Tekstweergave van GA-1936_MB023_09039

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Paleis voor Volksvlijt-terrein, dat voor dit doel uitnemend gelegen is, kan een aan alle eischen voldoend nieuw Stadhuis voor Amsterdam worden gebouwd, waardoor tegelijkertijd een geschikt object voor werkverschaffing verkregen is. In gelijken geest sprak dr. M. de Hartogh (Neutr.). Het is spr. een eer te kunnen meewerken aan de aanneming van het belangrijkste voorstel van B. en W., dat inden tijd van zijn raadslidmaatschap verschenen is. De heer Gulden (S.D.A.P.) vroeg: Welke traditie mag men niet breken? Als men op den Dam staat zegt ieder: dat is het Koninklijk Paleis, en niet: dat is het Stadhuis. Het gebouw leeft niet meer als Stadhuis onder de bevolking, maar alleen onder de 500 personen, die het adres van Amstelodamum onderteekenden. Men verplaatst het Paleis toch niet naar Den Haag, als men het aan het Rijk verkoopt. Er zijn er ook, die betreuren,- dat het Paleis, sinds den Franschen tijd, aan gemeentelijk gebruik onttrokken is. Spr. meent, dat daardoor erger voor - komen is. De 19e eeuw was voor oude gebouwen de slechtste tijd. Dr. Cuypers en Jhr. de Stuers hebben met groote kracht en bekwaamheid de belangstelling voor zulke gebouwen wakker geroepen, maar als het gebouw Stadhuis was gebleven, zou er inwendig niet veel meer van over zijn. Spr. dringt aan op eene beslissing nĂ¼. Het oogenblik is rijp, omdat de Raad minder sentimenteel is en meer gevoel toont voor de realiteit. Z.i. is het terrein van het Paleis voor Volksvlijt groot genoeg voor de stichting vaneen nieuw Stadhuis en hij betwijfelt niet, of er kan daarop een fraai gebouw verrijzen. Zij, die zoo smalend spreken over onze 39 De souvereine vorst gaande naar de vergadering der aanzienlijken 1813.