Tekstweergave van GA-1935_MB022_07066
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM
neer.
Er
worden
ten
eerste
zooveel
mogelijk
werkzaamheden
verricht,
terwijl
het
werkstuk
zich
langs
de
werklieden
voortbeweegt
op
een
conveyor
of
transporteur.
Op
hoofdconveyors
wordt
het
chassis
en
de
carrosserie
gemonteerd;
op
loodrecht
daarop
of
evenwijdig
daaraan
geplaatste
conveyors,
werkvormen
of
onderdeden
klaargemaakt
voor
samenvoeging
van
de
overige
onderdeden
die
het
compleete
chassis
of
de
volledige
carrosserie
vormen.
Alle
omvangrijke
montagewerkzaamheden
gebeuren
op
of
aan
kettingtranspor
-
teurs,
die
op
wieltjes
of
rollen
op
een
loopbaan
loopen.
Deze
wijze
van
werken
beoogt
ten
eerste
tijdbesparing;
ten
tweede
arbeids
-
besparing
en
toch
arbeidsverruiming;
en
ten
derde
ruimtebesparing.
Alles
is
er
op
ingericht
dat,
terwijl
het
systeem
een
voortdurend
doorwerken
met
zich
brengt,
de
werkman
door
het
geringer
aantal
bewegingen
minder
snel
vermoeid
wordt
en
de
productie
dus
economischer
is
zonder
grootere
inspanning
van
het
personeel.
Men
krijgt
dan
ook
in
deze
fabrieken
een
sterken
indruk
van
activiteit
zonder
een
zweem
van
zenuwachtige
overhaasting.
Dit
alles
brengt
een
verlaging
van
den
kostprijs
mede,
die
ook
verhooging
van
de
productie
mogelijk
maakt.
Hieruit
ontstaat
tegelijk
een
verruiming
der
werkgelegenheid,
niet
alleen
inde
eigen
fabriek,
maar
ook
inde
nevenbedrijven
en
zoo
stelt
deze
wijze
van
werken
de
fabriek
in
staat
een
daadwerkelijken
aanval
te
doen
op
de
werkloosheid.
De
auto
moet
zoo
goedkoop
mogelijk
zijn
en
dat
is
te
bereiken
dooreen
enorme
productie.
Verzadigd
is
de
markt
nog
lang
niet,
en
in
ons
land
bestaat
nog
een
enorme
kans.
Volgens
de
laatste
statistieken
heeft
Nederland
één
auto
op
63
inwoners,
tegenover
België
een
op
48,
Zwitserland
op
46,
Engeland
op
30,
Frankrijk
op
24
en
Amerika
één
op
4.7
inwoners!
Dit
geldt
voor
personenauto’s,
autobussen
en
vrachtauto’s
tezamen.
Eer
Nederland
zoo
ver
is
als
Frankrijk
of
Engeland!...
en
zelfs
België
is
ons
nog
voor.
Men
ziet
dus
dat
er
nog
een
groote
kans
is
voor
de
auto-industrie
en
vooral
in
ons
land.
Van
1928
tot
1935,
dus
in
vijf
jaar,
is
het
aantal
auto’s
toegenomen
met
54.406,
dat
is
per
jaar
met
ongeveer
11.000.
Zelfs
de
meubels
voor
de
carrosserieën
worden
thans
in
eigen
bedrijf
vervaardigd
of
komen
ten
deele
reeds
uiteen
fabriek
die
geheel
leeft
van
de
levering
aan
carosserie
-
bouwers.
Ook
de
textielen
en
het
leer
voor
de
bekleeding
zijn
i’eeds
producten
van
de
Nederlandsche
industrie.
Men
begrijpt
dus
hoe
eindeloos
groot
het
gebied
is
waarop
Henry
Ford
pionier
is
geweest
en
dat
het
Ford-syteem
steeds
tot
arbeidsverruiming
leidt.
De
ruimtebesparing
is
verkregen,
doordat
het
conveyor-montage-systeem
met
zich
meebrengt,
dat
de
afdeelingen
voor
de
onderdeelenmontage
en
voor
hunne
be
-
werking
gegroepeerd
zijn
inde
onmiddellijke
nabijheid
van
de
„lijnen”
of
conveyors,
wa,arop
de
verdere
montage
geschiedt.
Alles
past
dus
precies
in
elkaar.
In
werkelijk
-
heid
zijn
er
geen
afzonderlijke
afdeelingen.
Alleen
de
carrosserie-afdeeling,
voornamelijk
op
de
eerste
verdieping,
valt
duidelijk
te
onderscheiden
van
de
chassis-afdeeling
beneden.
Ten
eerste
dus
de
carrosserie-bouw,
belangwekkend
ook
omdat
hier
voor
de
eerste
maal
in
Nederland
carosserieën
„op
den
loopenden
band”
worden
vervaardigd.
Langs
een
trap
komen
we
op
de
verdieping
waar
in
rijen
de
uit
staalplaat
geperste
carrosserie-paneelen
staan
voor
allerlei
modellen
van
Ford-wagens.
Om
ze
tegen
roesten
te
bewaren
zijn
alle
metalen
deden
met
een
dikke
laag
vet
bedekt.
Daar
dit
voor
de
verdere
bewerking
bezwaar
oplevert,
moet
het
vet
eerst
worden
verwijderd.
Daartoe
worden
de
paneelen
en
wat
er
bij
behoort
gespoeld
in
drie
groote
metalen
spoelbakken.
De
verschillende
stalen
carrosseriedeelen
worden
electrisch
samengelascht,
ten
eerste
de
daknaden,
hetgeen
geschiedt
met
een
bijzondere
machine,
volgens
een
vernuftige
methode
door
middel
van
electriciteit.
Behalve
op
enkele
punten
waarbij
autogenisch
lasschen
wordt
toegepast,
wordt
de
geheele
carosserie
inde
moderne
Ford-auto’s
door
middel
van
electrisch
lasschen
in
elkaar
gezet,
zoodat
66