Tekstweergave van GA-1937_MB024_11140
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
November
1937
rekstokken,
een
rutschbaan
enz.
Maar
vooral
denken
wij
aan
het
schaduwrijke
uitzicht
op
het
met
schepen
en
bootjes
bevolkte
IJ.
En
Donderdags-
en
Zondags
-
avonds
kon
men,
zittend
onder
de
groene
boomen,
bij
het
licht
der
olie
-
lampen,
genieten
van
de
muziek
van
de
kapel
van
het
Zevende,
onder
leiding
toen
nog
van
Sonneman.
Het
edele
handboogschieten
werd
er
beoefend
door
Claudius
Civilis
en
Willem
Teil,
die
daartoe
wekelijks
bijeenkwamen.
Boven
-
dien
richtte
de
pachter,
de
heer
Mol
Piet
Mol,
zooals
hij
algemeen
voluit
genoemd
werd
er
een
baan
in
voor
het
schieten
met
de
kamerbuks,
en
de
breede,
luchtige,
24
Meter
lange
kegel
-
baan
was
geen
dag
onbezet.
Het
Tolhuis
nam
bij
de
bevolking
van
Amsterdam
de
plaats
in,
die
de
Roomtuintjes,
Frankendael
en
Rosenburgh
eertijds
hadden
ingenomen.
Nog
in
1908
bloeide
het,
althans
te
oordeelen
naar
een
beschrijving
omtrent
het
30-jarig
jubileum
van
den
gemoderni
-
seerden
tuin.
In
Eigen
Haard
alweer
werd
de
tuin
niet
alleen
bij
de
Amster
-
dammers,
maar
ook
bij
de
provincialen
en
zelfs
bij
vreemdelingen
bekend
ge
-
noemd.
Wat
al
vergaderingen,
zendings
-
feesten,
buitenpartijtjes
en
picknicks,
familiefeesten
en
meetings
zijn
er
ge
-
houden
onder
het
lommer
van
den
ouden
tuin
inde
Volewijkslanden.
Limburgia,
Justus
van
Maurik
en
Am
-
stel’s
Bal-Sociëteit
gaven
er
hunne
feest
-
avonden,
waarop
tevens
aan
Terpsichore
geofferd
werd.
Men
vond
er
den
meest
-
gewilden
dansvloer
voor
een
bal-cham
-
pêtre,
ineen
echt-zomersche
omgeving,
met
verlichting
a
giorno,
door
middel
van
vetpotjes,
of,
ultra
modern,
electrisch
Ook
toen
nog
waren
sportclubs,
zang
-
verenigingen
en
harmoniegezelschappen
er
thuis,
evengoed
als
de
lieden
der
politieke
actie.
Na
den
dood
van
den
heer
Mol,
in
1894,
heeft
eerst
de
weduwe
de
zaak
voortgezet,
daarna
de
heer
W.
Kropholder,
die
gehuwd
was
met
de
oudste
dochter
van
het
echtpaar
Mol.
Maar
van
lieverlede
kwam
de
neergang.
De
kettingboot,
later
het
vrijvarende
veer,
werd
wel
voortdurend
drukker,
maar
niet
met
klanten
voor
het
Tolhuis.
ZuiDERZEEPLANNEN
IN
DE
80ER
JAREN.
Op
mijn
vraag,
in
het
Maandblad
van
October
gedaan,
aangaande
Zuider
-
zeeplannen,
mocht
ik
van
den
heer
A.
M.
van
de
Waal
te
Amsterdam
een
schrijven
ontvangen,
(waarvoor
ik
hem
zeer
erkentelijk
ben),
inhoudende,
dat
er
in
1883
eene
brochure
verschenen
is
van
J.
Wenmaekers
„Nationale
tentoon
-
stelling
der
Nederlandsche
goudmijn
of
de
nieuwe
Provincie
Zuiderzee'
I'’
1
'’
(II
blz.
met
een
kaartje).
Wellicht
interesseert
dit,
behalve
mij,
ook
anderen.
H.
A.
Kluytenaar.
Niet
J.
L.
maar
J.
C.
Tadema.
Schrijvend
over
de
„Haarlemsche
Jeugd
-
herinneringen”
van
J.
L.
Tadema
op
blz.
125,
merkten
wij
op,
dat
wij
hem
ook
ontmoet
hebben
als
algemeen
voor
-
zitter
van
Toonkunst.
Men
maakt
er
ons
opmerkzaam
op,
dat
dit
zijn
oudere
broer
was,
de
heer
J.
C.
Tadema,
even
-
eens
te
Haarlem
wonende.
Wij
herstellen
hierbij
deze
fout.
Op
ontdekkingsreis
door
de
hoofd
-
stad.
Onder
dezen
titel
heeft
het
Handelsblad,
in
zijn
nummer
van
Zater
-
dag
2
October
11.,
een
uitmuntend
artikel
geplaatst,
waarin
betoogd
wordt,
dat
er
over
het
algemeen
een
groot
manco
aan
kennis
nopens
Amsterdam
en
in
het
bijzonder
de
oude
binnenstad
bestaat,
vooral
bij
de
jeugd.
Herinnerd
wordt
aan
het
ontstellend
resultaat
van
het
onder
-
zoek,
dat
dr.
J.
Presser
dienaangaande
in
1931
instelde,
onder
zijne
leerlingen
aan
het
Vossius-gymnasium;
aan
hetgeen
dr.
Presser
zelf
daartegen
doet
en
aan
het
werk
van
onze
commissie
voor
het
jeugd
-
werk.
Zeer
waardeerend
laat
de
schrijver
zich
hierover
uit.
Hij
getuigt,
met
reden,
dat
zij
de
laatste
jaren
alleszins
voor
-
treffelijk
werk
verricht,
hetwelk
in
onze
stad
zeker
alle
aandacht
verdient
en
dat
niet
zal
nalaten
een
invloed
ten
goede
te
oefenen
op
de
kennis
der
jeugd
omtrent
Amsterdam
en
zijn
historie,
straten
en
gebouwen.
Hij
deelt
ook
mede,
dat
de
commissie
jaarlijks
een
„abonnement”
van
zes
afleveringen
in
het
licht
geeft,
waarin
de
leden
der
commissie
korte
opstellen
wijden
aan
de
geschiedenis
van
140