Tekstweergave van GA-1936_MB023_09102
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Sept.
1936
golvingen
van
den
geac
-
cidenteerden
bodem
mee
-
maakt.
Hier
zal
de
kudde
veilig
kunnen
grazen,
als
een
enkele
maal
de
herder
afwezig
moet
zijn.
Woning
en
schaapskooi
groeien
als
’t
ware
uit
den
grond
op,
omdat
men
de
goede
ge
-
dachte
heeft
gehad,
den
ondermuur
en
de
steun
-
beeren
van
den
muur
té
bekleeden
met
de
bekende
zwerfkeitjes,
herinnerin
-
gen
aan
den
voorhistori
-
schen
tijd
van
Nederland,
zooals
men
die
nog
in
groote
hoeveelheden
inde
heidevelden
ook
inde
nabijheid
vindt.
Van
dat
laatste
hebben
de
bouwers
zich
nog
eens
extra
overtuigd,
om
niet
halverwege
te
moeten
eindigen.
Men
weet,
dat
stoepjes
van
dergelijke
keitjes
overal
inde
Gooische
dorpen,
op
het
Gooische
land,
worden
aangetroffen.
Ze
zijn
iets
landeigens.
Niet
zelden
heeft
men
ze
tot
figuren
of
tot
letters
samengevoegd,
door
gebruikmaking
van
zwart
en
wit.
Hoven
dien
onderrand
van
keitjes
zullen
de
witte
muren
omhoog
rijzen,
overhuifd
dooreen
rieten
dak.
Dicht
bij
den
schaapskooi
vindt
men
ook
het
gereconstrueerde
koepelgraf,
dag
-
teekenend
van
plm.
1800
jaar
vóór
Christus.
Hier
gaf
de
heer
Rust
eene
verklaring.
De
heer
Burdet
toonde
ons
inde
naaste
omgeving
van
het
koepelgraf,
de
eerste
resul
-
taten
van
het
zuiveringsproces
van
de
heide,
die
tot
dusver,
gelijk
wij
in
ons
vorig
nummer
uitlegden,
overwoekerd
was
door
vliegdennen.
Thans
is
hier
het
uit-,
het
doorzicht,
weer
geheel
en
al
hersteld.
Hetzelfde
zal
ook
verderop
moeten
gebeuren.
Ten
slotte
hebben
wede
auto’s
weer
bestegen
en
zijn
door
het
wijde
Gooische
land,
met
zijne
wegblauwende
verten,
zijne
statige
denne
-
bosschen,
zijne
schaduw
-
rijke
lanen
en
gouden
ko
-
renvelden,
zijne
lachende
landhuizen
ook,
gereden
naar
het
thee-chalet
Astoria,
waar
het
heer
-
lijk
zitten
was
op
het
terras,
onder
de
hooge
hoornen,
met
het
gezicht
op
den
hoogopspuitenden
fontein,
’t
Was
moeilijk
om
hier
te
scheiden
en
zoo
waren
we
iets
later
dan
verwacht
was,
maar
toch
nog
vóór
half
zeven,
in
stad
terug,
welvoldaan,
meenen
wij
te
mogen
con
-
stateeren,
over
'den
tocht.
102
Joost
de
Heus
(de
kleinste
figuur)
met
zijn
kudde
op
de
Gooische
heide.
Het
gereconstrueerde
koepelgraf.