Tekstweergave van GA-1939_JB036_00083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ook
met
verschillende
andere
posten
van
de
zooeven
genoemde
rekeningen
blijken
Bernd’s
werkzaamheden
zich
met
uitsluitend
tot
de
cnmmeele
rechtspraak
te
beperken.
Telkens
lezen
we,
dat
hij
ergens
was
„om
te
dmge
ende
tland
te
besiene”,
dus
om
recht
te
spreken
en
de
plaatsehjke
waterschapswerken,
zooals
dijken,
slooten,
sluizen
e.d.,
te
schouwen.
De
conclusie
welke
we
hieruit
mogen
trekken
is
dat
hier
met
„die
scepen
ende
den
raet”
niet
het
ambachtsbestuur
doch
het
waterschapsbestuur
is
bedoeld,
n.l.
de
bovengenoemde
heemraden
of
dijkschepenen
met
de
waarsheden.
Het
m
dit
verband
vaak
aangehaalde
verdrag
van
vriendschap
tusschen
Muiden,
Amstelland,
Mijdrecht
en
Loenen
met
graaf
Plons
V
gesloten
op
den
26en
Juli
1274
p
geeft
over
de
samenstelling
van
het
bestuur
van
het
ambacht
noch
van
het
waterschap
Amstelland
eenig
licht.
Met
de
woorden
„concihum
et
universitas
con
-
juratorum
wordt
daarin
slechts
aangeduid
de
vergadering
van
groepen
vertrouwens
-
personen
ad
hoe
uit
de
genoemde
rechtsgebieden
voor
deze
gewichtige
handeling
afgevaardigd,
gelijk
dit
elders
ook
vaak
is
geschied.
Dat
Amsterdam
den
22en
Mei
1304
wegens
het
inhalen
van
Jan
van
Aemstel
ge
straft
is
met
het
verlies
van
zijn
„vryheden
en
markten”
wil
geenszins
zeggen
dat
de
stad
toen
ook
haar
bestuur
heeft
verloren
en
de
bewoners
weder
onder
het
bestuur
van
het
ambacht
zijn
gekomen,
want
bij
herhaling
is
inde
rekeningen
van
den
baljuw
sprake
van
schout,
schepenen
en
raden
van
Amsterdam.
Ook
daaruit
kunnen
we
dus
niets
concludeeren
omtrent
het
bestuur
van
Amstelland.
Gelijk
nu
ook
elders
m
Holland
veeltijds
is
geschied
zijn
langzamerhand
deregeermgs
-
colleges
van
het
ambacht
met
die
van
het
waterschap
samengesmolten.
Een
erkenning
en
versterking
van
deze
ontwikkeling
was
het
reeds
hiervoor
genoemde
voorschrift
van
Albrecht
van
Beieren
van
15
Maart
1388
in
zake
de
rechtspraak.
Geen
wonder
dat
de
waarsheden
van
het
waterschap,
die
vroeger
toch
al
uit
den
aard
der
zaak
dikwijls
neiging
gehad
hebben
om
zich
ieder
m
zijn
kwartier
met
„dorpszaken”,
d.w.z.
met
niet-waterschapszaken
te
bemoeien,
zich
sedert
dien
heelemaal
als
ver
-
tegenwoordigers
der
bevolking
zijn
gaan
gevoelen,
ook
in
het
bestuur
van
het
ambacht.
Het
ambacht
Amstelland
is
omstreeks
1334
geplltst
in
dat
van
Ouder-
en
dat
van
Nieuwer-Amstel
of
Amstelveen,
waarna
in
1399
heer
Coen
van
Oisterwyck
door
graaf
Albrecht
werd
beleend
met
Nieuwer-Amstel.
In
1529
heeft
Amsterdam
deze
ambachtsheerlijkheid
van
den
toenmaligen
heer,
Reinout
van
Brederode,
gekocht
voor
3000
Car.
gld.
en
een
jaarrente
van
500
ponden.
Daardoor
bevinden
zich
in
i
v.
Mieris
Gr.
Charterbk.
I
ƒ
375.
19