Tekstweergave van GA-1935_MB022_07092

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Van de machtiging tot demping werd aanstonds gebruik gemaakt en dat gedeelte der goedgekeurde werken kwam sedert gereed. De verdere uitvoering van het plan laat nog steeds op zich wachten. Maar intusschen wordt weer een voorstel gedaan om toch nog een verder deel van het water prijs te geven. Hoe nu, vragen velen zich af? Was de vroeger aangevraagde verbetering dan niet afdoende? Valt dat reeds te beoordeelen vóór dat plan 111 in zijn geheel is uitgevoerd? En verder gaande: is het Rok in als stam weg inden zin van de nota van 20 Februari 1931 misschien toch alleen bruikbaar, wanneer al het water wordt opgeofferd? En zoo ja, waarom is of wordt dat dan niet openlijk te kennen gegeven, onder overlegging tevens van de bescheiden, waaruit blijkt, dat ook de gedachte aan een anderen stamweg niet gevolgd kan worden ? Het Bestuur van het Genootschap Amstelodamum schaart zich geheel aan de zijde van hen, die zoo spreken. Het heeft vroeger steeds mede geklaagd over het ontbreken vaneen weloverwogen schema voor de toekomst en over de stelsellooze wijze, waarop dientengevolge in onze stad aan de eischen van het oogenblik tegemoet werd gekomen. Het zag inde nota’s 186 en 187 van 20 Februari 1931 de verblijdende aanwijzing, dat gelukkige en harmonische oplossingen van nijpende problemen inde binnenstad gevonden waren. Thans moet het tot zijn ontsteltenis bespeuren, dat de strekking van het groote schema juist voor het Rokin niet duidelijk werd aangegeven en het moet vreezen, dat nieuwe verrassingen te wachten blijven, zoolang op dit punt geen eenvoudige klaarheid is bereikt. Al deze overwegingen geven het Bestuur de vrijmoedigheid er bij U op aan te dringen, dat bij beoordeeling van het nieuwste voorstel tot verdere demping van het Rokin niet te veel aandacht worde geschonken aan de bevrediging, die het bedoelt te geven aan een bijzondere parkeerbehoefte. De belangen, die daarmee gemoeid zijn, zullen zonder schending van het stadsbeeld ongetwijfeld ook op andere wijze kunnen worden gediend en het getuigt slechts van pijnlijke mis - kenning van veler gevoeligheden, dat op dit punt een oplossing is gezocht, juist ten koste van het Rokin-water. Van groot gewicht daarentegen zijnde vragen welk Rokinbeeld voor oogen stond en voor oogen staat aan de ontwerpers van het boven herhaaldelijk genoemde schema van verkeerswegen inde binnenstad en hoe zich dat beeld verhield en verhoudt tot het besluit van 26 Maart 1930. Dat deze vragen bij nieuwe be - handeling van het Rokinvraagstuk opzettelijk aan de orde mogen worden gesteld, waagt het bestuur van Amstelodamum U dringend te verzoeken. Een beslissing over de aanhangige quaestie immers kan eerst met overtuiging worden genomen als op deze punten zekerheid is verkregen omtrent de bedoelingen en inzicht in de overwegingen, die daartoe hebben geleid. Indertijd was het de bedoeling van den vorigen Raad, dat de eischen vaneen goede verkeersregeling en het behoud van zooveel mogelijk oud stedeschoon zorgvuldig tegen elkaar werden afgewogen. Het bestuur voornoemd, dat deze opvatting ook de zijne weet, durft ten slotte overneming van dit standpunt Uwer voorgangers bij U aanbevelen. Het Bestuur van het Genootschap Amstelodamum, w.g. H. Brugmans, voorzitter. w.g. P. J. van Winter, secretaris. Jeugdwerk Tot leden van de Commissie voor het Jeugdwerk van het Genootschap Amstelo - damum zijn alsnog benoemd: mej. Nolte en de heer C. van Straaten. Nieuwe leden Met ingang van I Januari dezes jaars zijn door het bestuur benoemd en tot het Genootschap toegetreden, als gewoon lid: de heeren N. P. van den Berg, Theo van Epen, dr. H. A. Naber (’s-Gravenhage), A. G. Oosterhuis, mr. W. M. A. Weitjens. 92