Tekstweergave van GA-1939_JB036_00093
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
scholen
voor
een
zeer
groot
deel
gesticht
waren
om
de
scholieren
op
te
leiden
voor
den
priesterlijken
en
kloosterlijken
staat,
zoo
waren
de
parochiescholen
voornamelijk
opgericht
om
de
jongens
bekwaam
te
maken
den
priester
te
assisteeren
bij
de
kerkehjke
diensten,
de
Getijden,
de
H.
Mis
en
de
andere
kerkehjke
diensten,
voornamelijk
de
Vespers
en
Loven
op
te
luisteren
door
hun
heldere
stemmetjes
'.
Vandaar
lag
het
voor
de
hand,
dat
naast
de
kennis
der
Latijnsche
taal,
noodig
voor
het
goed
verstaan
en
begrijpen
van
den
zin
der
kerkehjke
gebeden
en
gezangen,
een
belang
-
rijke
plaats
op
het
leerprogramma
der
middeleeuwsche
parochiescholen
was
m
-
geruimd
aan
den
Gregonaanschen
kerkzang.
En
nu
kunnen
wij
in
het
licht
van
het
bovenstaande
ons
gemakkelijk
mdenken,
dat
de
stedehjke
overheid
dier
dagen
In
het
stichten
van
bijscholen
zag
een
verbreking
of
althans
een
losser
worden
van
den
band,
welke
de
school
aan
de
kerk
en
den
eeredienst
bond.
Het
spreekt
toch
van
zelf,
dat
particuliere
schoolhouders
met
die
nauwe
betrekking
tusschen
school
en
kerk
geen
rekening
behoefden
te
houden,
of
tenminste
slechts
voor
zooverre
dat
in
hun
eigen
belang
nuttig
of
noodzakehjk
was,
dat
zij
dus
aan
de
godsdienstige
en
liturgische
vorming
van
hun
leerlingen
slechts
een
betrekkelijk
ondergeschikte
plaats
in
hun
leerprogramma’s
behoefden
in
te
ruimen.
Dat
dit
het
gevaai
mee
-
bracht
van
gebrek
aan
voldoende
en
goed
godsdienstig
onderwijs,
was
lang
niet
denkbeeldig;
we
behoeven
hier
slechts
te
denken
aan
den
invloed,
welken
de
onder
-
wijzer
op
zijn
leerlingen
uitoefende
en
de
boeken,
welke
hij
bij
het
onderwijs
gebruikte.
Dit
gevaar
was
het
minst
aanwezig
op
die
bijscholen,
welke
onder
leiding
stonden
van
geestelijken
of
kloosterlingen,
zooals
ook
m
Amsterdam
inde
15e
en
16e
eeuw
het
geval
was.
Doch
in
verband
hiermede
is
het
zeker
merkwaardig,
dat
de
stedehjke
regeenngen
in
ons
land,
met
name
ook
te
Amsterdam,
inde
16e
eeuw
vooral,
toen
ook
hier
het
protestantisme
doordrong,
met
nog
strenger
maatregelen
optraden
tegen
de
particuliere
scholen
zelfs
tegen
die,
welke
door
geestelijke
personen
werden
geleld
waar
lang
niet
zelden
het
onderwijs
gebruikt
werd
om
de
beginselen
der
Hervorming
onder
de
jeugd
te
verspreiden,
voornamelijk
door
het
voorlezen
en
laten
lezen
van
de
geschriften
der
hervormers.
Daartegen
moest
het
stadsbestuur
met
kracht
optreden,
omdat
zulks
zijn
plicht
was,
opgelegd
door
de
desbetreffende
latere
placcaten
van
Karei
V
en
Philips
11,
een
plicht
ook
van
1
Hierin
ligt
voor
een
groot
gedeelte
de
verklaring
voor
het
feit,
dat
inde
Middeleeuwen
en
tot
zelfs
m
de
15e
en
16e
eeuw
weinig
of
geen
zorg
werd
besteed
aan
het
onderwijs
der
vrouwehjke
jeugd,
omdat
deze
niet
kon
assisteeren
bij
de
kerkehjke
diensten.
Bovendien
vergete
men
met,
dat
de
zorg
voor
goed
onderwijs
voor
de
jeugd,
ook
voor
de
meisjes,
toentertijd
nog
met
werd
beschouwd
als
een
taak
van
den
staat
of
van
de
gemeente
inden
zin,
zooals
dat
tegenwoordig
wordt
opgevat.
29