Tekstweergave van GA-1936_MB023_09106
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Sept.
1936
Colyns
door
burgemeesters
werd
gemach
-
tigd
öm
alle
oude
brieven
en
„bezegeld
-
heden”
in
kerken
en
godshuizen
te
doorzoeken
naar
de
namen
der
van
ouds
inde
regeering
geweest
zijnde
heeren.
Tevens
kreeg
de
genoemde
Jacob
Colyns
de
bevoegdheid
om
hunne
wapens
te
verzamelen,
maar
daarmede
mocht
hij
„zijn
eigen
voordeel
doen”.
Voor
de
eerste
werkzaamheid,
„ter
verbetering
van
de
Handvesten”
werden
hem
tegelijk
20
zilveren
ducatons
toegelegd.
Daar
-
mede
is
dus
de
man
gevonden.
Jacob
Colyns
bleek
toch
niet
geheel
onbekend
te
zijn.
Dr.
A.
Bredius
vermeldt
hem
als
een
„constschilder”,
geboren
in
1614
en
gestorven
in
1686,
wonende
inde
Keizersstraat.
De
inventaris
van
zijn
boedel
toont
aan,
dat
hij
niet
alleen
als
schilder,
maar
ook
als
een
genealoog
bekend
stond.
Dat
bewijst
ook
een
akte
van
1677
in
het
familie-archief
de
Graeff,
waarin
hij
als
„genealogista”
een
ver
-
klaring
aflegde
omtrent
de
(vermeende)
afstamming
van
dit
geslacht
(ten
ge
-
noegen
van
burgemeester
Andries
de
Graeff)
van
het
oude
adellijke
geslacht
Von
Graben
in
Tirol.
Dat
wapen,
evenals
o.a.
de
fraai
geteekende
wapens
van
de
geslachten
Bicker,
Ruysch
en
Sael,
komen
in
het
wapenboek
van
Jhr.
van
den
Brandeler
voor.
Blijkbaar
is
Colyns
er
nooit
in
geslaagd
een
uitgever
te
vinden,
zoodat
zijn
manuscript
een
uniek
document
is
gebleven.
Een
dorp
inde
stad.
„Als
gij
uit
de
woelige
Weesperstraat
op
de
Nieuwe
Heerengracht
komt,
en
dan
gaat
dwalen
door
de
gangen
van
het
Corvershof
even
zoovele
toonbeelden
van
Hol
-
landsche
kraakheldere
zindelijkheid
als
gij
u
even
neerzet
inde
regentenzaal
met
haar
kleurrijken
schoorsteen,
de
schilderijen
van
de
stichters
met
enkele
verwanten,
de
platen,
die
allerlei
episodes
uit
de
geschiedenis
van
het
hof
weer
-
geven
als
gij
even
toeft
op
de
dood
-
stille
binnenplaats,
waaromheen
de
wo
-
ningen
zijn
gegroepeerd,
en
als
ge
ten
slotte
door
den
fraaien
tuin
wandelt,
die
uitzicht
geeft
op
een
aantal
andere
diaconale
instellingen
—,
dan
kan
zich
een
wonderlijk
gevoel
van
u
meester
maken.
Ge
vergeet,
dat
ge
u
in
het
hart
van
de
stad
bevindt:
geen
gerucht
van
daarbuiten
dringt
tot
u
door;
even,
als
ook
het
ruischen
van
den
wind
in
de
boomtoppen
ophoudt,
kunt
ge
van
heel-ver
het
geklingel
van
de
tram
hooren.
Gij
zijt
hier
ineen
andere
wereld,
een
microcosmos
in
dat
groote
stadsgeheel.
Op
de
breede
trappen
staande
van
het
bordes
aan
den
achter
-
kant
van
het
Corvershof,
ziet
ge
brokken
van
andere
stichtingen:
de
Hodshon
-
stichting,
de
Van
Limmikstichting,
het
diaconale
oude
mannen-
en
vrouwen
-
huis,
een
tehuis
voor
zwakzinnigen;
het
is
een
diaconaal
dorp.”
Ziehier
een
citaat
uit
het
onderhoudend
geschreven,
aardig
verlucht
boekje
„De
Helpende
Hand”,
verzorgd
door
dra.
M.
G.
Schenk
en
J.
B.
Th.
Spaan,
en
uit
-
gave
van
„Hervormd
Amsterdam”.
Het
heeft
ten
doel
aan
het
werk
der
Diaconie,
zooals
dit
in
hare
Tehuizen
aan
den
dag
treedt,
meerdere
bekendheid
te
geven,
doel,
waarin
men
o.i.
uitmunténd
ge
-
slaagd
is.
Geleid
door
„De
Helpende
Hand”,
maakt
men
een
wandeling
door
al
die
Tehuizen,
mitsgaders
door
hare
bakkerij
in
het
Hol,
die
nog
gebouwd
is
door
Daniël
Stalpaert.
Behalve
dein
het
diaconale
dorp
vereenigde
stich
-
tingen
worden
ook
de
andere,
elders
in
de
stad
of
daarbuiten
gevestigde
diaco
-
nale
instellingen
in
het
boekje
be
-
schreven;
het
Weeshuis
inde
Volkerak
-
straat,
de
S.
L.
G.
Holthuysen-stichting,
Oosterpark
13;
de
Weduwen-stichting,
le
Hugo
de
Grootstraat
13;
de
W.
H.
Hilman-stichting,
Nieuwe
Looyerstraat
146
—150
en
Eben
Haëzer,
Ruysdael
-
kade
225
en
Beethovenstraat
43
—45.
Verschillende
dezer
stichtingen,
oude
en
nieuwe,
we
noemen
het
Besjeshuis
aan
den
Amstel
en
het
Corvershof
aan
de
Nieuwe
Heerengracht,
benevens
het
Weeshuis
aan
de
Volkerakstraat
—,
zijn
inden
loop
der
jaren
door
de
leden
van
ons
Genootschap
bezocht.
Met
eigen
oogen
hebben
zij
toen
kunnen
consta
-
teeren,
welk
eene
uitstekende
verzorging
de
grijsheid
zoowel
als
de
jonkheid
er
geniet,
en
hoe
de
Diaconie
niet
geaarzeld
heeft
de
oude
gestichten
van
moderne
inrichtingen
op
verschillend
gebied
te
106