Tekstweergave van GA-1937_MB024_11067

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mei 1937 AMSTELODAMUM steen is inderdaad geplaatst, gelijk bijgaande afbeelding, naar de aquarel van [ r - F. Lamberts aanwezig in het Vondelmuseum, aantoont. Op den steen staat bovenaan: „Overleden M D CL XXIX”. In het midden werd in groote gouden •etters „Vondel” gebeiteld. En op het voetstuk werd gezet: „Door ’t kunstgenoot - schap onder de zinspreuk Diligentiae omnia. M D CC LXXII.” Zonder een nauwkeurige genealogie der leden van Diligentiae omnia te geven, hier toch medegedeeld worden, dat Johannes Lublink de Jonge koopman in binnenlandsche gesponnen tabak was en op den Buitenkant bij de Bantammcr - straat woonde. Over Cornelis Jacob van der Lijn en Jan Jacob Hartsinck licht 'h. Joh. E. Elias ons voldoende in. Hcnri Jean Roulland was een koopman op de Raamgracht, Cornelis Ploos van Amstel Jbs Cornelisz. een makelaar op den Binnen - kant bij de Bantammerstraat en Lucas Pater ook. Deze woonde op den Amstel bij de Bakkerstraat. Jacob Ploos van Amstel en Herm. Ger. Oosterdijk waren geneesheeren. De eerste woonde op de Keizersgracht bij de Utrechtschestraat, ( le laatste op de Prinsengracht bij de Bloemgracht. Harmanus Asschenberg was een lakenkooper op den Nieuwendijk. Aarnoud de Lange en Laurens van Santen y aren practiseerende boekhouders; de eerste woonde inde Kerkstraat en was ook Makelaar. Abraham Grill was kapitein der schutterij en woonde op de Keizers - gracht in het Huis met de Hoofden. Van Mr. Jan Helvetius, den advocaat op dc Rrouwersgracht en secretaris van den Krijgsraad noteert Jacob Bicker Raye ten dotte 16 April 1772 bij zijn dood: „hij was een groot filosoof en kreunde sig nei-gens aan.” Lkonie van Nierop. I)E JONGSTE AANWINST VAN HET AMSTERDAMSE!! HISTORISCH MUSEUM. , e lieer J. van Eek, die voor korten tijd het Historisch Museum inde Sint Antho - les waag bedacht heeft met Jan ten Compe’s gezicht op de Munt, afkomstig uit iet eens beroemde kabinet Braamcamp, heeft bij gelegenheid van de herdenking Van zijn 40-jarig makelaarschap hier ter stede, opnieuw van zijn groote belang - stelling in het Museum blijk gegeven door wederom een geschenk aan te bieden, ut maal is de keuze van den heer van Eek op een stadsbeeld uit de 17de eeuw ‘ ge\ allen, als zoodanig alleen reeds welkom omdat het museum, afgezien van < ' etl aantal voorstellingen van den Dam, aan zulke vóór 1700 ontstane gezichten 'liet rijk is. Bovendien mogen we in het stuk, dat reeds dadelijk boeit door de prachtig opgebouwde zware wolkenlucht boven de stemmige kleuren van laat- Z() mersche boomkruinen en bruine en grijze zeilen, het oudste geschilderde gezicht iau onze Prinsengracht herkennen. De schilder laat ons deze zien naar de drie - -I()gige Reesluis, waaronderdoor en waarboven men een kijk heeft tot de destijds pas gegraven Leidschegracht toe, tot een molen (eerder die op het bolwerk „Sloten”, ( au de „Tor”, die binnen de wal stond, totdat de stad hier werd uitgelegd) en <>( 'b tot het dak van het eveneens zoojuist verrezen Aalmoezeniersweeshuis (ter Plaatse van het tegenwoordige Gerechtshof). ledere twijfel aan deze localiseering S( 'ijnt uitgesloten, aangezien men ter linkerzijde aan de Reesluis een houten huisje jipmerkt, dat het duidelijk teeken: een rood hert ineen rond, wit veld, draagt, , c 'l uit andere afbeeldingen bekende embleem van de brouwerij „Het Roode Hert”, I' e z ich aan gene zijde van de brug bevond. e delicate teekening van de schuiten en van het loof, de sobere locale kleuren de intieme, niet heel groot-steedsche spheer van het schilderij brengen den naam au Reinier Nooms, gezegd Zeeman, op de lippen, die meer bevrediging schenkt die van Abraham Storck, aan wien het schilderij bij aankoop was toegeschreven. e s poren vaneen handteekening; ~R. Zeeman” kwamen, dit vermoeden bevesti- ? en d, buitendien (op het beschot van het huisje aan de overzijde) voor den dag. ( | uugezien het Weeshuis in 1664 is opgetrokken en Zeeman slechts weinige jaren 'Uirna is overleden, kan daarenboven met een zekere mate van waarschijnlijkheid 67