Tekstweergave van GA-1938_MB025_13059
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
April
1938
AMSTELODAMUM
tot
de
enkele
smalle
en
slecht
geplaveide
straten.
Dit
leidde
tot
een
keur
van
1538
waarbij
het
aan
de
wagen-
of
sleedevoerders
verboden
werd
om
op
hun
vehikels
te
zitten,
in
plaats
van
er
naast
te
loopen.
Immers
daardoor
kwamen
er
aanrijdingen
en
standjes.
De
onregelmatige
bestrating
leidde
in
1524
tot
het
aanstellen
vaneen
stads
-
stratenmaker,
die
tegen
betaling
door
de
huiseigenaren,
hun
straten
uniform
met
Gooische
keien
bestraatte.
Het
daarvoor
verplichte
straatgeld
was
over
drie
klassen
verdeeld,
het
hoogste
voor
de
belangrijkste
straten
en
grachten.
In
1696
verscheen
de
eerste
verkeers
-
regeling.
Alle
wagenverkeer
over
de
Varkenssluis
(de
brug
over
den
O.Z.
Voorburgwal
vóór
de
tegenwoordige
Dam
straat)
naar
den
Dam
of
dc
Warmoe
-
straat,
moest
door
de
nauwe
Halstraat
(nu
de
Damstraat),
maar
zij
die
in
om
-
gekeerde
richting
over
de
Varkenssluis
wilden,
moesten
door
de
Pijlsteeg
rijden.
Alles
op
een
boete
vaneen
gulden
voor
elke
overtreding.
Deze
eerste
toepassing
van
het
éénrichtingsverkeer
voldeed
zoo
goed,
dat
het
spoedig
ook
voor
de
Gast
-
huissteeg
(nu
Paleisstraat)
werd
toe
-
gepast.
In
1663
werd
een
verbond
af
-
gekondigd
tegen
alle
tweewielige
hout
-
wagens,
bleekerswagens
en
kruiwagens.
Alleen
kruiwagens
met
één
en
dan
nog
onbeslagen
wiel,
waren
toegelaten.
Dit
was
het
gevolg
van
den
overlast
door
het
overgroot
aantal
hand-
en
krui
-
wagens
met
koopwaren.
Van
oudsher
was
er
eendruk
verkeer
door
de
Hol
-
steeg.
Dit
werd
nog
sterker
inde
17e
eeuw
door
het
ontstaan
van
het
Jordaan
-
kwartier.
In
1696
moesten
de
sleepers,
die
van
de
Oude
Leliestraat
kwamen
benoorden
den
op
de
Torensluis
over
den
op
den
Singel
staande
Jan
Roodenpoort
afrijden.
Inde
tweede
helft
van
de
17e
eeuw
kreeg
men
overlast
van
wat
men
zou
kunnen
noemen
het
luxe
-
verkeer
op
wielen.
Vandaar
een
aantal
bepalingen
op
het
rijden
in
karossen,
herlijnen
of
andere
overdekte
toerrijtui
-
gen,
met
een
bok
als
zitting
van
den
knecht.
Het
werd
slechts
getolereerd
als
men
langs
den
kortsten
weg
van
zijn
huis
naar
buiten
d
stad
wilde
rijden,
maar
dan
met
een
vermijding
van
de
nauwste
straten.
Een
uitzondering
werd
gemaakt
voor
postwagens
en
voor
„medicyns”
boven
45
jaar,
de
jongere
geneesheeren
moesten
maar
loopen.
In
1736
werd
het
aan
iedereen
toegestaan,
mits
„zcdiglijk
en
ordentelijk
rijdende
en
niet
hard
-
dravende”.
Uit
echter
alleen
tegen
be
-
taling
van
25
gld.
per
jaar.
Inde
18e
eeuw,
toen
de
drukte
zeer
was
toegenomen,
werden
de
talrijke
ver
-
ordeningen
strenger
en
de
boeten
hooger.
Historische
commissie
der
Univer
-
siteit.
—
Het
verslag
der
Historische
commissie
der
Universiteit
van
Amster
-
dam
over
het
jaar
1936
—1937
bevat
de
verheugende
bewijzen
van
veler
belangstelling
inde
verzameling
der
commissie,
een
kring
van
belangstel
-
lenden,
waartoe
ons
Genootschap
ook
behoort.
Van
de
schenkingen
wordt
inde
eerste
plaats
genoemd
het
zeer
aantrekkelijke
schilderij
Van
J.
Jelgerhuis,
voorstellen
-
de
den
Oude
Zijds
Voorburgwal
met
de
Agnietenkapel,
of
beter
met
het
Athe
-
naeum
Illustre,
inden
winter
van
1825,
dat
de
Historische
commissie,
dank
zij
den
bijdragen
van
de
heeren:
Prof.
dr.
L.
F.
de
Beaufort,
prof.
dr.
H.
Brugmans,
prof.
dr.
H.
Burger,
H.
van
der
Bij
11,
mr.
A.
Ie
Cosquino
de
Bussy,
mr.
Chr.
P.
van
Eeghen,
dr.
H.
P.
Heineken,
prof.
dr.
J.
P.
Kleiweg
de
Zwaan,
prof.
mr.
N.
W.
Posthumus,
prof.
dr.
J.
Rotgans,
mr.
P.
G.
van
Tienhoven
en
mr.
H.
K.
Westendorp,
kon
aankoopen.
Het
aangekochte
schilderstuk
beteekent
een
belangrijke
verrijking
en
de
Histo
-
rische
commissie
is
zeer
dankbaar
aan
allen,
die
tot
dezen
aankoop
hebben
willen
medewerken,
waardoor
dit
schil
-
derij
kon
komen
op
de
plaats,
waar
het
toch
eigenlijk
thuis
hoort.
De
afdeeling
handschriften
werd
ook
dit
jaar
weer
vergroot.
Mejuffrouw
A.
Hingst
schonk
een
groot
aantal
archivalia
betrekking
hebbende
op
C.L.1.0.
en
U.N.1.C.A.,
welke
afkomstig
waren
van
haar
broer
mr.
J.
Hingst.
Door
bemid
-
deling
van
de
heeren
mr.
J.
Kruseman
en
mr.
P.
Otten
ontving
de
commissie
van
prof.
dr.
J.
W.
Muller
een
aantal
belang-
59