Tekstweergave van GA-1936_MB023_09120
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Üct.
1936
Het
Amsterdam
van
1868
en
1876.
Bij
gelegenheid
van
de
herdenking
van
den
lOOsten
geboortedag
van
Jhr.
H.
C.
J.
M.
van
Nispen
tot
Sevenaer,
den
eersten
centraal-president
van
de
St.
Josephsgezellenvereeniging
in
Neder
-
land,
heeft
de
Centrafe
Raad
dier
ver
-
eeniging
een
boekwerkje
met
plaatjes
uitgegeven
over
zijn
persoon
en
zijn
werk.
De
schrijver
ervan,
de
heer
Fred.
Thomas,
redacteur
van
De
Tijd,
heeft
daarin
dezen
baanbreker
der
Katholieke
sociale
actie,
stichter
van
het
bekende
gebouw
op
de
Stadhouderskade,
geteekend
in
de
omlijsting
van
zijn
tijd.
Beginnend
met
Amsterdam
inden
aan
-
vang
van
het
jaar
1868,
schrijft
hij
over
de
voorname
grachten,
waar
de
koop
-
manschap
nog
huist
in
al
den
nog
on
-
geschonden
luister
der
oude
patriciërs
-
huizen,
die
hoog
en
strak
en
in
zichzelf
gekeerd
zich
rijen,
dof
glanzend
de
geoliede
gevels,
de
kuiven
en
krullen
fier
geheven.
Triest
de
volksbuurten:
smalle
straten,
stegen
en
sloppen,
wrakke
huizen
overbevolkt,
beneden
kelder
-
woningen,
vochtig
en
kil.
Het
was
nog
het
Amsterdam
met
de
gasverlichting
op
straat
en
den
moderateur
binnens
-
huis,
de
stad
van
hoefgetrappel
en
ratelende
wielen,
de
stad
met
’s
avonds
alleen
wat
rumoer
uit
de
half-geopende
deur
vaneen
tapperij
op
den
hoek;
de
stad
van
den
nachtwacht
met
zijn
kar
-
poets
en
schanslooper
en
op
de
torens
nog
de
eenzame
wachter,
die
uitblikt
over
de
donkere
slapende
stede.
Een
kleine
stad
nog,
dat
Amsterdam.
Buiten
de
singels
slechts
enkele
straten
en
huizen
en
verder
de
vrije
blik
over
paden
en
weiland
en
tuinderijen.
Het
IJ
nog
open,
de
gevels
van
het
havenfront,
spiegelend
in
het
wijde
water,
het
kee
-
rend
tij,
dat
onbelemmerd
spoelt
langs
den
loswal
en
meevoert
den
zilten
adem
-
tocht
van
de
zee.
Een
wondermooie,
voorname
stad,
ongeschonden,
zonder
al
te
felle
emoties
levend,
rustig
en
iet-
120
Het
St.
Josephsgezellen-huis
in
eersten
aanleg.