Tekstweergave van GA-1936_MB023_09125

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Nov. 1936 AMSTELODAMUM BEZOEK AAN HET GEOLOGISCH INSTITUUT. Blijkens de Mededeelingen van het Bestuur in dit nummer van ons maandblad zal onze naiaarsexcursie bestaan ineen bezoek aan het Geologisch Instituut, Nieuwe Prinsengracht 130, op Woensdag 11 November a.s., des namiddags van De directeur, prof. dr. H. A. Brouwer, heeft ons verplicht met de volgende inleiding tot het bezoek. Daar het gebouw, dat door het Genootschap bezichtigd zal worden, m de eerste plaats een onderwijsinstelling is, werd geen afgescheiden geheel speciaal gereserveerd voor museum. De tentoonstellingsruimten zijn over het gebouw verdeeld en de studeerenden zijn als het ware gedwongen zich dagelijks door de expositieruimten te bewegen. Ook wordt van tijd tot tijd het tentoongestelde gewijzigd wanneer b.v objecten van actueel belang voor expositie in aanmerking komen. De hal op den beganen grond is thans gereserveerd voor objecten op het gebied van algemeene geologie, economische geologie en paleontologie, terwijl aldaar tevens is ge - plaatst de verzameling siersteenen,. geschonken door wijlen onzen stadgenoot, den heer F. G. Waller. De tentoonstellingsruimte naast de hal is gereserveerd vooi de algemeene geologie, terwijl er tevens verschillende geologische rehets zijn oncter- zi j n inde hal paleontologische objecten geëxposeerd, terwijl inden westelijken vleugel van het gebouw eveneens paleontologische collecties en daarnaast de collectie Nederland te zien zijn. . , Op de 2e verdieping vinden we inde hal mineralogische en economisch-geologische objecten, waaronder een collectie gond- en zilverertsen, terwijl m de daaraan gren - zende ruimte de verzameling Nederlandsch-Indië is tentoongesteld. Inden westelijken vleugel van het gebouw is een ten deele regionaal gerangschikte verzameling van ertsen en mineralen ojigesteld. , Bij de verdeeling der ruimten zijn die, bestemd voor onderwijs, en die, bestemd voor onderzoek, zooveel mogelijk gescheiden gehouden. De eerste zijn grootendeels geconcentreerd in het middengedeelte, de laatste m de beide vleugels van net gebouw Tot de onderwijsruimten kunnen de volgende worden gerekend. Op den beganen grond:'de kleine collegezaal, de practici!mzaal voor petrologische oefeningen, tevens bestemd als werkruimte voor candidaten, en de practieumzaa. voor paleontologische oefeningen; , , , . op dele verdieping: de groote collegezaal, de colloquiumzaal, de teekenzaal, iet gesteenteanalytisch laboratorium en het laboratorium voor shbanalyse en onrtei - zoek der sedimenten; . , . , . . , nn i op de 2e verdieping: de practicumzaal voor mineralogische oefeningen en een zaai, invericht voor geodetische en geophysische oefeningen. . , Meer speciaal voor onderzoek zijn bestemd : een laboratorium voor het onderzoek van ertsen in opvallend licht, een laboratorium voor gesteenteonderzoek en een aantal kleine vertrekken voor hen, die hun proefschrift voorbereiden. De locali - teiten, bestemd voor de hooglceraren, die overeen werkkamer en een pmc - laboratorium beschikken, voor den privaat-docent m de mineralogie den conseryatoi, de assistenten en het overig personeel, nemen een eemgszms afzonderlijke positie m terwijl verder nog vermelding verdienen: de bibliotheek, de teekenkamer en de photographische afdeeling. . , In het sousterrain ten slotte zijn ruimten gereserveerd voor de regiona e vei - zamelingen, voor het slijpen en polijsten, voor uitpakken, sorteeren en voorloopige bewerking van gesteenten en voor eenvoudige hout- en metaalbewerking SooTls de belangstelling geweest, welke bij de inrichting der verzamelingen van het nieuwe Instituut van verschillende binnen- en buitenlandsche vakgenooten 125