Tekstweergave van GA-1939_MB026_15003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan.
1939
AMSTELQDAMUM
Als
norm
voor
rangschikking
onder
de
hier
bedoelde
monumenten
mogen
dus
gelden;
persoonlijke
en
levende
betrekking
tusschen
mensch
en
plaats,
maatschappelijke
verdienstelijkheid
van
den
persoon,
publieke
toegankelijkheid
van
het
monument
Buiten
dit
kader
vallen
daarom
bijvoorbeeld
de
inscriptie
ter
eere
van
F.
L.
lak
(1848—1907)
in
het
hoekpand
nr.
2
van
de
naar
hem
genoemde
Pieter
Bodewijk
Takstraat
en
de
Burgemeester
Tellegenstraat
(1923),
tegenover
het
Tellegenmonument;
de
steen
met
de
voorstelling
van
Calvijn
namens
het
Gemeentebestuur
m
1935
m
-
gemetseld
inden
gevel
van
de
Chr.
H.8.5.,
Moreelsestraat
21,
ter
gelegenheid
van
haar
25-jarig
bestaan;
de
gedenkplaat
voor
professor
Vander
Waals
m
het
naar
hem
genoemde
Vander
Waals-laboratorinm,
N.
Achtergracht
129,
die
bovendien
binnenshuis
is
aangebracht
(1937)
*);
de
op
12
Nov.
1938
onthulde
plaquette
voor
Br.
J.
G.
Mezger
inde
hal
van
het
Amstelhotel,
waar
hij
zijn
praktijk
van
1
870
1888
heeft
uitgeoefend,
ter
gelegenheid
van
den
lOOsten
verjaardag
zijner
gehoor
e;
het
opschrift
inden
voorgevel
van
het
huisN.
Heerengracht
43,
waardoor
ver
-
kondigd
wordt,
dat
de
verbouwing
ervan
in
1882
verricht
is
door
Vrouwe
S.
A.
de
Bruyn
2
)
douairière
Augustus
Pieter
Lopez
Suasso
op
diens
verlangen
ter
nage
-
dachtenis
van
Jhr.
Diego
Lopez
Suasso.
Nochtans
zijn
er
verder
eemge
grensgevallen,
waaraan
inde
volgende
reeks
wel
een
plaats
is
gegeven;welke
hier
bedoeld
worden,
zal
den
aandachtigen
lezer
niet
ontgaan.
.
R
■,
De
oudste
der
betrokken
gevelsteenen
bevindt
zich
aan
den
voormahgen
Buiten
-
kant,
thans
Prins
Hendrikkade:
de
beeltenis
van
Mich.
Adr.zn.
de
Ruyter,
m
den
gevel
van
zijn
voormalig
woonhuis,
nr.
131,
met
het
onderschu
Genl
MI
Asz
DE
RUITER
[sic].
Van
Arkel
en
Weissman,
N.-H.O
VI
(1905)
p.
76
dateeren
de
plaatsing
van
het
relief
in
het
laatst
der
18e
eeuw.
hetgeen
de
Mon
Comm.
V
(1928)
nr.
2795
herhaalt:
vierde
kwartaal
der
18e
eeuw,
ondanks
het
reeds
door
Mr.
W.
R.
Veder,
Jaarboek
Amstelodamum
VI,
1908,
p.
96
geleverd
bewijs
voor
de
plaatsing
kort
voor
1829
of
in
dit
jaar
zelf.
Niet
ver
vandaar,
Oude
-
schans
18,
wordt
het
woonhuis
van
Jan
Swammerdam
3
)
(1637—1680)
met
zijn
naam
en
de
uitspraak
„Zijn
onderzoek
der
natuur
blijft
een
voorbeeld
voor
alle
tijden”
gekenmerkt
de
steen
is
geplaatst
17
Febr.
1880,
zijn
200-jangen
sterf
dag
—en
wanneer
men
langs
Oudeschans
en
Snoekjesgracht
verder
wandelt,
bereikt
men
bij
de
St.
Anthoniesluis
het
meest
bekende
historische
particuhere
huis
in
onze
stad,
Joden
Breestraat
4—6,
het
huis,
waar
Rembrandt
van
1639
woonde
—de
daarop
betrekking
hebbende
inscriptie
is
in
1852
aangebracht
)
,
het
eenige
der
hier
opgesomde
huizen,
dat
aan
den
cultus
van
den
vroegeren
bewoner
hergeven
is
{Mon.
Comm.
nr.
1232).
Nog
een
tweede
opschrift
herdenkt
Rembrandt:
in
het
huis,
Rozengracht
184,
waar
zijn
„laatste
woning
stond,
|
4
<
)ct
'
.
lb
”~
;
Vondel,
naar
wien
zich
dan
uiteraard
dadelijk
onze
gedachten
richten,
is
ee
laat
een
dergelijke
hulde
ten
deel
gevallen;
dooreen
medaillon
met
zijn
jiortret
eenerzijds
en
dooreen
ander
met
dat
van
Leonardus
Marius
anderzijds
me
vernieuwd
pand
van
het
Bagijnhof,
uitkomende
op
den
N.
Z.
I
oorburgwal
373.
Doch
toen
zijn
woonhuis
„Cingel
over
de
Warmoesgraft
ten
gevolge
van
den
door
-
i)
Ook
plaquettes,
zich
bevindend
binnen
schoo!-,
bank-,
wmkeïgebouwen
enz.
vooi
een
ver
-
dienstelijken
stichter,
directeur
enz.
blijven
dus
buiten
beschouwing,
evenzeer
als
die
voor
mannen
van
erkende
verdiensten
ineen
lokaliteit
van
het
schoolgebouw,
dat
naa
g
q
3
)
De
steen
is
eenigszins
verweerd
en,
naar
ik
meen,
gededtehjk
gerestaureer
.
ver
<
e
P
sing
ervan
vindt
men
het
een
en
ander
m
Album
der
Natuur
1880
p.
130.
b
Hoe
weinig
zin
voor
historische
gedenksteenen
de
generatie
uit*:
eerste
helft
der
jonge
eeuw
in
ons
land
bezat,
moge
blijken
uit
het
feit,
dat
Fm*
Lennep
en
ter
t
„de
gedenksteenen,
die
de
woning
vaneen
beroemd
man
aanwqzen
behandeld
h
«
'ien’maar
uit
ons
heele
land
slechts
drie
gevallen
noemden,
waarvan
uit
iow
in
Rembrandts
woning
op
de
Joden
Breestraat.
Hier
wordt
tevens
vaneen
vroegeren
gedenksteen
gemaakt,
dte
ineen
verkeerd
perceel
op
de
St.
Anthomesbreestraat
m
1830
was
geplaatst.
3