Tekstweergave van GA-1935_MB022_07076
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Amsterdam
zich
ineen
aantal
comité’s,
waarbij
een
voor
de
financiën.
Daaruit
werden
eenige
leden
tot
thesaurieren
gecommitteerd,
voor
wie
de
directeuren
moesten
verschijnen.
In
1808
onder
het
Koninkrijk
Holland
werden
deze
the
-
saurieren
vervangen
door
één
Thesaurier
die
in
1809
een
Commissaris
over
de
Publieke
Werken
onder
zich
kreeg.
Bij
de
inlijving
in
1811
werd
tijdelijk
een
geheel
buitenlandsche
organisatie
ingevoerd,
maar
na
den
opstand
werd
de
oude
toestand
hersteld.
In
1824
is
het
ambt
van
thesaurier
opgeheven
en
het
beheer
der
stedelijke
financiën
aan
een
wethouder
opgedragen,
waarna
in
1829
het
commissariaat
van
de
Publieke
Werken
onder
toezicht
van
Burgemeester
en
Wethouders
is
gekomen.
Aan
de
eeuwenlange
ondergeschikt
-
heid
van
P.W.
aan
Financiën
is
eindelijk
in
December
1848
een
einde
gekomen,
toen
de
post
van
Commissaris
over
de
stads
P.W.
is
opgeheven
en
het
beheer
van
stads
P.W.
is
overgegaan
op
een
daartoe
speciaal
gecommitteerde
wet
-
houder
gelijk
dit
heden
nog
het
geval
is.
Naast
de
Secretarieafdeeling
P.W.
heeft
toen
de
huidige
Dienst
der
P.W.
het
aanzijn
gekregen.
De
departementen
waterbouwkunde
en
architectura
civilis
waren
sedert
1820
vereenigd
onder
één
„Directeur
van
het
stadsfabriekambt”,
totdat
in
1856
alle
werkzaamheden
opnieuw
werden
ver
-
deeld
over
drie
personen,
namelijk
een
stadsarchitect,
een
stadsingenieur
en
een
directeur
bij
de
publieke
werken,
die
geheel
onafhankelijk
van
elkaar
waren,
hetgeen
ernstige
bezwaren
met
zich
bracht.
Dit
is
de
aanleiding
geweest
voor
de
invoering
in
1873,
van
de
tegenwoor
-
dige
éénhoofdige
leiding
met
de
benoe
-
ming
vaneen
directeur
van
den
Dienst
der
Publieke
Werken.
Prof.
Dr.
Hugo
de
Vries
-f*.
Met
het
overlijden
van
den
oud-hoogleeraar
Hugo
de
Vries,
inden
ouderdom
van
87
jaar,
is
een
geleerde
heengegaan
op
wien
de
Amsterdamsche
Universiteit
steeds
roem
zal
dragen,
want
zijn
naam
is
bekend
inde
geheele
wetenschappe
-
lijke
wereld.
Van
1871
tot
’75
was
hij
leeraar
aan
de
H.
B.
S.
op
de
Wester
-
markt.
Nadat
hij
korten
tijd
privaat
-
docent
was
geweest
te
Halle,
werd
hij
benoemd
tot
buitengewoon
hoogleeraar
inde
experimenteele
physiologie
der
planten
aan
het
Athenaeum
hier
ter
stede.
Een
leerstoel
te
Berlijn
wees
hij
van
de
hand,
waarop
Amsterdam
hem
in
1878
benoemde
tot
gewoon
hoog
-
leeraar.
Nog
eenige
malen
ontving
hij
eervolle
aanbiedingen
uit
den
vreemde,
o.a.
uit
Würzburg
en
uit
New-York,
maar
hij
bleef
Amsterdam
steeds
trouw.
In
1918,
na
het
bereiken
van
den
70-
jarigen
leeftijd,
is
hij
van
hier
gegaan,
om
te
Punteren
zijn
onvermoeiden
arbeid
ten
behoeve
van
zijn
mutatie-theorie
voort
te
zetten.
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
Bezoek
aan
de
Ford-fabriek
Het
is
ons
bestuur
aangenaam
aan
de
leden
te
kunnen
meedeelen,
dat
de
directie
van
de
Nederlandsche
Ford-Automobiel
Fabriek
aan
de
Hembrug
zich
bereid
heeft
verklaard
onze
leden
met
hunne
dames
inde
gelegenheid
te
stellen,
dat
belangwekkend
bedrijf
te
bezichtigen.
Het
bezoek
is
vastgesteld
op
Woensdag
12
Juni
a.s.,
des
namiddags
te
2
uur.
Wij
zullen
dien
dag
te
1.15
n.m.,
met
eender
salonbooten
van
de
Alkmaar
Packet,
vertrekken
van
steiger
12
aan
de
De
Ruyterkade,
d.i.
de
steiger
van
den
dienst
naar
Velsen
en
IJmuiden
dier
maatschappij.
Na
afloop
van
het
bezoek
aan
de
Fordfabriek
zullen
wij,
zoo
mogelijk,
nog
een
tocht
door
de
havens
maken.
In
elk
geval
hopen
wij
met
etenstijd
weer
thuis
te
zijn.
De
leden
die
aan
deze
excursie
willen
deelnemen,
moeten
zich
vóór
den
Bsten
dezer
—■
liefst
zoo
vroeg
mogelijk
-
aanmelden
bij
ons
bestuurslid,
den
heer
D.
Kouwenaar,
Johannes
Verhulststraat
44
(men
lette
op
deze
adres-verandering).
Elk
lid
kan
over
twee
plaatsen
beschikken.
Mr.
A.
le
Cosquino
de
Bussy,
Secretaris.
76