Tekstweergave van GA-1937_MB024_11141
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
November
1937
AMSTELODAMUM
Amsterdam
en
zijne
voornaamste
mo
-
numenten.
Dit
bezorgde
ons
verschil
-
lende
aanmeldingen
en
vragen
om
in
-
lichting.
In
antwoord
daarop
moge
nog
eens
worden
meegedeeld,
dat
een
volledig
abonnement
op
de
uitgaven
der
commis
-
sie,
die
ook
dit
jaar
weer
verschijnen,
(handleidingen,
plaatjes
en
kaartjes)
com
-
pleet
50
cents
kost
en
elk
stel
illustratie
-
materiaal
(kaartjes
en
plaatjes)
5
cents.
Betaling
geschiedt
op
Gemeentegiro
-
rekening
C
1806,
ten
name
Commissie
Jeugdwerk
Amstelodamum,
Stadionkade
13511,
Amsterdam
(Zuid).
Er
wordt
gebroken
in
het
Paleis
op
den
Dam.
Wij
lezen
inde
Nieuwe
liotterdamsche
Courant
(Amsterdamsche
Week
van
Zaterdag
25
September
11.):
Wie
dezer
dagen
door
de
Paleisstraat
komt,
en
dat
zijn
er
duizenden
per
dag,
ziet
karrevrachten
puin
uit
het
Paleis
komen.
Daarbinnen
wordt
blijkbaar
op
groote
schaal
gehakt
en
gebroken.
De
kalkpoeder
wolkt
uit
de
geopende
raam
-
gaten
naar
buiten.
Over
hetgeen
er
inwendig
in
het
(in
dubbel
opzicht)
Koninklijke
gebouw
gebeurt,
weigert
men
inlichtingen.
Men
wenscht
geen
publieke
inmenging
ineen
zaak,
waarvoor
alleen
de
Rijks-commissie
voor
de
uit
-
(nu
ook
de
in-)
wendige
restauratie
van
het
Paleis
de
verantwoordelijkheid
draagt.
Eerst
als
het
klaar
is,
zullen
wij
het
vernemen.
Slechts
kan
in
het
algemeen
Worden
meegedeeld,
dat
de
commissie
tastbare
resultaten
van
haar
arbeid
wil
overleggen,
als
in
September
van
het
yolgend
jaar
het
40-jarig
regeerings
-
jubileum
van
de
Koningin
wordt
ge
-
vierd.
Men
is
nu
bezig
met
het
gedeelte
ervan,
dat
verband
houdt
met
het
herstel
van
den
voorgevel.
Het
midden
-
gedeelte
daarvan,
met
inbegrip
van
het
driehoekig
fronton
met
het
beeldhouw
-
werk
daarin
en
de
beelden
erop,
is
°p
het
oogenblik
onzichtbaar
voor
het
Publieke
oog,
besloten
als
het
is
ineen
planken
kist.
Later
las
men
in
dezelfde
courant,
dat
er
a
an
den
kant
van
de
Paleisstraat,
be
-
neden
het
straatoppervlak,
een
kelder
-
opening
in
het
Koninklijk
Paleis
was
gemaakt,
om
te
dienen
als
stortgat
voor
decentrale
verwarming,
die
aangelegd
wordt
om
het
gebouw
beter
bewoonbaar
te
maken.
Bovendien
was
eender
13,659
palen
;l
)
waarop
het
voormalig
stadhuis
van
Amsterdamrust,
niet
zonder
moeite
uitgetrokken,
met
het
doel
den
toestand
van
de
fundeering
na
te
gaan.
Uc
paal
zou
onderzocht
worden
ineen
der
labo
-
ratoria
van
de
Technische
Hoógeschool
te
Delft.
Naar
aanleiding
daarvan
schreef
ir.
J.
de
Bie
Leuveling
Tjeenk,
secretaris
van
de
rijkscommissie
voor
de
restauratie
van
het
Koninklijk
paleis
aan
hetzelfde
blad:
Naar
aanleiding
van
uw
bericht
over
de
fundeering
van
het
Koninklijk
paleis
alhier,
deel
ik
u
mede,
dat
het
onderzoek
naar
de
paalfundeering
niet
heeft
plaats
gehad,
omdat
de
rijkscommissie
voor
de
restauratie
aan
de
hechtheid
ervan
twij
-
felde.
De
staat,
waarin
de
muren
zich
bevinden,
is
zoodanig,
dat
geen
vrees
behoefde
te
bestaan.
Nu
zich
echter
in
verband
met
het
maken
vaneen
kelder
voor
de
centrale-verwar
-
mingsinstallatie,
de
gelegenheid
voordeed
een
nauwkeurig
onderzoek
naar
de
paal
-
fundeering
in
te
stellen,
werd
dit
uiter
-
aard
niet
nagelaten.
Zij
bleek
zich
in
voortreffelijke!!
staat
te
bevinden.
De
constructie
is
eenigszins
anders
dan
die,
welke
tegenwoordig
voor
een
houten
paalfundeering
gebruikelijk
is,
omdat
geen
kespen
werden
toegepast.
De
palen
zijn
ongeveer
12.50
m.
lang
en
staan
zeer
dicht
op
elkander,
zoodat
op
de
koppen
direct
een
vloer
van
6,5
c.m.
dikte
kon
worden
gelegd.
Merkwaardig
is,
dat
de
palen
vaneen
punt
werden
voorzien;
de
punten
van
de
twee
getrokken
palen
zijn
zoo
kantig,
als
waren
zij
kortgeleden
be
-
werkt.
De
palen
vinden
dus
geen
steun
op
de
punt
in
het
zand,
maar
zg.
op
den
kleef,
d.i.
de
aanhechting
van
het
hout
aan
de
klei.
Om
bij
het
trekken
van
de
beide
palen
de
aanhechtingskracht
te
kunnen
verbreken,
was
de
hulp
vaneen
waterstraal
diep
inden
grond
noodig.
Men
moet
bewondering
hebben
voor
de
uitvoering
van
dit
heiwerk
met
lange,
zware
palen,
die
met
handkracht
ge
-
schieden
moest.
l
)
Later
bleken
het
er
twee
te
zijn,
Red.
141