Tekstweergave van GA-1939_MB026_15004

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Jan. 1939 braak van de Raadhuisstraat in 1894 moest worden opgeofferd, heeft het toen - malige raadslid, ons medelid, Dr. J. F. M. Sterck, bewerkt, dat dooreen gedenk - plaat, de fraaiste, waarop onze stad mag bogen, in 1906 ingevoegd in het nieuwe perceel Singel 207, hoek Raadhuisstraat, de herinnering daaraan in beeld en woord werd vastgehouden. En het ligt nog versch in ons aller geheugen, hoe op den 050 sten verjaardag zijner geboorte, 17 Nov. 1937, inde Warmoesstraat Vondels beeld, ge - plaatst tegen den muur van de Effectenbeurs, is onthuld, ongeveer op de plek, waar zijn winkel stond en hij in 1637 den Gijsbreght schreef. Het huis zelf, vroeger genummerd 110 en bewoond door de firma Asseler, kan men nog herkennen op het middelste der drie reliefs inden achtergevel der beurs, voorstellende de huizenrijen van Papenbrugsteeg, Warmoesstraat en Damrak, die in 1911 ten behoeve van deze beurs zijn gesloopt: het is het derde smalle huis van rechts. Merkwaardig mag het heeten, dat men er nooit toe is overgegaan dit huis zelf dooreen gedenksteen te signeeren, hoewel Mr. N. de Roever er aan het slot van zijn Gidsartikel (Jan. 1879, p. 19) „Vondels woning” een lans voor heeft gebroken 1 ). Door twee zichtbare herinneringen is Al berdingk Th ij m geëerd, eerst kort na zijn verscheiden (17 Maart 1889), in zijn woon- en sterfhuis, N. Z. Voorburgwal 161, het huis welbekend uit het werk van Van Deyssel over zijn vader, en veel later, op niet al te grooten afstand vandaar, dooreen onderschrift onder den oorspron - kelijken gevelsteen „Inden Rerg Thabor” 2 ), in het huis Singel 434, hoek Beuling - straat, waar hij zijn boekhandel dreef. Uit de vorige eeuw zijn nog herkomstig de herinneringssteenen Keizersgracht 560, het woonhuis van Mr. Jacob van hen - nep de familie stichtte in 1870 wapen en naam, toen het huis in andere handen overging 3 ) —, Leliegracht 25, het verbouwde huis, waarin Potgieter 4 ) van 1855 tot zijn overlijden op 3 Febr. 1875 woonde (met borstbeeld), Korsjespoortsteeg 20, het geboortehuis (2 Maart 1820) van Multatuli: van den steen, die in vervallen toestand verkeerde en juist onlangs hersteld is, vindt men een afbeelding in het Alg. Handelshl., Ochtendbl. van 2 Nov. 1938. Niet meer in stand is de gedenksteen ter aanduiding van het woonhuis van P. Cor n. zn. Hooft (1581 —1647), Keizersgracht 65 tegenover de Groenlandsche Pakhuizen, „ter viering van den 300 sten verjaardag van Hoofts geboorte in zijn woning geplaatst 16 Maart 1881”, gelijk het onderschrift luidt op de afbeelding 5 ), bewaard inden topographischen Atlas van het Gemeentearchief. Het huis is indertijd tegelijk met het Fontayne-hof je (nr. 47 —63), dat in 1913 naar een nieuw gebouw inde Valerius - straat tegenover de Okeghemstraat verplaatst is, afgebroken; op het vrijgekomen terrein verrees het gesticht St. Joan de Deo. De gedenksteen zelf werd toen op - genomen onder de bouwfragmenten in het Rijksmuseum, waar ik hem vele jaren geleden nog gezien heb. Het is plichtmatig en tevens verheugend te constateeren, dat de nieuwe aera der herinneringssteenen geïnaugureerd is door ons Genootschap Amstelodamum, dat voorging met de plaatsing op 28 Maart 1912 van den gedenksteen (met conter - feitsel) voor Jan van der Heyden, op den 200 sten verjaardag van zijn over - lijden, in zijn woon- en sterfhuis Koestraat 5 (een afb. in Jaarboek XI, 1913, p. 114). Zonder een vaste plaatselijke of chronologische lijn te volgen noem ik: den gedenk - -1) „Daar metsele men de Trouw inden gevel, en wijde dien gedenksteen aan de nagedachtenis van Neêrlands grootsten dichter, opdat daar de plaats zij, waar het nageslacht bij voorkeur zijner gedenkt.” 2 ) Dezen steen bracht ik te pas in dit Maandblad, XXIV, Nov. 1937, p. 137. 3 ) Een aanteekening hierover in dit Maandblad Y, Febr. 1918, p. 13. 4 ) Een aanteekening hierover in dit Maandblad, V, Sept. 1918, p. 69, waaruit bovendien blijkt, dat de bovengenoemde gedenksteen reeds een voorganger gehad heeft. 6 ) Naar de heer Voorthuysen mij meedeelde, is deze afbeelding een uitknipsel uit Eigen Haard. Bij onderzoek bleek zij te staan in jaarg. 1881, p. 104 ineen art. van Mr. A. D. de Vries Azn. „Hooft en zijn gezin”, p. 101 vg. De afbeelding is gemaakt naar een teekening van E. Colinet. Het art. bevat ook een afbeelding van het huis zelve, op hout geteekend door J. C. Greive Jr. 4