Tekstweergave van GA-1938_MB025_13079
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mei
1938
AMSTELODAMUM
tijds
Amsterdams
bedevaartskerk
heb
-
ben
gesierd,
waarbij
dr.
Sterck
uitweidde
over
de
lotgevallen
dezer
voorwerpen.
Bekend
is
dat
het
orgel
der
H.
Stede
op
het
oogenblik
zich
bevindt
inde
kerk
van
Jutphaas
en
daar
nog
ge
-
bruikt
wordt;
minder
bekend
is
echter
dat
reeds
sloopers
eenige
orgelpijpen
hadden
uitgebroken,
toen
de
ütrecht
-
sche
orgelbouwer
Maarschalkerweerd
eens
op
een
wandeling
de
deuren
der
H.
Stede
open
vond
en
binnenstapte.
Hij
kocht
heel
het
orgel
en
liet
het
voorzichtig
demonteeren.
Later
ging
het
over
aan
den
toenmaligen
pastoor
van
Jutphaas,
den
kunstzinnigen
mgr.
G.
W.
van
Heukelum,
die
het
in
zijn
kerk
weer
liet
ophangen.
Van
de
vele
kunstschatten,
die
de
H.
Stede
is
rijk
geweest,
zijn
meerdere
verloren
gegaan,
andere
gehavend
tot
ons
gekomen
en
slechts
weinige
geheel
ongeschonden
bewaard
gebleven.
Zoo
zijn
er
o.a.
nog
twee
processie-vaandels
op
het
Bagijnhof
te
Amsterdam
en
vier
altaarkussens.
Spr.
weidde
uit
over
de
acht
fragmenten
vaneen
groot
schilder
-
stuk
van
Jacob
Cornelisz
van
Oost
-
sanen,
welk
groot
werk
waarschijnlijk
als
gelegenheidsstuk
achter
het
altaar
heeft
gehangen,
bij
het
bezoek
van
Keizer
Karei
V
aan
de
H.
Stede.
Ze
zijn
te
zien
inde
consistorie-kamer
der
Nieuwe
Kerk.
Na
de
pauze
behandelde
dr.
Sterck
de
geschiedenis
der
Amsterdamsehe
Mi
-
rakelkapel,
haar
stichting
kort
na
het
gebeurde
in
1345,
haar
uitbreidingen
na
de
branden
van
1421
en
1452
en
haar
Verval
na
den
overgang
van
Amster
-
dam
tot
den
Prins,
en
haar
tragisch
einde,
toen
in
1908
deze
den
katholieken
zoo
dierbare
kerk
door
den
sloopers
-
hamer
werd
in
elkaar
geslagen.
Binnenkort
zal
hierover
een
boek
van
dr.
Sterck
verschijnen.
Bijksmuseum-rondleidingsdienst.
Steeds
meer
blijkt
er
behoefte
te
bestaan
a
an
degelijke
voorlichting
in
onze
musea.
Daarom
heeft
de
directie
van
het
Rijks
-
museum
besloten
een
regeling
te
treffen,
die
iedereen
in
staat
zal
stellen
onder
be
-
voegde
leiding
de
voornaamste
kunst
-
werken
van
het
Rijksmuseum
in
ongeveer
een
tot
anderhalf
uur
te
bezichtigen.
Behalve
de
bestaande
rondleidingen
in
cursusvorm,
die
gedurende
de
winter
-
maanden
op
Maandag-
en
Vrijdagmiddag
gehouden
worden,
zal
er
iederen
werkdag
om
11
uur
en
om
2
uur
een
rondgang
door
het
museumplaats
hebben.
Ook
buiten
-
landers
kunnen
hieraan
deel
nemen,
daar
er
eveneens
in
Fransch,
Duitsch
en
Engelsch
uitgelegd
kan
worden.
De
on
-
kosten
bedragen
/
0.75
per
persoon,
groepen
hebben
reductie.
Men
vervoege
zich
bij
den
linker-ingang
(Oost-zijde).
Mr.
A.
M.
C.
van
Hall.
In
het
dezer
dagen
verschenen
en
ons
toege
-
zonden
achtste
jaarverslag
(1937)
van
de
stichting
~Réveil-Archief”
te
Am
-
sterdam,
waarvan
de
verzameling
berust
inde
U.
B.
is,
ter
illustratie,
een
portret
met
bijschrift
opgenomen,
betreffende
Anne
Maurits
Cornelis
van
Hall
(1808
—1838).
Geboren
te
Amsterdam
uit
het
huwelijk
van
mr.
M.
C.
van
Hall
en
Maria
Klink
-
hamer,
kreeg
hij
zijn
opleiding
op
de
Latijnsche
school
en
aan
het
Athenaeum
Illustre
aldaar
en
de
Universiteit
te
Leiden.
In
Januari
1830
promoveerde
hij
te
Leiden
tot
doctor
inde
Rechts
-
wetenschappen.
In
het
najaar
van
1830
trok
hij
mee
met
de
vrijwilligers
naar
het
Zuiden.
In
zijn
studententijd
was
hij
bevriend
geraakt
met
H.
J.
Koenen,
een
vriendschap,
die
voortduurde
toen
Van
Hall
zich
in
1831
als
advocaat
te
Amsterdam
vestigde.
Hij
werd
hier
de
compagnon
van
zijn
stiefbroer
Floris
Adriaan,
den
lateren
minister.
Als
advo
-
caat
belastte
hij
zich
meermalen
met
het
pleiten
inde
rechtszaken
der
Afge
-
scheidenen.
Was
hij
eerst
slechts
een
warm
meevoelend
en
nauwgezet
advo
-
caat
voor
zijn
Afgescheiden
cliënten,
spoedig
begon
hij
hen
in
kerkelijk
opzicht
te
naderen.
In
Juli
1836
gingen
hij
en
zijn
jonge
vrouw
Suze
van
Schermbeek,
met
wie
hij
sinds
April
1835
gehuwd
was,
over
tot
de
Afscheiding.
De
samen
-
werking
met
zijn
halfbroer
werd
hierdoor
ondoenlijk,
Maurits
verhuisde
daarom
naar
Den
Haag
en
vestigde
daar
zijn
kantoor.
Van
Llall
leed
aan
een
zeer
79