Tekstweergave van GA-1936_JB033_00153

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
nadere bijzonderheden vinden m den tweeden jaargang van „Het Nederlandsch Tooneel” b In één der libellen verwijt de schrijver zijn tegenstanders het gebruik van „scheldwoorden, waar toe de gemeenste Kaerel, die inde Jordaan, inde Duivelshoek, of op het Fransche Pad gebooren en opgevoed is, dubbel in staat zou zijn, zonder eenig verstand te bezitten . Hier vinden we dus als twee ver - schillende buurten naast elkaar genoemd de Jordaan en het Fransepad. Dit laatste droeg, zooals we reeds vroeger zagen den officieelen naam van Goudsbloem - gracht. Het was inderdaad, en reeds van ouds, een beruchte wijk, in Amsterdam zelf, maar blijkbaar ook daar buiten. De Haarlemsche schoolmeester Jan van Belle tenminste, die volgens Vander Aa 2 „tot de Nederduitsche taal eene overgroote genegenheid had,” en vermoedehjk om deze reden zijn leerlingen de Neder - landsche grammatica op rijm leerde, koos voor het inprenten van de „naam - buigmgen’ het paradigma „het Fransche Pad” en declineerde aldus: 3 Nom: Het franse Pad is te Amsterdam befaamd. Gen : Des fransen Pads uitroeping is beraamd. Dat ; Den fransen Pade is hoog Bevel gezonden. Acc : Het franse Pad heeft de Onderschout verbonden. Voc : O franse Pad! berugte Dieven-nest! Abl : Van t franse Pad mets goeds, veelmmder ’t best. Het is duidelijk, dat men m 1761 onder de buurt de Jordaan iets anders heeft verstaan dan men er tegenwoordig onder verstaat. Immers, het Fransepad lag inde tegenwoordige Jordaanbuurt. Het gebied moet dus m de achttiende eeuw beperkter zijn geweest. Nog m het begin van de negentiende eeuw vinden we hiervan een spoor. De tegenwoordig meer als kunstkenner dan als dichter gewaardeerde J. Immerzeel gaf m 1823 een bundel gedichten m t licht. Ineen ironisch schetsje „De dood van Augias’ schildert hij, hoe bij den konmg - vetweider Augias door nonchalance van ’t personeel de veestal ineen hopeloozen staat van vervuiling verkeert. De konmg roept daarom de hulp m vaneen zekeren 1 Bk. 321 vlg. 2 Biographisch Woordenboek, Deel II I, blz. 295. 3 Jan van Belle, Korte Wegwyzer, ter Spel-, Spraak- en Dichtkunden, Tot gemak voor ’t geheugen van Ouden en Jongen, in Neederduitse Dicbtmaate, op 100 Bladzyden gesteld, Te Haarlem 1748, blz. 47. I 0 81