersstraat heeft beschoren: „ter herinnering aan den E.A. Heer waar - nemend Burgemeester A. Streefkerk 18 —4— 82”. Heeft deze E.A. Heer waar - nemend Burgemeester misschien de stichting van de school bevorderd? Hoe het ook zij, haar Amsterdamsche naam is: Jacob Marisschool. De openbare, aan een bepaalde plek gehechte, gedenksteenen in onze stad, ter herinnering aan personen, die in ruimen, soms ook in beperkten kring lof hebben geoogst, zijn hiermede onder voorbehoud, dat niets mij ontgaan is opgesomd. Niettemin is, vergeleken met wat elders in dezen geest is verricht, de lijst —• op de Heerengracht draagt geen enkel huis een dergelijk opschrift schraal. Koevele figuren uit allerhande groepen der samenleving en uit verschillende tijdsbestekken zouden niet een eenvoudig huldeblijk, als in dit stuk beschreven, waardig zijn! Amsterdam. M. Boas HERSTEL YAN OUDE HUIZENNAMEN. Dat er onder zakenmenschen, die men zoo gauw met het woord „nuchter” wil bestempelen, ook een warm gevoel bestaat voor de geschiedenis hunner stad, heb ik in het afgeloopcn jaar tot mijn groot genoegen mogen ondervinden. In opdracht van het bestuur van ons Genootschap was ik eens gaan grasduinen inde registers van huizennamen, die er over onze stad bestaan, teneinde deze te vergelijken met wat er inderdaad op de huizen zelf nog van die namen is te vinden. De bedoeling lag daarbij voor om de namen, die inden loop der eeuwen van de huizen waren verdwenen, wederom aan te brengen. Voor een genootschap als het onze is een dergelijk idealistisch streven begrijpelijk en alleszins gemotiveerd; het is een onder - deel van de taak, die het zich heeft opgelegd. Maar vaneen huiseigenaar mag men dit a priori niet verwachten; hij is inden regel vóór alles zakenman en zal trachten zijn huis zoo rendabel mogelijk te maken. Van de kosten om een gevelsteen te laten hakken en te doen plaatsen of een naam op zijn huis te doen schilderen, trekt hij geenerlei zakelijk profijt; het zou weggegooid geld voor hem zijn ware het niet, b Vgl. Alg. Hbl. van 26 Juni 1938. 2 ) Nog al naïef klinkt, wat Mej. A. M. van Gelder, Amsterdamsche Straatnamen, 1913, p. 124, over den naam Schoolstraat zegt: „de beteekenis van den naam is onbekend.” 6