Tekstweergave van GA-1939_JB036_00084

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
het archief onzer gemeente nog eenige fragmenten van het archief dezer ambachts - heerlijkheid, o.a. een rekening afgelegd m 1578 aan den ambachtsheer (d.i. de stad) dooreen tweetal personen die zich daarin noemen „waersluyden ende regenten van den voorschreven dorpe” (d.i. het ambacht N.-Amstel). De Jnhoud dezer rekening betreft uitsluitend zuivere ambachtsaangelegenheden als het innen vaneen belasting van 2 st. van elke koe en het restitueeren van reis- en verblijfkosten aan personen die dienstreizen voor het dorp naar den Haag en elders hadden gedaan. De rekening sluit met een bedrag van nog geen 100 gld. aan ontvangsten en uitgaven. De bestuur - deren van het waterschap Nieuwer-Amstel, de waarslieden, noemden zich hier dus niet alleen tevens regenten van het ambacht Nieuwer-Amstel, doch gedroegen zich blijkens deze rekening ook de facto als zoodanig. Inde stadsrekening van Amster - dam over het jaar 1542 wordt iemand „waarsman of schotvanger van Amstelveen genoemd. Daaruit blijkt dus dat zij zelfs de oude landsbelasting, het schot geheeten, inden. Inde I7e eeuw komt naast den naam waarsluiden die van „buurtmeesters op. Zij werden toen jaarlijks gekozen, één uit ieder vierendeel of buurt en hadden het opzicht en de regeermg over de gemeene zaken van het ambacht en ieder m zijn kwartier de collecte van de omslagen welke door schout en schepenen gemaakt werden, waarvan zij jaarlijks aan schout en schepenen rekening deden. leder over - handigde zijn overschot aan zijn opvolger. Blijkens een 18e eeuwsche instructie voor den schout, betreffende de beëediging der regeermgsleden van Nieuwer-Amstel, werden de waarsluiden of buurtmeesters toen ook wel „burgemeesteren genoemd. „De schout neemt ook de eed van waersluyden ofte burgemeesteren dat sy sweeren dat sy goede buurtmeesters ende waarsluyden zullen zijn ende het dorpsgoed ende inkomen wel regeeren ende besteden zullen, dat zij de privilegiën van der Nieuwer- Amstel zullen voorstaen na haer vermogen” b Hiermede zijn wij aan het einde van de ontwikkeling van het ambacht —waterschapbestuur gekomen. De vier waars - lieden van het waterschap zijn de vier burgemeesteren van het ambacht geworden. Het Amsterdamsche stadsbestuur moeten we dus zien als een versnelde ontwikkeling van het bestuur van Amstelland terwijl omgekeerd de geleidehjker ontwikkeling van dit laatste ons de gelegenheid heeft geboden om den oorsprong van samenstelling en bevoegdheden van ons stadsbestuur te leeren kennen. Evenals inde schepenen der stad reeds in 1300 de bevoegdheden van de asega met buren benevens die van de heemraden zijn vereemgd, zoo heeft men toen reeds terstond vier raden belast 1 Port. Amb. Heerlijkh. Nieuwer-Amstel. 20