Tekstweergave van GA-1937_MB024_11077

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mei 1937 AMSTELODAMUM verschillende boedels zijn toen echter voor een deel onontwarbaar door elkaar geraakt. Men besloot daarom deze ter thesaurie op rente te deponeeren, ten einde uit de opbrengst de kinderen voor hetgeen vermist mocht zijn, schadeloos te stellen en andere uitgaven te be - strijden buiten last en kosten van de stad. Deze belegging geschiedde onder den naam van „Adam de Wees”. Later splitste men dit fonds in twee deelen, omdat de Weeskamer nog andere gelden onder zich kreeg, n.l. onbeheerde nala - tenschappen, overzendingen van de wees - kamers op Java en elders. Het oudste fonds was dus een soort potje van de Weeskamer, waarop geen particulieren i'echt hadden, dat als het eigen goed van de Weeskamer kon worden beschouwd en dus van de stad, die de Weeskamer had ingesteld en voor haar schulden aansprakelijk was. Uit dit fonds werd dan ook aangezuiverd aan wat de Wees - kamer in andere opzichten te kort kwam. Ook de stad werd vaak uit de fondsen van deze administratie geholpen en betaalde daarvan rente; vandaar dat onder de fondsen van de Weeskamer ook schuldbrieven van de thesaurie voorkwamen, ten bedrage van eenige tonnen. In het nieuwe, in 1655 betrokken Raadhuis (nu Paleis) was de W’eeskamer gevestigd inde hoekkamer ter eerste verdieping tegenover de Nieuwe Kerk. Ondanks haar betere behuizing had de Weeskamer toen haar hoogtepunt reeds overschreden. Meer en weer werd het n.l. gebruik, dat de erflaters haar in hun testament uitsloten, zoozeer zelfs dat dit een geijkte formule is geworden in elk testament. Het gevolg was, dat de Weeskamer langzamerhand bijna uit - sluitend kleine, onbelangrijke boedels ter behandeling kreeg. Ten onrechte heeft men dit verschijnsel toegeschreven aan gevallen van fraude ter Weeskamer gepleegd, maarde stadskas bleef voor tekorten aansprakelijk en ten tweede ls de eerste belangrijke verduistering van Weeskamergelden pas in 1732 voor - gekomen, toen een penningmeester met den sprekenden naam Vander Gryp, die in 1727 was aangesteld, naar het buitenland vluchtte en een tekort in kas achterliet van ruim / 179.000. —. De impopulariteit moet hoogstwaar - schijnlijk gezocht worden inde wijze van belegging, waarbij weesmeesters als eersten eisch stelden de hoogste veiligheid van het behoud van het goed, desnoods ten koste van rente verkregen. De bode van de Weeskamer moest de goederen van de minderjarigen publiek verkoopen. Door de enorme voordeelen aan den afslag verbonden, had het ambt van bode ter Weeskamer een bijzondere aantrekkelijkheid voor de zonen van patricische families. Zoo liet zich Jacob Boreel Jr. in 1727 een benoeming wel - gevallen, maar zij die aldus bevoordeeld werden, lieten het baantje natuurlijk dooreen ander waarnemen. De revolutie van 1795 heeft weinig in het karakter van de Weeskamer veranderd. Zij bleef op vrijwel dezelfde wijze functioneercn totdat zij dooreen besluit van den maire van Amsterdam van 9 Mei 1811 werd opgeheven en vervangen dooreen stedelijke commissie van liquidatie der Weeskamerzaken. De invoering der wet van 5 Maart 1852, houdende oprichting der algemeene com - missie van liquidatie voor de zaken van de voormalige weeskamers, gevestigd te ’s-Gravenhage, heeft tot gevolg gehad dat alle bescheiden en gelden der Wees - kamer daarheen zijn overgebraeht. Na de vereffening der boedels van Staatswege bleef er voor Amsterdam nog een saldo van ruim twee millioen over, dat de inzet is geworden van den bekenden rechtsstrijd over den eigendom er van tusschen Stad en Staat, welke in 1879 werd beëindigd dooreen dading, waarbij de Staat van het saldo der Wees - kamer afzag en Amsterdam de door haar vroeger, onder bepaalde voorwaar - den, toegezegde subsidie voor het Noord - zeekanaal betaalde. Het archief der Weeskamer is daarop in 1880 naar de hoofdstad terugge - zonden en in het Gemeente-archief op - genomen, waarvan het tegenwoordig een der oudste en belangrijkste bestand - deelen uitmaakt. De Amsterdamsche bruggen. In het avondblad van De Tijd van 8 Januari 77