Tekstweergave van GA-1938_MB025_13003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan - 1938 AMSTELODAMUM penseel, door doelbewuste, welwetende hand bewogeiï*, de laatste streken juist en raak wist aan te brengen. Plekjes zijn er ook in het huis, hoog en veilig verborgen, waar je heel vroeger, op broeierig-heete vacantiedagen, kon zitten, uren achtereen, waar je ineen 'ast \ergeelde albums, vergoorde boeken vond en las, waar je plannen maakte, illusies bouwde, wegdroomend ineen andere wereld van lang voorbij en ver toekomstig gebeuren. En later, soms na jaren, kwam je weer terug op die plek, waar niets was veranderd. En je bleef er, sloot je oogen en dacht terug, heel Merk en heel lang, aan een kleinen jongen, die ook eens hier zat en die jezelf was geweest. Dan werd het, alsof al het oude rond je herleefde, of je klanken vernam, die je in lang niet had gehoord, die je vergeten was door al die jaren en die plots Weei helder en zuiver in je ooren klonken. Hoe verschillende gevoelens be - stormden je. De illusies, de verwachtingen van dien jongen toetste je aan de uitkomst, ie het leven gal, het soms zoo grillige leven, waarin diezelfde jongen rijpte tot man en zijn weg vond. En die terugtastende gedachten, dwalend van het heden naar ( T verleden, peilden de verandering in jezelf en in je omgeving gekomen, ge - eidelijk en onbemerkt, in al die jaren. Wat toen geen machten hadden verzet, at sloopte de tijd, maar óok; wat eens onmogelijk scheen, bewerkten de jaren. oe menigen namiddag hebben wij gezeten en gemijmerd inde verschemerde Kamers, luisterend naar de vertrouwde geluiden van het huis of den loomen galm vaneen scheepshoorn, buiten inde gracht. En op winteravonden joeg, fluitend en gierend, de wind inde hooge schoorsteenen en was daar monotoon het vallen der uitgebrande kolen door het rooster van den haard. Op zulke uren kwam heel het oude leven weer vertrouwelijk dichtbij, de zonnigheid van vroege kinderjaren, Vol rustige bekoring, blijmoedig en warm. ot de dag kwam, dat ook ons oude huis het lot onderging van zijn geslacht, dat, Waar vroeger rust en stilte heerschten, schrijfmachines ratelden, telefoons rinkelden, stemmen gonsden, dat de vensters hol en levenloos staarden als doode oogen, dat het daar stond als een troosteloos karkas met slechts de fantasie der ermnering, om het te bezielen en terug te brengen tot wat het eens was: een eel van jezelf. Later ga je het dan voorbij, oogenschijnlijk als een vreemde. Uaar telkens, als je het ziet, doet een stille ontroering je een oogenblik stilstaan e n opzien. En vooral in het late uur wordt het oude huis een kostbaar reliekschrijn niet zooveel blijde, dierbare, heilige herinnering. Dan spreekt het een taal, die k verstaat, dan vertelt het van menschen, die jij hebt gekend, van ge - eurtenissen, die jij hebt beleefd. En dan voel je, telkens weer, de liefste pijn, Welke het leven kent; het heimwee naar het verleden. oen ik zelf trouwen ging, zochten wij in nieuwe wijken der stad. Wij zagen dentallen woningen: modern, frisch, comfortabel, maar alle hetzelfde. Nu zien i ? hooge vensters van ons huis weer uit op de oude gracht; tegen de hooge, olauwe stoep gaande vlugge voetjes van ons kroost. Want over het jonge, op bloeiende leven van mijn driespan staat schuttend en veilig het oude huis. 11 ® klautert al naar boven, langs de steil draaiende trappen, op ntdekkmgstocht. Haar fantasie kan vrij ontwikkelen onder den zwaren balken - -0 j er van haar kamertje; de motieven van het „ouderwetsche” behang worden op lange zomeravonden kasteden, grotten en wonderlijke verschieten, ’s Nachts tusschen twee droomen. klinkt het nabije klokkenspel; de kleine denkt aan „het a mietje inden toren en slaapt rustig in. En op feestelijke winteravonden fitten wij samen om den open haard, kijken in het vlammende blokkenvuur en ertellen de overbekende, maar altoos nieuwe verhalen. ijna drie eeuwen oud is mijn huis. Het is uitstekend bewoonbaar en daarbij «eett het karakter en sfeer. Ik hoop nooit te moeten verhuizen. Want zooals ik ?. een ouderlijk huis heb gehad, zoo wil ik het ook mijn kinderen geven. Mogen •1 er dezelfde vreugden aan beleven als ik. ' Fred Thomas. 3