Tekstweergave van GA-1937_MB024_11059

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Apr. 1937 AMSTELOD AM U M Dam, aan de Damzijde, rijst, tusschen de zeegedrochten, aan weerszijden, een rap paard met één spriet midden op het voorhoofd, uit de golven op. Ook eender windmolens rondom Amsterdam droeg den naam ~de Eenhoorn” een afbeelding biedt een artikel van Mr. A. Loosjes inde Bouwwereld XIX, 1920 p. 204, volgens het onderschrift ziet men op den voorgrond den romp van de molen ’t Luipaard, links den Otter, rechts den Eenhoorn. Dit onderschrift is niet geheel in overeenstemming met de afbeelding zelve, waarop het opschrift ~’t Luipaard” op den meest rechtschen molen te onderscheiden is, aan welks linkerkant in het verschiet twee andere molens zichtbaar zijn. Welke was nu de Eenhoorn ? Nadat de heer Ir. A. ten Bruggencate, archivaris der Ver. ~de Hollandsche Molen” mij vriendelijk over de ligging Kost - verlorenvaart, stadzijde der genoemde drie, in 1920 nog in wezen zijnde, molens inlichtingen had verschaft, gelijk ik naderhand ook las in het ai t. ~de Molens van Amsterdam” van G. J. Honig, Jaarboek, 27, 1930, p. 101, bleek mij het volgende: alleen de Otter staat er nog, en wel op de werf van den houthandel van de fa. Gt. van der Bijl; den achterkant ziet men vanaf de brug, die van de 2e Hugo de Groot - straat naar de Markthallen leidt, den voorkant, wanneer men inde Gilles van Ledenberghstraat (de vroegere 2e Llugo de Grootdwarsstraat) de genoemde wert be - treedt. Rechts daarvan, verderop eender employés der firma legde mij vriéndelijk de situatie uit stond ’t Luipaard, waar thans een huizenblok inde G. van Leden - berghstr. verrezen is, en nog verder naar rechts de Eenhoorn, die dus niet meer op de afbeelding voorkomt en die eveneens (in 1929) voor modernen woningbouw moest wijken. Maarde Zaagmolenstraat, waarop de G. van Ledenberghstr. uitloopt en welker naam reeds bij raadsbesluit van 15 Febr. 1911 x ) is vastgesteld, bewaart er een zwakke herinnering aan. 2 ) Verder heeft men in onze stad de vier ver - eenigde Eenhoornapotheken, maar deze naam is geen rechtstreeksche Amsterdamsche traditie, hij is uit Duitschland overgeplant, waar men apotheken met diernamen pleegt aan te duiden (Adler-, Löwe-Apothek, etc.), in welk kader ook de Einhorn - apotheken passen, mede doeltreffend tot uitdrukking brengend de geneeskracht, die het bijgeloof aan den horen van dit denkbeeldige wezen of aan de bestanddeelen daarvan toedichtte. Gelijk ik inden aanvang liet dóórschemeren, is met de afbraak van het huis inde Kalverstraat in onze stad gelukkig niet het ge - nuine huisembleem met den een - hoorn uitgestorven. Vooreerst kan ik inde oude stad er nog een aan - wijzen, dat den tand des tijds heeft weerstaan en waaraan de hand des sloopers nog niet heeft ge - schud: inde Tweede Egelan - tiersdwarsstraat nr. 6. 3 ) Onder Coorengels bereik zal het huisje niet gevallen zijn, van Arkel en Weissman, 1 ) A. Marg. van Gelder, Amst. straatnamen, 1913 pag. 161. 2 ) Noot bij de correctie Op de op 16 Maart geopende tentoonstelling „Amsterdam sinds 1880”, treft men, naast eenige andere afbeeldingen (nrs. 143, 171) van den molen de Eenhoorn, een gekleurde teekening van A. Martin (nr. 176) aan: „gezicht op den Achterweg met den molen en het café de Eenhoorn”. Ook de gevelsteen met den eenhoorn inden gevel van het café is np de teekening weergegeven. ) Dus vlak bij het huisje met den Bijenkorf (2e Egelantiersdwarsstraat 22), dat ik in dit Maandbl. XXII, Febr. 1935 p. 13 behandelde en afbeeldde. Het was echter niet het eenige origineele huis in onze stad met een bijenkorf, in het nr. van Dec. 1935 p. 137 kon ik nog wijzen op Zeedijk 128, er > thans weer op Prinsenstraat 11, (v. A. en W. VI, p. 74), dat dooreen bijenkorf gekroond Wordt. 59