Tekstweergave van GA-1935_MB022_07060

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM stem voorgelezen. Ook schotschriften worden op de Beurs verspreid. Soms werpt iemand op plaatsen, waar veel kooplieden bijeen zijn, een bundeltje schotschriften en verdwijnt, vóór men hem opgemerkt heeft. De Stads-regeering zorgt goed voor het onderwijs. Het voormalige Agnietenklooster is tot een gymnasium-academicum ingericht en er is een nieuwe Latijnsche school met het opschrift : „Disciplina est vitae scipio” („Onderwijs en tucht zijnde steun van het leven”). Over het geheel evenwel wil de Nederlandsche jeugd daar niet veel van hooren en de onderwijzers moeten behoedzaam te werk gaan. Van levensbehoeften is in Amsterdam een groote voorraad. De herbergen zijn uitmuntend, vooral de Heerenlogementen met hun prachtige kamers, keukens, galerijen, stalling en bediening. Voor twee gulden krijgt men er een uitstekend maal, waarbij men goede muziek te hooren krijgt. Deze heeren - logementen behooren aan de stad. Het grootste is voor / 10,000 verpacht. Handel en nijverheid bloeien in Amsterdam. Straten en stegen zijn vol rijke winkels met galanterieën, goud, zilver, juweelen, platen, boeken enz. Men kan in Amsterdam goedkoop leven, goedkooper dan te Hamburg. Ook de schouwburg wekte de bewondering van den schrijver. De stad heeft er een bestuur over aangesteld, dat de beschikking heeft over 24 tooneelspelers. Deze bleken zeer geoefend en zijn prachtig gekleed. De groote particuliere woningen waren fraai en uitstekend ingericht. Menig huis mag men op drie ton aanslaan. De Hamburgers „apen” inden huizenbouw de Amsterdammers na. Lucae bezocht enkele malen een rijken koopman op de Heerengracht, den heer Pieter van Aldewereld, die bij zijn correspondentie voor Silezië de brieven van den student insloot. Deze heer woonde in zijn groot huis alleen met een dienstbode. „Als ik kwam, liet de meid mij op de vloermat staan en riep mijnheer. Hij kwam dan, uit vrees, dat het huis vuil zou worden, zelf naar de deur en liet mij ook niet verder”. Niet ver vandaar woonde de beroemde Comenius, die den schrijver meermalen vriendelijk ontving. Het reveil-archief. Het jaarver - slag van deze stichting, uitgebracht in de algemeene vergadering van 13 Febr. I. door de secretaresse, mej. M. E. Kluit, maakt melding van de tentoonstellingen die eerst te Amsterdam, daarna in Den Haag in het Gemeente-Archief zijn ge - houden. Voorts van de vele nieuwe aan - winsten, hetzij door schenkingen hetzij door bruikleen en. Daarbij zeer belang - rijke brievenverzamelingen, geschriften van velerlei aard, portretten en platen. In het bestuur kwam verandering door - dat dr. N. Japikse zich genoodzaakt zag uitte treden. Het ledental nam een weinig toe. Evenals vorige jaren vond het archief een vertrouwd en gastvrij tehuis inde Universiteits-bibliotheek te Amsterdam door den steun van prof. dr. J. S. Theissenenonderdedagelijksche zorg vaneen ambtenaar, den heer J. N. Jacobsen Jensen. Het gedrukte jaarverslag bevat o.a. een uitvoerige mededeeling over dein Februari gehouden tentoonstelling in Den Haag, die talrijk werd bezocht. Bovendien fragmenten uit de briefwis - seling tusschen Isaac da Costa en Willem de Clercq uit de eerste jaren van hun vriendschap, van 1820 tot 1824. Zij zijn ontleend aan de origineelen berustende bij de Leidsche Maatschappij van Let - terkunde. Het mag hierbij wel worden herinnerd dat mr. Isaac da Costa op 28 April 1860 hier ter stede is overleden, waarna hij op 3 Mei d.a.v. inde Nieuwe Kerk werd begraven. Dat is dus thans 75 jaar geleden. De huisnummerxng te Amsterdam. Het is bekend dat na de omwenteling van 1795 volgens aanschrijving van de Representanten van het Volk van Hol - land, bevolen werd om de inwoners van Amsterdam te tellen en dat op 7 October 60