Tekstweergave van GA-1936_JB033_00272
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
assurantiezaken
1
,
waarin
hij
zware
verplichtingen
op
zich
heeft
genomen.
Inde
onzekere
jaren
1733,
1734
en
1735
heeft
hij
toen
groote
verhezen
geleden.
Want
~’t
capitael
2
der
bekende
schadens
van
assurantiën
beloopt
ƒ418.625,
en
de
schaadens
getekent
en
verzekert
ƒ
221.661.4”.
Hij
heeft
derhalve
reeds
meer
dan
50
%
uitte
betalen.
Voorts
zijn
er
nog
vorderingen
„weegens
lopende
zaaken
van
assurantiën
en
zodaamge,
als
nog
onbekent
zijn,
van
verre
rijzen
en
als
nog
onzekere
risico
3
,
welke
te
pretendeeren
hebben
of
nagaans
krygen
mogten,
be
-
dragende
daervan
’t
getekende
capitael
de
somme
van
ƒ421.685
4
”.
Het
is
de
vraag,
of
de
premie
van
20
%
of
ƒ84.337
hierover
betaald,
tegen
de
schade
zal
opwegen.
Voorts
vreest
De
Neufville
nog
voor
eventueel
nadeel
uit
kwestieuse
posten.
Om
al
deze
redenen
heeft
hij
zijn
betalingen
gestaakt
en
zelf
zijn
faillisse
-
ment
aangevraagd.
De
afloop
valt
voor
hem
mede.
Commissarissen
laten
de
koopmansgoederen
zijdestoffen
en
rogge
veilen.
De
provenuen
bedragen
/
58.402
en
ƒ39.598.
Zijn
hofstede
Weerdestijn
onder
Mijnden
gaat
22
Juni
1735
bij
pubheken
verkoop
voor
ruim
ƒ
24.000
m
handen
van
Corneha
Bailly,
weduwe
van
Harman
A.
Roëll,
over.
De
fondsen,
te
Londen
onder
Johan
de
Neufville
berustende,
worden
te
gelde
gemaakt,
de
assurantie
op
een
schip
wordt
verbeterd,
waardoor
den
failliet,
als
reeder,
een
voordeel
van
ƒ
2713
bij
de
afrekening
te
beurt
valt.
Het
is
hem
mogelijk
evenals
Archer
een
accoord
te
sluiten;
21
Maart
1736
wordt
hij
gerehabili
-
teerd.
Zijn
echtgenoote,
Catharma
de
Wolf,
had
als
preferent
crediteur
ƒ211.909
van
commissarissen
toegewezen
gekregen
op
de
ƒ220.502,
die
zij
bij
en
staande
het
huwelijk
als
eigen
vermogen
meende
te
hebben
aangebracht
5
.
De
Neufville
blijft
te
Amsterdam,
waar
hij
als
koopman
in
1742
een
huls
van
ƒ
1340
huurwaarde
bewoont;
zijn
inkomen
wordt
dan
op
ƒ6OOO
a
ƒ7OOO
geschat,
en
hij
leeft
overigens
bescheiden
met
twee
dienstboden
6
.
In
1748
kan
hij
nog
twee
crediteuren,
die
het
accoord
niet
teekenden,
iets
afbetalen.
1
Het
verzekeringsbedrijf
werd
meestal
nog
niet
afzonderlijk
beoefend.
De
koopman
was
daarin
veelal
dan
ook
niet
doorkneed
en
het
de
moeilijke
opstelling
der
polissen
aan
speciale
makelaars
over.
Wel
had
hij
den
naam
van
niet
te
chicaneeren
en
grif
uitte
betalen,
wanneer
alles
in
orde
was.
Zijn
eventueele
verhezen
moesten
dan
maar
door
zijn
handelswinsten
gedekt
worden.
2
Het
geheeie
verzekerde
bedrag.
3
Zie
de
verschillende
scheepsberichten,
die
meestal
na
een
half
jaar
binnenkomen.
4
Des.
boedelk.
473,
no.
50.
5
Zie
hiervoren.
6
Kohier
1742,
wijk
51,
no.
14.
200