Tekstweergave van GA-1936_MB023_09064

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM van Nidek”, uitgegeven in 1727, wordt’gesproken „overeen vergunbrief door Philips van Oostenrijk, grave van Hollant, afgegeven inde maent Maert van den jare 1502 aan een zekere Jakob Dirx”. Dezen Jakob Dirx werd vergund het maken vaneen brouwerij te Ransdorp, terwijl er uitdrukkelijk bij vermeld wordt dat ~indien de inwoneren van Ransdorp een toren aan de kerk wil - den bouwen, zij zouden mogen palen op het lant en erf van den voornoem - den Jakob Dirx”. Het stichtingsjaar van den toren zal dus wel kort na 1502 zijn. Verschillende de - tails van den toren wijzen trouwens ook uit, dat het een bouwwerk uit den aan - vang van de 16e eeuw is. De afbeeldingen van A. Ra - demaker, gedateerd resp. 1630 en 1634, in bovenge - noemd werk, geven beide een toren zonder spits te zien; de indruk dien deze gravures ons van den toren geven, is haast dezelfde als die van heden ten dage. Brouërius van Nidek schrijft bij een dezer afbeeldingen: „zijnde de toren een grof en zwaer gebou nu nogh, maer vervallen in wezen”. Dit was in 1727; het pleit dus wel voor de soliditeit van het bouwwerk, waar - van de muren dan ook 2 meter dik zijn, dat nu, na ruim twee eeuwen, er dit nog van overgebleven is. Van de kerk is al sprake in 1422, „de kerk leet toen merkelijke schade, veroorzaakt door den blixem”; ook in 1500 was herstelling van kapwerk en balken zeer noodig. Brieven hierover, benevens zeer vele hantvesten en keuren van Waterlant, hoewel zeer bedorven en voor het grootste deel onleesbaar, waren, volgens Brouërius van Nidek „opgesloten ineen kistje inden toren dezes dorps, waarvan op den derden en vierden april des jaers 1663, een register opgestelt is door de zes gevolmagh - tighden uit de zes gemeene dorpen van Waterlant”. Uit deze geschriften is gebleken, dat er een veel grootere kerk dan de nu tegenwoordige gestaan heeft. Ter weers - zijden van den toren zijn dan ook de fundamenten van deze vroegere kerk gevonden. Ook de kluis inden toren, waarin deze waardevolle papieren eens waren opgeborgen, is er nog, en wel inde nis inden Oostwand, + 5 M. boven den grond. Het kluisje ± 50 X 60 c.m. groot, heeft nog twee deuren en ijzeren sluitboomen, terwijl in de buitenste deur nog 3 gaten zijn, waarin de sloten zaten, van welke sloten op de secretarieën van Ransdorp, Landsmeer en Zuiderwoude de resp. sleutels bewaard werden. Papieren, sleutels en sloten zijn alle verdwenen; Van Zeggelaar maakt melding van 26 stukken die nog in het Prov. Archief te Haarlem berusten, blijk- 64