Tekstweergave van GA-1935_MB022_07101
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
van
Delfshaven”,
zooals
Vondel
hem
heeft
genoemd.
Nadat
hij
lang
aan
de
West
-
kust
van
Afrika
had
moeten
kruisen,
dook
hij
plotseling
in
Maart
1627
voor
Bahia
op.
Onmiddellijk
stortte
hij
zich
te
midden
van
de
Spaansch-Portugeesche
vloot.
Ineen
verwoed
gevecht
van
drie
uren
lang
lagen
vriend
en
vijand
boord
aan
boord,
zoodat
de
forten
en
versterkingen
niet
vuren
konden.
De
Spanjaarden
leden
zware
verliezen
en
ook
de
onzen
verloren
twee
hunner
beste
schepen.
Maar
zij
konden
toch
de
open
zee
weer
bereiken
met
een
aantal
buit
gemaakte
vaartuigen,
die
behalve
tabak,
huiden
en
katoen,
een
lading
hadden
van
27
kisten
suiker,
die
als
bewijs
van
de
geslaagde
expeditie
zonder
verwijl
naar
huis
werden
verscheept.
Maar
Piet
Hein
liet
het
er
niet
bij
zitten.
Drie
maanden
later,
op
10
Juli
1627,
kwam
hij
weder,
slechts
met
een
deel
van
zijn
eskader,
voor
Bahia.
Hij
nam
den
vijand
eenige
rijk
geladen
koopvaarders
af
en
daarna
bemoeilijkte
hij
nog
gedurende
vier
weken
de
handelsvaart
in
het
geheele
rayon
van
Bahia.
Na
zijn
teiugkeer
in
het
vaderland
maakte
Piet
Hein
toebereidselen
voor
de
groote
onderneming
die
zijn
naam
onsterfelijk
zou
maken:
de
verovering
van
de
Spaansche
zilvervloot,
sedert
lang
het
droombeeld
van
alle
Hollandsche
scheeps
-
bevelhebbers
inde
West-Indische
wateren.
Het
leek
onbereikbaar,
want
Spanje
dat
chronisch
in
geldnood
verkeerde,
zou
wel
alles
doen
om
de
kostbare
schepen
tegen
de
piraten
te
beschermen.
Maar
aan
een
man
zou
de
vangst
toch
gelukken.
We
behoeven
de
verovering
van
de
zilvervloot,
inde
baai
van
Matanzas
op
Cuba,
8
September
1627,
hier
niet
opnieuw
te
vertellen.
De
buit
beliep
een
waarde
van
15
millioen
gulden
en
de
overgelukkige
W.
I.
Compagnie,
die
na
de
tegenslagen
van
de
beginjaren
ineens
uit
den
brand
was,
keerde
50
percent
dividend
uit.
Piet
Hein
werd
gevierd
als
de
groote
held.
Stadhouder
Frederik
Hendrik,
de
admiraal-generaal,
noodigde
den
pekbroek
aan
zijn
tafel
en
hij
bombardeerde
hem
tot
luitenant-admiraal
van
Holland,
met
ruime
volmacht
om
den
strijd
tegen
de
gevreesde
Duinkerker
kapers
beter
te
organiseeren.
Al
die
hulde
en
bewierooking
was
den
eenvoudigen
zeeman
te
veel.
Beroemd
zijnde
woorden
die
hij
richtte
tot
Joh.
de
Laet,
den
geschiedschrijver
van
de
W.
I.
Compagnie:
„Ziet
hoe
het
volk
nu
te
keer
gaat,
omdat
ik
een
grooten
schat
heb
meegebracht,
hoewel
het
weinig
moeite
heeft
gekost.
Als
ik
vroeger
van
zware
gevechten
thuiskwam
mi
het
verrich
-
ten
van
veel
grooter
daden,
nam
men
nauwelijks
notitie
van
mij!
ioch
nam
de
dappere
man
met
groote
ernst
de
hem
opgelegde
taak
ter
hand.
Hij
was
de
eerste
groote
hervormer
van
het
zeewezen.
Maar
veel
tijd
was
hem
niet
gegund.
Binnen
een
jaar,
op
20
Juni
1629,
sneuvelde
hij
voor
Duinkerken.
De
gevelsteen
inde
Rozenstraat
geeft
het
sprekend
bewijs,
dat
de
tijdgenooten
Piet
Hein
toch
wel
wisten
te
eeren
voor
andere
zijner
roemrijke
verrichtingen,
anders
dan
de
nazaten,
die
alleen
nog
maar
zingen
van
de
zilveren
vloot
en
de
Spaansche
matten.
DE
Balbian
Verstek,
Mr.
J.
E.
VAN
SOMEREN
BRAND
Bij
de
feestelijke
viering,
op
14
September
jh,
van
het
40-jarig
bestaan
van
het
Stedelijk
Museum,
is
naar
onze
meening
onvoldoende
herinnering
gewijd
aan
den
eersten
beheerder,
wiens
naam
hierboven
staat.
Jan
Eduard
van
Someren
Brand
werd
geboren
te
Amsterdam
op
3
September
1856
als
de
eenige
zoon
van
den
man,
dien
vele
Amsterdammers
zich
nog
kunnen
herinneren
als
den
humanen
kolonel-kommandant
van
de
dienstdoende
schutterij.
Jan
Brand,
zooals
zijn
tijdgenooten
en
in
later
tijd
ook
zijn
intieme
vrienden
hem
noemden,
ontving
zijn
eerste
opleiding
op
de
lagere
school
en
nadat
hij
zich
had
voorbereid
voor
de
academische
studie,
deed
hij
22
Sept.
1875
admissie-examen
aan
de
Universiteit
te
Leiden.
Maar
weinige
dagen
later
liet
hij
zich
inschrijven
als
student
inde
rechten
aan
het
Athenaeum
Illustre
in
zijn
geboortestad.
Reeds
in
zijn
studententijd
toonde
hij
literaire
neiging.
Inden
Studenten-Almanak
van
1877
verscheen
zijn
eersteling,
waarbij
hij
reeds
het
pseudoniem
Eduard
van
Tsoe-
101