Tekstweergave van GA-1935_JB032_00288
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
van
haar
vader,
wijdden
de
zusters
zich
thans
geheel
en
al
aan
de
verdediging
van
haar
vaderland.
Weldra
mengden
zij
zich
met
toestemming
van
de
bevelhebbers
onder
de
troepen,
die
met
ver
van
Mortagne
m
het
kamp
van
Maalde
waren
gelegerd.
In
Juli
1792
zag
men
haar
aan
het
hoofd
der
vrijwilligers
en
der
hnietroepen
oprukken
om
een
aanval
der
Oostenrijkers
op
het
kamp
van
Maulde
af
te
slaan,
en
een
maand
later,
toen
de
Oostenrijkers,
ter
gelegenheid
van
het
kermisfeest
te
Flines,
door
de
Franschen
in
eene
hinderlaag
waren
gelokt,
kon
de
generaal
Beurnonville
met
voldoening
naar
Parijs
berichten,
dat
de
gezusters
Fernig,
„welke
den
dans
der
bajonetten
beminden
,
een
flink
aantal
hadden
gedood
of
gewond,
en
den
vijand
tot
aan
den
ingang
van
het
bosch
teruggedreven
b
In
het
kamp
werden
zij
algemeen
ontzien
en
geëerd.
Zoo
viel
aan
Félicité
de
eer
te
beurt
om
het
dochtertje
vaneen
korporaal
bij
een
bataljon
vrijwilligers
uit
Calvados,
die
door
zijne
vrouw
m
het
kamp
vergezeld
was
geworden,
voor
het
front
der
troepen
op
het
altaar
des
vaderlands
en
onder
wijding
vaneen
constitutioneelen
priester
ten
doop
te
houden,
bij
welke
plechtigheid
de
generaal
Dumounez
als
peetoom
van
het
kind
optrad.
Dumounez,
die
zich
alleen
voor
de
revolutie
had
verklaard,
omdat
hij
daarin
eene
groote
rol
hoopte
te
spelen,
begreep
terecht,
dat
het
enthousiasme,
hetwelk
de
dapperheid
der
gezusters
Fernig
onder
zijne
troepen
verspreidde,
hem
tot
voordeel
kon
strekken
voor
zijne
ondernemingen.
Daarom
het
hij
in
het
bevel,
dat
hij
den
generaal
Beurnonville
op
6
September
1792
toezond,
een
afzonderlijk
punt
opnemen,
waarin
hij
de
beide
zusters
uitnoodigde
om
de
glorievolle
loopbaan,
die
zij
waren
Ingeslagen,
voort
te
zetten.
Deze
aarzelden
geen
oogenblik,
zoo
min
als
haar
vader,
die
ondanks
zijne
vijf
en
vijftig
jaren
eene
benoeming
tot
kapitein
der
guides
bij
het
Noorderleger
aanvaardde.
Laatstgenoemde
aan
het
hoofd
van
zijne
compagnie
en
Félicité
en
Théophile
als
eenvoudige
vrijwilligers
2
volgden
de
troepen
uit
het
kamp
van
Maulde
naar
de
Argonne.
Een
curieus
portret
van
haar
uit
die
dagen
verschaffen
ons
de
memoires
van
Thoury,
een
ambtenaar
inde
bureaux
van
het
departement
van
de
Marne,
die
1
Gazette
nationale
ou
le
Moniteur
Universel,
jg.
1792,
no.
247.
2
Hoe
vreemd
het
ook
moge
lijken,
was
tijdens
de
Fransche
revolutie
het
dienstnemen
van
vrouwen
in
het
leger
geen
exceptioneel
verschijnsel.
Op
de
officieele
monsterrollen
der
vrljwilligersbataljons
komen
verscheidene
vrouwelijke
soldaten
met
naam
en
toenaam
voor.
Vgl.
Ch.
L.
Chassin
en
L.
Hennet,
Les
Volontaires
nationaux
pendant
la
Révolution.
222