Tekstweergave van GA-1937_MB024_11135
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
November
1937
AMSTELODAMUM
Wanneer
Amsterdam
nu
de
350ste
herdenking
van
Vondels
geboorte
gaat
vieren,
dan
komen
ons
de
woorden
van
wijlen
Prof.
G.
Kaiff
voor
den
geest.
„Beter
dan
de
meeste
andere
groote
Nederlanders
dier
dagen
vertegenwoordigt
Vondel
zijn
eeuw.
In
zijn
leven
en
in
zijn
verzen
weerspiegelen
zich
de
geschiedenis
der
wereld,
van
Nederland,
van
Amsterdam,
de
godsdienstige
stroomingen
onder
zijn
volk,
de
kunst
en
de
natuur,
zooals
men
die
toen
beschouwde....
Op
zijn
naam
ligt
geen
vlek;
reinheid,
adel,
eenvoud,
kracht
en
schoonheid
kenmerken
zoowel
zijn
leven
als
zijn
poëzie”.
Daarom
is
Vondel
waard,
dat
heel
Nederland
zijn
nage
-
dachtenis
huldigt,
maar
bovenal
zijn
stad,
de
stad,
die
hem
inspireerde
tot
zooveel
groots:
Amsterdam.
„
Aerdenhout,
Oct.
>B7.
J.
F.
M.
Sterck.
DE
BERG.
Op
den
Singel,
nr.
496,
tusschen
Koningsplein
en
Sint-Jorisstraat,
staat
een
achttiende-eeuwsch
huis
van
zonderlingen
bouwtrant;
hoog
en
smal
als
het
is,
bezit
het
twee
deuren,
een
ter
rechter-
en
een
ter
linkerzijde,
eveneens
twee
stoepen,
die,
naar
elkander
gericht,
elk
tot
eender
beide
deuren
leiden.
Tusschen
de
beide
stoepen
is
de
toegang
tot
den
kelder
of
de
kelderwoning.
De
deur
links
voert
tot
het
zich
boven
den
kelder
bevindende
benedenhuis,
die
ter
rechterzijde
tot
de
drie
boven
-
woningen.
Een
dergelijke
bizarre
gevelindeeling
wordt
ook
nog
wel
op
andere
plaatsen
inde
oude
stad
aangetroffen,
bijv.
Reguliersgracht
34
1
),
Achtergracht
13,
Nieuwe
Heerengracht
177,
dan
de
stoepen
reeds
voorwaarts
naar
de
straat
gekeerd
Oudeschans
52,
Oude
Waal
15
en
overmaat
van
smakeloosheid
met
diverse
stoepen
Spuistraat
233,
Singel
463.
.
Men
behoeft
geen
bouwkundige
te
wezen
om
de
historische
verklaring
dezer
bouw
-
orde
te
vinden
in
het
streven
om
een
gevelindeeling
te
bewerkstelligen,
die
een
samenvatting
is
van
de
gevels
van
twee
aan
elkaar
belendende
gelijkvormig,
doch
tegenovergesteld
gebouwde
perceelen:
tot
het
rechter
met
de
deur
rechts
en
het
linker
met
de
deur
links
leiden
stoepen,
die
als
’t
ware
benedenwaarts
naar
elkaar
toeloopen.
Een
voorbeeld
bieden
de
pendanten
Prinsengracht
959
+
961
(bij
de
Vijzelstraat),
waarvan
de
verwantschap
in
bouwstijl
met
het
huis
op
den
Singel
temeer
in
het
oog
springt,
doordat
zij
bovendien
een
gemeenschappelijke
toegangs
-
deur
in
het
midden
der
vereenigde
gevelvelden
bezitten.
Van
dergelijke
gepaarde
huizen
is
er,
doch
geheel
zelfstandig
en
niet
onderling
verbonden,
nog
een
aantal
op
de
grachten
te
vinden,
om
ons
tot
de
naaste
omgeving
te
bepalen,
bijv.
Heeren
-
gracht
510
+
508
2
)
en
zuiverder
behouden
427
-j-
429,
Keizersgracht
608
+
606
3
),
Prinsengracht
1005
+
1007.
Maar
niet
wegens
zijn
verworden
bouwstijl
vraagt
het
huis
Singel
496
onze
aandacht,
evenmin
wegens
de
reden,
waarom
het
voor
een
vermelding
inde
T
ootloopige
Lijst
der
Rijksmonumentencommissie
V,
2
(1928)
is
in
aanmerking
gekomen,
nr.
3226:
„ingezwenkte
halsgevel
(2e
kwartaal
der
18e
eeuw)”.
Wien
het
folkloristische
of
het
cultuurhistorische
element
inden
aanleg
vaneen
gevel
boeit,
ziet
de
waarde
van
dezen
gevel
inde
inden
geveltop
voorkomende
figuur,
die
zoowel
aan
de
Mo
-
numentencommissie,
die
haar
beschrijving
tot
den
vorm
van
den
gevelhals
beperkte,
als
te
voren
aan
Van
Arkel
en
Weissman,
Noord-Holl.
Oudh.
VI
(1903),
die
van
dit
huis
in
het
geheel
geen
gewag
hebben
gemaakt,
is
ontgaan.
Zeker,
beschouwt
men,
natuurlijk
aan
de
overzij
van
den
Singel
staande,
den
top
van
den
gevel,
dan
Vermeent
men
daarin
de
gebruikelijke
geschematiseerde
bloemfiguur
of
noe
zinrijk
overigens
voor
een
huis,
gelegen
aan
de
bloemenmarkt,
in
welks
kelder
zelf
een
bloemenaffaire
wordt
gedreven
eendoor
een
plateau
gedragen
bloemen
-
l)
Dit
huis
(±
1725)
is
afgebeeld
bij
Slothouwer,
Amsterdamsche
Huizen
1600
—1800,
1928
Pl.
LIY.
a
)
Afgebeeld
bij
Slothouwer,
pl.
XXX
(±
1660).
3
)
Afgebeeld
bij
Slothouwer
pl.
XLIX
(±
1720).
135