Tekstweergave van GA-1938_MB025_13071
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mei
1938
AMSTELODAMUM
Het
200-jarig
bestaan
van
het
Ned.
Isr.
Jongensweeshuis.
Ter
gelegen
-
heid
van
het
200-jarig
bestaan
van
het
Ned.
Isr.
Jongensweeshuis,
te
Amster
-
dam,
dat
de
vorige
maand
herdacht
is,
verscheen
een
zeer
lezenswaardig
en
bovendien
geïllustreerd
Gedenkboek.
De
commissie
van
redactie
stelde
zich,
naar
zij
in
het
Voorwoord
schrijft,
tot
taak,
van
dit
Gedenkboek
iets
meer
te
maken
dan
een
histoire
intime,
die
zich
uit
-
sluitend
met
de
lotgevallen
van
de
jubi
-
leerende
instelling
zou
bezighouden.
En
blijkens
het
ons
ter
recensie
toegezonden
exemplaar
is
zij
er,
mede
dank
zij
de
ondervonden
medewerking
van
burger
-
lijke
en
kerkelijke
autoriteiten,
inderdaad
in
geslaagd
iets
van
meer
blijvende
waarde,
vooral
in
Joodsch-socialen
zin,
te
bereiken.
Inleidende
woorden
schreven
de
Burge
-
meester
van
Amsterdam,
dr.
W.
de
Vlugt,
de
Opperrabbijn
van
het
Ressort
Amsterdam,
de
heer
L.
H.
Sarlouis,
en
de
Voorzitter
van
den
Kerkeraad
der
Ned.
Israëlietische
Hoofdsynagoge,
de
heer
A.
Asscher.
En
daarna
volgen
dan
allerlei
bijdragen:
van
den
Wethouder
voor
den
maatschappelijke!!
steun,
den
heer
F.
van
Meurs,
zélf
een
oud-wees
-
jongen,
die
dus
uit
ondervinding
spreekt;
van
den
Opperrabbijn
van
het
ressort
Gelderland,
honorair-regent
van
het
Ned.
Isr.
Jongensweeshuis
(deze
band
dag
-
teekent
uit
zijne
ambtsjaren
als
Rabbijn
der
Amsterdamsche
gemeente),
over
~Kaddish”,
zeggen
dooreen
„weesjon
-
gen”;
van
den
Haagschen
Opperrabbijn,
den
heer
I.
Maarsen
(die
dooreen
zelfden
band
met
het
weeshuis
ver
-
bonden
is)
over
de
Joodsche
weezen
-
verzorging
van
de
oudste
tijden
af,
en
van
den
Rabbijn
van
de
Ned.
Isr.
Hoofdsynagoge
te
Amsterdam,
den
heer
Ph.
Coppenhagen,
die
regent-secretaris
van
het
weeshuis
is.
Zijn
bijdrage
is
ge
-
titeld;
Rondom
de
oprichting
van
het
Weeshuisgebouw
van
1836,
en
gaat
dus
meer
rechtstreeks
inde
geschiedenis
der
instelling
terug.
Daarna
volgen
nog
ver
-
scheidene
andere
bijdragen,
o.m.
van
den
secretaris
van
den
Armenraad
te
Amsterdam,
mr.
J.
Everts;
den
voor
-
zitter
van
het
weeshuis,
den
heer
J.
M.
Lob
en
den
regent-penningmeester
van
het
weeshuis,
den
heer
Arn.
J.
van
Amerongen
(die
bij
dit
jubileum
een
koninklijke
onderscheiding
kreeg).
*
*
*
Slechts
weinig
is
er
inde
archieven
van
het
Ned.
Israëlietisch
Jongensweeshuis
bewaard
gebleven
van
zijn
geschiedenis
van
vóór
1828.
Vast
staat
echter,
dat
het
Genootschap
Mégadlë
Jethomim”
(Opvoeders
van
Weezen)
omstreeks
7
April
1738
opgericht
is.
Vóór
het
jaar
1836,
toen
het
eerste
weeshuis
aan
de
Zwanenburgerstraat
gesticht
is,
werden
de
weezen
uitbesteed
bij
verwanten
of
bij
anderen,
voor
rekening
van
het
genootschap,
dat
zorgde
voor
hun
op
-
leiding.
Aanvankelijk
werden
zij
ver
-
pleegd
tot
zij
den
15-jarigen
leeftijd
71