Tekstweergave van GA-1936_JB033_00080
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
beeld
vaneen
Nederlandscb
stadhuis,
namelijk
dat
te
Sluis,
blijkt
duidelijk
dat
wij
tot
de
eerste
helft
der
vijftiende
eeuw
mogen
teruggaan.
Inden
toren
van
het
in
1396
gereed
gekomen
stadhuis
zien
wij
boven
de
vensters
analoge
geprofileerde
rondbogen,
terwijl
de
openmg
der
galmgaten
met
den
normalen
spitsboogvorm
is
bekroond,
dezelfde
hoofdvormen
dus,
die
wij
bij
de
Amsterdamsche
arcade
terugvinden.
Dat
de
combinatie
van
den
geprofileerden
rondboog
met
de
daarboven
vergroeide
spitsboog
traceerlng,
zooals
Saenredam
die
weergeeft,
den
oorspronkehjken
toestand
weergeeft,
blijkt
uit
het
doorloopen
der
voegen
van
de
zware
blokken
natuur
-
steen,
waaruit
de
arcade
is
opgetrokken.
Een
ander
detail,
dat
mij
na
lang
zoeken
steeds
duister
was
gebleven,
namelijk
dat
van
het
inden
Romaansche
stijl
zeer
gebruikelijke,
doch
inde
gothiek
bij
kapiteelen
toch
hoogst
zelden
voorkomende
vlechtmotief,
dank
ik
aan
de
welwillendheid
van
Dr.
J.
Q.
van
Regteren
Altena.
Deze
toonde
mij
een
afbeelding
vaneen
thans
als
voet
vaneen
doopvont
dienend
bolvormig
kapiteel
met
ranken
versierd,
waaronder
op
de
korte
schacht
volkomen
hetzelfde
vlechtmotief
als
aan
de
N.O.
zuil
der
vier
-
schaar
voorkomt.
Dit
kapiteel
wordt
mde
kerkte
Horstmar
(Westphalen)
gevonden
.
Duidelijk
blijkt
hier,
dat
deze
onderpul
op
de
belde
Toscaansche
kolommen
der
voorste
nj
na,
een
homogeen
geheel
vormde.
Ook
de
overige
kapiteelen
zijn
als
vijftiende-eeuwsch
werk
goed
verklaard.
Zij
zijn
wel,
evenals
de
naar
hun
vorm
latere
kapiteelen
aan
de
open
hal
van
het
Haarlemsch
stadhuis,
te
beschouwen
als
onafgewerkt.
Bij
weinig
bouwwerken
zien
wij
zoo
sterk
het
verschil
in
levenshouding
van
de
generaties,
die
achtereenvolgens
als
bouwheeren
optraden,
als
bij
het
complex
gevormd
door
het
middeleeuwsch
raadhuis
aan
de
Plaetse.
Zoowel
de
pronkzucht
van
den
Bourgondischen
tijd
als
de
nuchtere
schoonheid
onzer
13e
eeuwsche
Hollanders
hebben
zich
hier
op
karakteristieke
wijze
geteekend.
De
eerste
inde
kostelijke
met
natuursteen
opgetrokken
vierschaar
met
haar
ver
-
fijnde
architectuur
en
daarnaast
de
laatste
met
den
eemge
eeuwen
ouderen
groven
baksteenbouw
van
den
raadzaalgevel.
Dateering
volgens
den
bouwstijl
der
vierschaar.
Evenals
wij
thans
nog
aan
het
voormalig
stadhuis
aan
het
Damplein
de
eertijds
open
hal
aantreffen,
die
slechts
door
open
traliën
van
de
vierschaar
I
Die
Bau-
und
Kunstdenkmaler
des
Kreises
Steinfurt;
Münster
i.W.
1904,
Tafel
33.
12