Tekstweergave van GA-1938_MB025_13048

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Mrt. 1938 10.000 gld., maarde kosten voor de paarden, karren en schuiten, totaal ruim 29.000 gld. kwamen ten laste van de stad. De Regenten verzetten zich hiertegen op verschillende gronden, maar het stads - bestuur gaf de zaak ter bestudeering aan de directeuren der stadswerken Vander Hart, Schilling en Goudriaan. Toen in het laatst van de eeuw de opbrengst van asch en vuilnis sterk daalde en in verlies overging, was de zaak voor regenten verloren. Op 1 Maart 1804 trad een con - tract van verpachting in werking met N. Sieburg en M. W. van der Aa, voor vijf jaren a 6000 gld. per jaar, waarmede de regenten van alle bemoeiing werden ontslagen. Deze verpachting is herhaal - delijk verlengd, totdat op 6 Aug. 1847 aan Dr. S. Sarphati een concessie is ver - leend, welke later op zijn verzoek is overgegaan aan zijn „Maatschappij ter bevordering van Landbouw en Land - ontginning in Nederland”. Deze con - cessie omvatte het inzamelen aan de huizen der ingezetenen, aan de markten en schepen, in havens en dokken, waarbij de concessionaris alle stoffen, door zijn bemoeiing opgehaald en voor meststof geschikt, als zijn eigendom mocht be - schouwen. Met het reinigen van den openbaren weg liet de concessionaris zich niet in; volgens de geldende politieverordening was dit werk ook toen nog overgelaten aan de ingezetenen; alleen werden bruggen, plei - nen en markten geveegd van gemeente - wege, waartoe de gemeente inden regel contracten sloot met de „Maatschappij voor den Werkenden Stand”. Onder deze verdeel ing van den arbeid leed de reini - ging natuurlijk dikwijls. Geen wonder dan ook dat de Raad op 29 September 1875 besloot den reinigingsdienst tot gemeente - zaak te maken en op 14 Juli 1876 besliste dat de bovengenoemde concessie op 1 Oct. 1877 zou eindigen. Zoo kon men komen tot een gezonden toestand en den reini - gingsdienst bij verordening regelen. Titulatuur. Verders is geresolveert, dat voortaan inde publicque actens de bedanckte heeren de titul hunner vorige regeering sal gemenageert worden. (Gemeente-archief Amsterdam. Rezo - lutiën van regeerende en oud-burger - meesteren 5 Augustus 1749). Leonie van Nierop. CONTRIBUTIE. Aan donateurs en leden wordt vriendelijk verzocht, ter vereenvoudiging van de inning en ter vermindering van de incasso-kosten, hun contributie liefst spoedig, althans vóór 1 April a.s. te doen toekomen aan den penningmeester, notaris C. 0. Pouw, Yossiusstraat 3, hetzij per post - giro No. 52391, hetzij per gemeente - giro A.-65. MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR. Het Bestuur. In zijne Dinsdagavond 15 Februari j .1. gehouden vergadering heeft het bestuur, in zijne nieuwe samenstelling, de functiën aldus verdeeld: mr. A. Ie Cosquino de Bussy, voorzitter; J. Th. Boelen, tweede voorzitter; jhr. dr. P. J. van Winter, secretaris; H. van der Bijll, tweede secretaris; C. G. Pouw, penningmeester; D. Kouwenaar, redacteur van het Maandblad; J. E. J. Bonnike; ir. J. D. M. Bardet en W. Yoorbeytel Cannenburg. Nieuwe Leden. Met ingang van 1 Januari 1938 zijn, op uitnoodiging van het bestuur, tot het Genootschap toegetreden: als donateurs: de heeren J. R. Asser, W. K. H. Matthes; als gewone leden; mej. L. H. A. M. van Oost en de heeren mr. A. J. B- Blaisse, mr. E. A. Bölte, G. H. Bührmann (Overveen), A. Dudok van Heel, A. van de Marei, W. van der Meulen, dr. C. R. van Paassen, J. P. L. Petri Jr., jhr. J. J. Ploos van Amstel (’s-Gravenhage), ir. W. P. H. Schreuders, mr. D. J- Willet. 48