Tekstweergave van GA-1938_MB025_13065

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mei 1938 AMSTELODAMUM EEN MERKWAARDIGE YROEDSCHATSRESOLUTIE VAN HET JAAR 1556. ~Den zeluen daghe 1 ) hebben myn(en) heeren de burgermren co(mmun)icatie gehou - „den aengaende de votyff missen die by scholieren gesonghen werden daerduer „dezelue jongens belet werden in hoer lessen als de Rectoer te kennen heeft gegeven ~etc. ende omme inde plaetze vanden scolieren te laeten singhen den vespers ende ~missen vant heylige cruys ende onser lieuer vrouwen by de getydesanghers tot „coste deser stede zoemen gheen ander middel en weet de voorss. sanghers te loenen. „Ende nae der voorss. saicken gelegentheyt ende heeft den voorss. Raiden nyet „gheraeden geducht inde voorss. missen veranderinghe te doen ende datmen „tzelue zoude laeten by doude maniere omme redenen den voorss. Raide oft tmeer - ,,dendeel van dien bewegende.” Aldus luidt letterlijk de tekst vaneen besluit, hetwelk op 31 October 1556 dooi - de Amsterdamsche Vroedschap werd genomen, waaraan wij een korte bespreking willen wijden in verband met hetgeen Ter Gouw in zijn Geschiedenis van Amsterdam dienaangaande mededeelt. In zijn hoofdstuk over het onderwijs te Amsterdam inde 2e helft der 16e eeuw, dl. V, blz. 448, geeft Ter Gouw de volgende commentaar op deze resolutie. De koormeesters 2 ) waren belast met het kerkelijk deel van het schoolonderwijs: „sang ende ceremonye”, en dat hiervan veel werk gemaakt werd, bewijst hun getal: drie was nog te weinig en twee jaren later werd een vierde aangesteld, waartegen de derde meester werd afgeschaft. ~De burgemeesters van 1556 hadden ’t anders gewild. Op den 31en October van dat jaar deelden zij den Raad mede, dat, volgens rapport van den rector, de leer - lingen door de kerkelijke diensten „belet werden in hoer lessen”, en stelden voor „in de plaetze vanden scholieren te laten singen de vespers ende missen bij de getijde sangers tot coste deser stede”; een voorstel, dat in ’t belang van ’t onderwijs was en den burgemeesteren tot lof strekte. Maarde meerderheid der Zes- en dertigen waste conservatief om het aan te nemen; zij achtten het „nyet geraden” en besloten „dat men ’t zelve zoude laten bij d’oude maniere”.” 3 ) Tot zoover Ter Gouw t.a.p. Wanneer men nu de boven afgedrukte tekst der resolutie met aandacht heeft gelezen, zal men na lezing der bespreking van Ter Gouw al dadelijk hebben opgemerkt, dat hij, afgezien vaneen textueel niet alleszins nauwkeurige weergave, de resolutie slechts zeer gedeeltelijk heeft geciteerd, ja zefs eender hoofdzaken eruit heeft weggelaten, daardoor de geheele resolutie uit haar verband heeft gerukt en dientengevolge een totaal verkeerde voorstelling geeft van oorsprong, zin en beteekenis van dit Vroedschapsbesluit. Ter Gouw heeft n.l. uit de resolutie gelicht: I°. een gedeelte van den aanhef, n.l. dat de burgemeesters aan den Raad mede - deeling hebben gedaan „aengaende de votyff missen 4 ), die by scholieren geson - ghen werden”; 2°. achter „vespers ende missen” de onmiddellijk daarbij aansluitende nadere bepaling: vant heylige cruys ende onser lieuer vrouwen ”; b N.l. 31 October 1556. . . 2 ) De koormeesters waren niet uitsluitend belast met het onderricht inden CTregonaanschen kerkzang en het toezicht op het gedrag der scholieren inde kerk, wijl zij daarnaast ook ander onderricht gaven aan de schoolkinderen. Deze voorstelling van zaken door Ter Gouw is derhalve ook niet geheel juist. 3 ) De cursiveeringen zijn van schrijver dezes. 1 ) Onder een votief-mis verstaat men een van het gewone liturgisch dagofficium afwijkende mis, welke gezongen of gelezen werd ter verheerlijking vaneen bepaald geloofsgeheim (b.v. het heilig Kruis, het H. Sacrament des Altaars), of ter eere vaneen bepaalde heilige (b.v. de H. Maagd Maris, S. Joannes de Dooper, enz.). Veelal werden op den vóóravond en op den dag zelven ook de Vespers van het geloofsgeheim of de heilige gezongen, de votief-vespers. 65