Tekstweergave van GA-1937_MB024_11149

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
December 1937 AMSTELODAMUM gemaakt. Met den wensch, dat al dit schoons dooreen spoedige en zorgzame restauratie van den ondergang mag worden gered, besloot spr. zijn toelichting. Orgelmuziek van den heer Pameyer gaf eene bijzondere wijding aan het bezoek, dat ongetwijfeld op allen een grooten indruk heeft gemaakt. DE YONDEL-HEIIDENKEVG. De Vondel-herdenking te Amsterdam heeft een schoon verloop gehad. Het veel" zijdig programma dat het comité, onder leiding van den wethouder voor de kunst" zaken, den heer E. Boekman, had samengesteld, begon met de opening op Zaterdag 13 November van de tentoonstelling: Vondel, zijn leven en werken in Amsterdam, waarbij onze voorzitter, prof. dr. H. Brugmans, die voorzitter der tentoonstellings - commissie was, een inleidend woord sprak. Als doel der tentoonstelling stelde hij: den aanschouwer te doen beleven Vondel’s tijd, een indruk te geven van Vondel’s milieu en ten slotte te doen inleven in Vondel’s sfeer. Het was een doel dat, meenen wij te mogen constateeren, volkomen bereikt is. Men zag er documenten betreffende Vondel’s leven, handschriften van den dichter, afbeeldingen van gebouwen en gebeurtenissen door hem bezongen, zijne werken en portretten van Vondel en zijne tijdgenooten. Deze portretten verleenden bijzondere beteekenis aan de ten - toonstelling, omdat er menig stuk uit particulier bezit en ook van over de grenzen verkregen was. Maandag 15 November volgde als extra-nummer, immers niet behoorend tot het door het Vondel-comité opgemaakte programma, de uitreiking van het eere - doctoraat inde letteren en wijsbegeerte aan: Georges Duhamel, lid van de Academie framjaise te Parijs, prof. Th. Frings, hoogleeraar te Leipzig, sir Herbert Grierson, oud-hoogleeraar te Edinburgh, C. R. de Klerk te Amsterdam, prof. B. H. Molken - boer, hoogleeraar te Nijmegen, prof. dr. J. D. Dutoit, hoogleeraar te Potchefstroom en prof. Aug. Vermeylen, hoogleeraar te Gent; alzoo twee landgenooten, twee stamverwanten en drie vertegenwoordigers der Wcst-Europeesche cultuur in haar geheel. Na een openingswoord van den rector-magnificus, prof. dr. A. H. M. J. van Rooy, bekleedden prof. dr. A. A. Verdenius, prof. dr. N. A. Donkersloot en prof. dr. J. H. Scholte, als promotoren, de promovendi inde oude eerbiedwaardige formule met hun nieuwe waardigheid. Alleen Totius kon niet aanwezig zijn. Hij Was, na zijn bezoek aan ons land, reeds weer naar Zuid-Afrika teruggekeerd. Dien avond vond in Krasnapolsky de eindwedstrijd in declamatie van verzen van Vondel door de schooljeugd plaats. Het was ook de jeugd die Dinsdagavond een fakkeloptocht langs Vondel’s standbeeld in het Vondelpark formeerde, een optocht Waaraan vereenigingen van allerlei kleur deelnamen, en die gevolgd werd door eene samenkomst inde groote zaal van het Concertgebouw, waar A. van Duin - kerken en dr. Hk. Brugmans als sprekers optraden. Op Woensdag 17 November, den geboortedag van Vondel, had de onthulling plaats vaneen gedenksteen inden achtergevel van de Beurs der Vereeniging voor den Effectenhandel, ter plaatse waar inde Warmoesstraat Vondel’s woonhuis heelt gestaan. Prof. dr. B. Molkenboer sprak daarbij een korte rede uit. De plechtigheid, die werd bijgewoond door den burgemeester, alle wethouders en vele raadsleden, benevens den commissaris der Koningin inde provincie Noord-Holland, en de fectorcs magnifici van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit, Werd opgeluisterd door den zang van „een koor van soete kelen”. De gedenksteen Vermeldt: „Hier stond Vondel’s woonhuis, waar hij zijn Gysbreght van Aemstel schreef in het jaar 1637”. Er boven is eendoor Mej. G. Rueter geboetseerd beeld Van Vondel geplaatst, dat onthuld werd door de dochter van wethouder Boekman. Terwijl Hemony’s klokken van het Paleis-carillon speelden, trokken degenen, die V;i n de onthullingsplechtigheid getuigen waren geweest, daarna over den Dam Haar de Nieuwe Kerk, waar eene herdenkingsplechtigheid plaats vond. Nadat de °rganist, de heer Loohuijs, de plechtigheid had ingeleid met orgelmuziek van 149