Tekstweergave van GA-1939_JB036_00090
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
leerde
inconsequentie,
doordat
hij
de
Amsterdamsche
vroede
vaderen
van
de
15e
en
16e
eeuw
er
een
verwijt
van
maakte,
dat
zij
het
toenmaals
als
openbaar
geldende
onderwijs
op
de
stadsscholen
streng
handhaafden
tegenover
het
zich
al
meer
in
-
dringend
en
concurreerend
bijzonder
onderwijs
der
Amsterdamsche
bij-
of
onder
-
scholen.
Zooals
wij
boven
reeds
opmerkten
beschikken
wij
voor
de
vorming
van
ons
oordeel
over
de
onderwijspolitiek
der
15e-
en
16e-eeuwsche
stedehjke
regeenng
van
Amster
-
dam
bijna
uitsluitend
overeen
nog
betrekkehjk
gering
aantal
keuren
inden
loop
van
dit
tijdperk
uitgevaardigd.
Een
ontleding
en
bespreking
dezer
keuren,
hier
en
daar
aangevuld
met
een
enkele
Vroedschapsresolutie,
zal
ons
in
staat
stellen
een
historisch
juist
inzicht
te
geven
in
deze
politiek
der
Amsterdamsche
vroede
vaderen.
De
oudste
ons
bekende
keur
dateert
uit
het
jaar
1460,
waarvan
wij
hier
eerst
den
tekst
laten
volgen,
omdat
deze
keur
beschouwd
kan
worden
als
de
kiem
van
alle
later
uitgevaardigde
schoolkeuren.
„Opten
ixen
dach
m
Octobry
anno
lx
is
gewilkoirt
ende
gecondicht
m
beide
prochikerken,
dat
geen
ouders
en
moten
hair
kijnderen
dat
knechts
zijn,
ter
schole
senden
anders
dan
in
die
grote
scole,
anders
dan
die
scryven
ende
lesen
leren,
up
een
boet
van
iii
1b
den
ouders
te
verbueren
van
elke
kijnt.
Ende
dit
sal
staen
voirt
tot
tgerechts
provinge”
1
.
Door
deze
keur
werd
dus
voorgeschreven:
1'
•
De
ouders
mochten
hun
zoontjes
slechts
naar
de
groote
stadsschool
sturen.
2
.
Dit
voorschrift
gold
voor
de
jongens,
die
nog
moesten
leeren
lezen
en
schrijven,
dus
voor
jongens
van
7
tot
±
12
jaar.
Overtreding
van
dit
voorschrift
werd
beboet
met
drie
pond
voor
elk
kind.
En
ofschoon
er
m
deze
keur
nog
met
met
nadruk
melding
van
wordt
gemaakt,
meenen
wij
toch
te
mogen
aannemen,
dat
zij
zoo
al
niet
rechtstreeks
dan
toch
zijdelings
was
gericht
tegen
de
bijscholen,
welke
toen
reeds
in
Amsterdam
bestonden.
Dit
laatste
treedt
overduidelijk
aan
den
dag
m
de
volgende
keur,
welke
twee
jaren
later,
op
II
November
1462,
door
het
stadsbestuur
werd
uitgevaardigd
en
waarin
werd
bepaald:
1
Zie
Dr.
Joh.
C.
Breen,
Rechtsbronnen
der
stad
Amsterdam,
blz.
58,
No.
XXXVIII.
Ook
de
teksten
der
volgende
keuren
clteeren
wij
naar
deze
uitgave.
26