Tekstweergave van GA-1938_MB025_13054
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
April
1938
mij
tot
haere
arbiters
versocht
en
hebben
gedefereert
ende
uijtspraecke
door
ons
daaerop
geyolcht
sijnde,
is
die
saecke
’t
enemael
afgedaen”.
De
bijzonderheden
van
de
overeenkomst
zijn
ons
niet
bekend.
De
tsaar
(d.
w.
z.
de
Moscovische
regeering)
heeft
in
zijn
„brief
van
recredentie”
aan
de
Staten-Generaal
slechts
eenige
woorden
aan
het
geval
Woronin
gewijd,
waarin
de
ontvangst
van
den
brief
van
de
Staten-Generaal
„tot
vergelijckinge
van
het
verschil,
datter
is
tusschen
onse
Zaersse
Mas-ts
onderdaen,
den
goost
Wolodimer
Woronin,
ende
den
Hollantsen
onderdaen
Adolph
Houtman”
bevestigd
werd.
De
tsaar
geeft
geen
uiteenzetting,
welke
maatregelen
hij
in
deze
aangelegen
-
heid
getroffen
heeft.
B
Raptschinsky.
J.
N.
JACOBSEN
JENSEN
|
Met
groot
leedwezen
heeft
ook
Amstelodamum
kennis
genomen
van
het
overlijden,
op
t
Maart
1.1.
te
Amsterdam,
van
den
heer
J.
N.
Jacobsen
Jensen,
oud-assistent
van
de
Universiteits-bibliotheek
alhier.
Ons
Genootschap
heeft
bijzondere
ver
-
plichtingen
aan
hem,
als
samensteller
van
onze
uitgave
„Reizigers
te
Amsterdam”,
naar
men
weet,
een
beschrijvende
lijst
van
reizen
in
Nederland
van
vreemdelingen
vooi
1850,
bewerking
van
de
bekroonde
antwoorden
op
onze
prijsvraag.
Tiet
boek
verscheen
in
1919,
en
werd
juist
het
vorig
jaar
dooreen
Supplement,
eveneens
vair
zijn
hand,
gevolgd.
Op
het
oogenblik
was
de
heer
Jensen
bezig
met
een
bibhographie
over
Nederlandsche
Almanakken,
een
werk,
dat
hij,
helaas,
niet
heeft
kunnen
voltooien.
Zoo
is
hij
dus
tot
het
laatst
toe
bezig
geweest!
roen
de
heer
Jensen,
op
1
October
1936,
wegens
gezondheidsredenen,
de
U.
B.
verliet,
schreef
de
bibliothecaris,
dr.
J.
Berg,
o.
m.
het
volgende,
dat
van
groote
waardeering
getuigt:
„Zoo
iemand,
dan
kan
hij
terugzien
op
een
eervolle
bibliotheek-loopbaan.
In
1898
aan
onze
Universiteits-Bibliotheek
werkzaam
gesteld,
heeft
hij
in
betrekkelijk
snel
tempo
de
verschillende
rangen
doorloopen.
Gelijken
tred
met
deze
opklimming
op
den
maatschappelijken
ladder,
hield
zijn
geestelijke
ontwikkeling.
Autodidact
1U
i'-i
f
,esle
".
/l
"
(^es
wo
°rds,
heeft
hij
niet
gerust
vóór
hij
zich
de
wetenschappelijke
en
bibliografische
kundigheden
had
verworven,
noodig
om
anderen
te
kunnen
voorlichten
en
wegwijs
te
maken.
Wij
denken
hierbij
vooral
aan
zijn
werk:
„Reizigers
te
Amsterdam”,
het
werk,
dat
in
letterlijken
en
in
figuurlijken
zin
de
bekroning
was
van
zijn
bibliografische!!
arbeid;
een
„monumentum
aere
perennius”,
zoowel
voor
onze
stad
als
voor
onze
Bibliotheek!
Dit
werk,
dat
op
ondubbelzinnige
wijze
getuigenis
aflegt
van
hetgeen
geduld,
nauwkeurigheid
en
speurzin
vermogen
tot
stand
te
brengen,
heeft
den
naam
van
dezen
bescheiden
werker
tot
buiten
de
grenzen
van
ons
land
gebracht
en
hem
een
eereplaats
verzekerd
onder
de
biblio
-
grafen
van
beteekenis.
„Doch
het
is
niet
alleen
de
ambtenaar
en
schrijver,
het
is
ook,
en
bovenal,
de
mensch
Jensen,
die
de
genegenheid
en
achting
heeft
van
allen,
die
hem
kennen,
omdat
hij,
onder
alle
omstandigheden,
de
vriendelijkheid
en
bereidwilligheid
in
peisoon,
steeds
bereid
was
medewerking
te
verleenen
en
de
behulpzame
hand
te
bieden,
wanneer
en
op
welk
gebied
dit
van
hem
werd
verlangd”.
M
ij
kunnen
hier
nog
aan
toevoegen,
dat
de
heer
Jensen
ook
jarenlang
conservator
van
het
Bilderdijk-museum
(toen
nog
gehuisvest
inde
U.
B„
nu
inde
V.
U.)
is
geweest,
benevens
ambtenaar
aan
het
Museum
Willet-Holthuysen.
VAN
WIEN
IS
DIT
FAMILIEWAPEN?
Op
het
artikel,
dat,
in
het
vorige
nummer
van
„Amstelodamum”,
onder
boven
-
staand
opschrift
werd
geplaatst,
kan
ik,
dank
zij
de
medewerking
van
verschillende
zijden,
eenig
commentaar
geven,
dat
het
antwoord
op
de
vraag
weliswaar
niet
geheel
geeft,
maar
toch
de
waarheid
n.m.m.
zeer
dicht
benadert.
b
„Verbael”,
p.
522.
54