Tekstweergave van GA-1935_MB022_07083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM
Jaarboek.
Het
is
wel
jammer
dat
de
eerste
maal
dat
er
gelegenheid
bestond
om
daaraan
ineen
dergelijke
uitgaaf
voor
algemeene
verspreiding
bestemd,
recht
te
laten
wedervaren,
die
gelegenheid
is
verzuimd.
We
wenschen
den
heer
Louët
Feisser
toe,
dat
zijn
boekje
spoedig
een
nieuwen
druk
zal
beleven.
Dan
zal
hij
dit
verzuim
kunnen
herstellen,
door
melding
te
maken
van
de
eenig
aannemelijke
en
de
eemge
op
wetenschappelijke
wijze
geboekstaafde,
verklaring
van
den
naam.
de
Balbian
Verstek
GROENE
ZWANEN,
WITTE
ZWANEN,
Kruip
door,
sluip
door
is
een
overbekend
kinderspel,
vooral
door
meisjes
be
-
oefend,
dat
men
meermalen
op
straat,
op
drukke
punten
zelfs
in
weerwil
van
voorbijschietende
trams
en
auto’s,
kan
waarnemen.
De
kinderen
zingen
daarbij
een
evenzeer
bekend
kinderrijm,
het
rijm
van
de
Groene
zwanen,
witte
zwanen.
Hier
in
Amsterdam
bezit
dit
kinderlied
een
versie,
waarin
de
voorlaatste
regel
een
onbegrepen
en
willekeurig
woord
landoren,
tweemaal
achtereen,
vertoont;
de
betrekkelijke
echtheid
er
van
wordt
door
den
er
op
rijmenden
slotregel
gewaar
-
borgd
en
bevestigd:
Groene
zwanen,
witte
zwanen,
Wie
gaat
mee
naar
Engeland
varen?
Engeland
is
gesloten,
De
sleutel
is
gebroken.
Is
er
dan
geen
smid
in
het
land,
Die
den
sleutel
maken
kan.
Landoren,
landoren,
Van
achteren
en
van
voren.
Ondanks
het
feit,
dat
van
dit
kinderliedje
meermalen
gelijk
beneden
blijken
zal
Je
wisselende
text
is
gepubliceerd
1
),
is
de
Amsterdamsche
variant,
voor
zoover
ik
althans
weet,
nimmer
authentiek
vastgelegd,
laat
staan
verklaard.
Dat
het
bewuste
woord
door
de
kinderen
inderdaad
als
landoren
wordt
uitgesproken,
daarvoor
kan
ik
instaan,
niet
alleen
doordat
ik
nog
onlangs
een
groepje
kinderen
bij
hun
spel
steelsgewijze
heb
beluisterd,
maar
ook
op
grond
van
mijn
eigene,
uit
de
jaren
tachtig
dateerende,
herinnering.
Nu
treden
er
inde
kinder-
en
bakerrijmen
zooveel
rare
woordvormsels
op,
dat
men
gereedelijk
ook
in
dit
geval
aan
een
gedrochtje
zonder
eenige
beteekenis
zou
kunnen
denken.
Maar
eemge
recente
mededeelingen
omtrent
elders
voorkomende
varianten
stellen
ons
in
staat
den
waren
vorm
van
het,
schijnbaar
in
het
rijm
verankerd
liggende,
woord
te
doorgronden.
..
Doch
eerst
dienen
wij
aan
eenige
andere
versies
van
het
liedje,
aan
zijn
uit
den
voor-
Christelijken
tijd
nog
voortlevende
bestanddeelen
en
aan
den
aard
van
het
spel,
waarbij
de
Amsterdamsche
en
de
zooeven
bedoelde
elders
voorkomende
redacties
gezongen
worden,
onze
aandacht
te
schenken.
Van
Vloten
heeft
het
liedje
in
zijn
Nederlandsche
Baker-
en
Kinderrijmen,
Leiden
(1871)
p.
21,
voor
het
eerst
en
aldus
gepubliceerd:
Kroene
kranen,
Bingeldebangdeboeze;
Witte
zwanen,
Achter
onzen
hoeze
)
Wie
wil
mee
naar
Engeland
varen?
Daar
staat
een
groote
noteboom.
Engeland
is
gesloten,
Ik
wist
niet
wat
ik
eten
zou;
De
sleutels
zijn
gebroken;
Karnemelk
met
gerstenbrood;
3
)
In
Engeland,
Slaat
den
luien
wever
dood,
Daar
stuift
het
zand;
Laat
hem
nog
wat
leven,
Daar
gaande
klokjens
bingeldebang
Hij
zal
wel
beter
weven.
ij
ïk
had
gehoopt
een
voorstelling
van
het
spel
met
een
rijmpje
te
vinden
op
een
oude
kinderprent
inde
verzameling-F.
G.
Waller,
welke
onlangs
in
het
bezit
van
het
Prentenkabinet
alhier
oekomen
is;
maar,
daar
de
door
wijlen
den
heer
Waller
vervaardigde
catalogus
van
deze
omvangrijke
verzameling
kinderprenten
niet
naar
de
onderwerpen,
maar
naar
de
drukkers
en
uitgevers
is
gericht,
was
het
zoeken
een
haast
onbegonnen
werk.
■i)
Hoeze
fGeldersch)
=
huize,
zooals
Van
Vloten
reeds
opmerkt.
3
)
Ik
acht
het
van
belang
hier
te
noteeren,
dat
in
Van
Vlotens
le
uitgave
hier
een
lees
-
teeken
ontbreekt
en
de
zin
doorloopt
of
althans
schijnt
door
te
loopen.
83