Tekstweergave van GA-1936_MB023_09104

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Sept. 1936 De overdracht van het Paleis— Raadhuis. Het wetsontwerp tot goedkeuring van de overeenkomst, hou - dende afstand om niet door de Gemeente Amsterdam aan den Staat der Neder - landen van het Paleis-Raadhuis op den Dam en uitkeering door den Staat aan de Gemeente Amsterdam vaneen bedrag groot tien millioen gulden, voor den bouw vaneen nieuw Raadhuis, is achter - eenvolgens door beide Kamers der Staten- Generaal aanvaard, beide malen zonder hoofdelijke stemming. Inde Tweede Kamer geschiedde dit op Donderdag 2 Juli 11.; alleen de plattelander mr. Ver - voorn liet aanteekenen, geacht te worden te hebben tegengestemd; inde Eerste Kamer had dit plaats op Vrijdag 17 Juli 1.1. Prof. Van Einden (v.d.) betreurde den gang van zaken, waardoor Amsterdam een erfgoed van groote ideëele waarde prijsgeeft en inruilt en dat, toen be - reiking van het ideaal van velen zoo nabij scheen. De mislukking van veler jarenlang streven wordt door deze trans - actie bezegeld. Spr. wist, dat hij voor een verloren zaak sprak, doch voelde als Amsterdammer zich verplicht zijn protest te doen hooren, vooral tegen het besluit van den Raad van Amsterdam. Uiteen oogpunt van nationaal belang kon spr. niet tegen het wetsontwerp stemmen. De heer Van Vessem (n.s.b.) was ver - heugd over de overwinning van den Nederlandschen over den Amsterdam - schen geest, welke blijkt uit deze trans - actie. Tegenover deze, gelijk hij het noemde „wat kleine beschouwing”, verheugde minister Oud zich juist over het ge - zamenlijke besluit, dat genomen is. Het nationale belang is de som der gezamen - lijke belangen en in deze zaakwas er ten slotte geen tegenstelling tusschen een Amsterdamsche en een nationale zaak. Het vroegere raadhuis is geworden symbool van onze monarchie, van waar - uit de oranjevorsten zich naar de Nieuwe Kerk begeven voor de inhuldiging. Spr. verheugde zich over de samen - werking, waartoe Amsterdam bereid bleek, waardoor een belangrijke nationale zaak tot stand kan komen. Ook uiteen oogpunt van werkverruiming is deze transactie belangrijk. Ten slotte ver - wonderde de minister er zich over, dat juist van de zijde, welke zegt te streven naar nationale eenheid, gesproken is van tegenstellingen binnen ons volk. (Instemming). De Wet, als datum dragend 18 Juli 1936, is sindsdien in Staatsblad No. 1406 verschenen. In zijne vergadering van 22 Juli heeft vervolgens de Gemeenteraad van Am - sterdam met algemeene stemmen het voorstel van B. en W. aangenomen, om het te machtigen ter voorbereiding van het opmaken van de plannen voor den bouw vaneen nieuw raadhuis aan het Frederiksplein, de maatregelen te nemen, noodig voor het uitschrijven van een samengestelde prijsvraag ten bate van dien bouw. De Amsterdamsche Kloosterzegels. Mr. W. F. H. Oldewelt heeft in het Handelsblad van 11 Juli j.l. over dit onderwerp geschreven, waaraan tot dus - ver geen aandacht is gewijd, hoewel het toch voor de kerkgeschiedenis, de zegelkunde en de kunstgeschiedenis van beteekenis moet worden geacht. Er is niet meer dan één schrijver te noemen, die zich met een systematisch onderzoek van de zegels in het aan kloosters eens rijke Amsterdam heeft bezig gehouden. Dat was Pieter Vla - ming, gestorven in 1734. Hij was de auteur vaneen stedebeschrijving, welke nooit is verschenen en waarvan zelfs het manuscript is verloren gegaan. Alleen de afbeeldingen van de kloosters, die hij liet vervaardigen, zijn door Wage - naar in zijn eigen stadsbeschrijving van 1760 gebruikt. Ook bezit het Gemeente - archief een twaalftal kopergravures, welke Vlaming had bestemd ter illustratie van zijn werk. In het Archief zijn overigens slechts 15 charters gevonden met de zegels van kloosters, dus geen volledige serie. Tal van zegels, die voor veertig jaren nog als bestaande werden vermeld, bleken thans niet meer aan - wezig en toenmaals 'ongeschonden exem - plaren waren nu zwaar geschonden. Het 104