Tekstweergave van GA-1937_MB024_11144

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMÜM November 1937 MEDEDEELINGEN YAN HET BESTUUR. Bezoek aan de Oude Kerk. Het is het bestuur aangenaam den leden te kunnen uitnoodigen tot deelneming aan het najaars-bezoek. Dit zal worden gebracht op Woensdag 10 November a.s., des namiddags te half twee, aan de Oude Kerk. Aanmelding tot Maandag 8 November a.s. bij ons bestuurslid, den heer D. Kouwenaar, Johannes Verhulststraat 44, bovenhuis. leder lid heeft recht op drie kaarten. Nieuwe leden voor 1988. Wij zijn altijd een genootschap van vele leden geweest, al ontstond Amstelodamum, vóór 37 jaar, natuurlijk, als alle dingen, uiteen klein begin. De verklaring van eerst - genoemd feit moet vooral gezocht worden inde groote en blijvende liefde, welke deze Stad der Steden wekt bij ieder die haar leert kennen; haar kennen is haar bewonderen en uit die bewondering ontstaat vaak belangstelling in haar geschiedenis, rijk als de historie van geen andere stad van ons vaderland. Ons bestuur tracht die belangstelling aan te moedigen en te stimuleeren inde eerste plaats door de genootschappelijke uitgaven, waartoe belmoren het in populairen stijl gehouden Maandblad en het Jaarboek van meer wetenschappelijken aard. Daarnaast deden wij nog andere belangrijke uitgaven het licht zien. Men vindt de volledige lijst ervan op het omslag van het Maandblad. De mooiste hiervan zijn zeker wel: de wederuitgaaf van Philips Grachtenboek van 1771, die dr. H. P. Berlage indertijd tot een sonnet inspireerde en die nog altijd intrek blijft, en de twee oude kaarten die wij deden reproduceeren en die waarlijk een sieraad aan den wand vormen: Amsterdam in het einde der 16e eeuw door Pieter Bast, in heliogravure en de Cornelis Anthonisz van 1536, in kleurfotolitho. Ook de uitgaven van anderen steunt ons genootschap, als hiermede ons doel: de bevordering van de kennis van het verleden en het heden van Amsterdam, gediend wordt. Het tweede middel daartoe vormen onze excursies naar belangwekkende gebouwen en instellingen, in het voor- en in het najaar, waarbij wij steeds zooveel mogehjk trachten eene afwisseling van oud en nieuw te brengen. Met veel animo neemt steeds een groot aantal leden hieraan deel. Juist in dit nummer wordt weer een bezoek aangekondigd, en wel aan de Oude Kerk, die in deze dagen om verschillende redenen weer bijzonder de aandacht trekt. Als derde middel noemen onze Statuten het houden van tentoonstellingen. In dit verband mogen wij herinneren aan de schitterend-geslaagde tentoonstelling van 1925, ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan der stad. Wij werken ook samen met andere, verwante, vereenigingen, zooals het Kon. Oudheidkundig Genootschap en Hendrick de Keyser, als de historische schoonheid van onze stad gevaar loopt, en wij trachten, door middel van onze Jeugdcommissie, het jonge geslacht op te voeden in eerbied voor die schoonheid. Om al dat werk met succes, dus krachtig, te kunnen doen, hebben wij nog meer steun noodig. Nog altijd staan er velen buiten ons genootschap, die door hun genegenheid, hun belangstelling voor de stad en haar geschiedenis, binnen onzen kring behooren. Het bestuur speurt ijverig naar dezulken en roept hierbij wederom de hulp der leden in, om de namen op te geven van degenen, die voor eene benoeming in aanmerking komen. Nieuwe leden. Op uitnoodiging van het bestuur hebben een benoeming aanvaard en zijn met ingang van 1 Januari 1937 als gewone leden tot het Genootschap toegetreden: Mej. H. C. L. Veder en de heeren mr. H. Boasson, prof. dr. S.L.Brug, M. G.Emeis Jr., P. Leeuwenburgh, J. C. Posch. 144