Tekstweergave van GA-1938_MB025_13013

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan. 1938 AMSTELODAMUM digde kapitaal voor het nieuwe Burger - ziekenhuis ging het echter niet zoo gemakkelijk. Wij lezen zelfs vaneen verloting in Arti van bijna tweehonderd kunstwerken „ten bate van den bouw”. Daaronder waren schilderijen en teeke - ningen van: Israëls, de Marissen, Mesdag, Neuhuys, Artz, Bosboom, Rochussen, Allebc, Jan Veth, Willem Witsen, Pog - genbeek, Breitner, Vander Valk en Verster. Op 18 Maart 1891 kon de voor dien tijd grootsehe stichting aan de Linnaeusstraat worden geopend. Het gebouw bood, naar dr. Spoor schrijft, het meest-moderne wat men zich toen op dit gebied kon denken; met zijn liften, zijn electrisch licht, zijn centrale verwarming, zijn koud- en warmwater - voorziening, zijn kundigen medischen staf en zijn beschaafde verpleegsters. Het was een voorbeeld van goede zieken - inrichting in Nederland en de trots en het troetelkind der Amsterdammers. Dr. Berns en mevrouw Berns —Van Rees hebben het Burgerziekenhnis véle jaren als leiders gediend. Toen zij op 16 April 1892 een jaar nadat zij het nieuwe gebouw betrokken hadden hun taak neerlegden, hadden zij gedurende dertien jaar hun krachten aan deze zieken - inrichting gegeven. Dr. B. H. Stephan nam de taak van dr. Berns over. Hij bleek almee een bekwaam leider te zijn, van wien veel energie ten bate van het ziekenhuis uit - ging. Mevr. Gort van der Linden, de zuster van den oud-minister en staats - raad, bekleedde in dien tijd de functie van directrice, en drukte mede haar stempel op de inrichting. Dr Vermey Was er toen als chirurg aan verbonden. Andere namen, die in dit verband ge - noemd mogen worden, zijn die van mcj. J. Kuyper, dochter van dr. Abraham Kuyper en mevr. A. J. Dros—van der Kier, dochter van den oud-hofprediker, die hier hunne opleiding genoten. De Verpleegsters bestonden, gelijk gezegd, uit meisjes uit zeer beschaafde kringen, die eene goede opleiding genoten hadden. Ha 24 jaar dienst trad dr. Stephan op 1 Januari 1916 af en werd opgevolgd door dr. A. Nieuwenhuyse, die gedurende twaalf jaar als geneesheer-directeur is werkzaam geweest. Op 1 Juli 1928 heeft de tegenwoordige geneesheer-directeur, de heer S. C. M. Spoor, zijn functie aanvaard. Chirurg vanhetßurger-zieken - huis is de heer C. Knapper, in deze dagen in verband met de behandeling van Prins Bernhard ook herhaaldelijk ge - noemd, neuroloog dr. C. T. van Valken - burg. Directrice is zr. A. A. Weytlandt. Sarphati. In het Augustusnummer van Gemeentebestuur schreef mr. ir. M. M. van Praag een studie over dr. Samuel Sarphati. Wij halen er het slot uit aan: „Maar veel meer (dan die met Pincoffs) dringt zich op de vergelijking met Haussmann, den stichter van het nieuwe Parijs, zooals Sarphati het was van het nieuwe Amsterdam. Beiden hebben ge - arbeid op hun wijze, in het kader van zeer uiteenloopende omstandigheden, waaronder zij leefden. Beiden hebben gebruik weten te maken van de midde - len, welke die omstandigheden hun boden. Het is dezelfde stuwende ver - beeldingskracht, hetzelfde scheppend vermogen, dat van beiden de richting van hun leven bepaalde. Haussmann zoowel als Sarphati begrepen de mogelijk - heden van hun tijd, en van de omgeving, waarin zij leefden. Maar zwaarder nog was de taak van Sarphati. De groote préfet beschikte over het geweldig apparaat der openbare macht, waarvan hij, de dictator van Parijs, den omvang maarte bepalen had. Amsterdams ver - nieuwer had zijn plannen te volvoeren zonder dit machtige instrument, had de openbare macht zelfs vaak tot vijand tegenover zich, een vijand, dien hij had te overwinnen. Sarphati was een van dat stoere geslacht van Amsterdamsche burgers, waartoe ook behoorde de stichter van het Vondelpark, C. P. van Eeghen. Mannen die mogelijkheden zagen, daar waar die aan anderen nog verborgen bleven: de mogelijkheid tot de vernieuwing van Amsterdam. Burgers die wisten te handelen, toen de tijdgeest de overheid doemde in gebreke te blijven. „Zoon der negentiende eeuw in haar voorwaartsche richting”, noemde A. C. Wertheim hem terecht. Ja, dat was hij ; doordrongen van den geest van dat al 13