Tekstweergave van GA-1935_JB032_00281
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de
canon!
”
1
Eens
toch
is
er
gevochten:
5
Aug.
1781,
bij
Doggersbank-
72
koop
-
vaarders
werden
geconvooid
door
15
oorlogsschepen
onder
Zoutman.
De
handels
-
schepen
hadden
hout
en
krijgsbehoeften
uit
de
Oostzeehavens
te
halen.
Zeven
oorlogsschepen
geraakten
met
een
zelfde
aantal
Engelsche,
onder
Hyde
Parker,
in
gevecht.
Wel
trok
de
vijand
af,
maar
Zoutman’s
convooi
bereikte
zijn
bestemming
niet,
keerde
terug.
Toch
was
den
Engelschen,
die
grootere
schepen
hadden,
2
nog
eens
de
Oud-Hollandsche
moed
getoond.
Van
Kmsbergen
wist
zelfs
te
verhinderen,
dat
twee
schepen
werden
genomen.
Beide
partijen
schreven
zich
de
overwinning
toe.
’t
Was
een
onvolemdigde
strijd:
~a
drawn
battle’
.
Waarom
Parker
den
slag,
om
8
uur
’s
morgens
begonnen,
met
inden
namiddag
weer
hervatte?
3
~A
mistery
this
indeed!”
Vertrouwde
hij
mogehjk
met
op
een
overwinning?
’t
Was
ook
meer
een
zeegevecht,
dan
een
zeeslag,
en
kon
toch
inde
verte
met
worden
vergeleken
met
eender
slagen
van
Tromp
of
de
Ruyter.
Het
zevental
strijdende
schepen
zou
hoogstens
door
hen
een
voor-
of
achterhoedegevecht
zijn
genoemd.
Invloed
op
de
vredesvoorwaarden
heeft
het
dan
ook
met
gehad,
enkel
is
het
een
stimulans
geweest
voor
het
volk,
dat
reikhalzend
uitzag
naar
de
resultaten
van
de
aansluiting
bij
Frankrijk.
Doggersbank
is
eigenlijk
de
weerspiegeling
geweest
van
den
oorlog:
er
is
weinig
of
met
gevochten,
door
ons
allerminst
iets
bereikt,
maar
heel
wat
prijsgegeven.
Van
onze
neiging
daartoe
heeft
De
La
Vauguyon
meesterlijk
gebruik
gemaakt
om
een
nauwere
aansluiting
bij
Frankrijk
te
bewerken.
Hoewel
wij
in
concert
tegen
Engeland
zouden
ageeren,
kwam
daaromtrent
hier
geen
enkel
voorstel
in.
Rendorp
stelde
Z.
H.
voor
onze
non-activiteit
inde
S.
G.
bloot
te
leggen,
omdat
zij
niet
aan
ons
waste
wijten.
Daar
kwam
mets
van.
De
La
Vauguyon
wilde
10
linieschepen
naar
Brest
zenden
voor
een
actie
m
’t
volgend
voorjaar.
Rendorp
leek
dit
onvoorzichtig,
omdat
het
al
October
was,
ons
eskader
bij
herfststormen
nergens
kon
binnenloopen,
èn
wij
slechts
10
convooi
-
schepen
zouden
overhouden
voor
de
O.
I.
vaarders,
die
nog
steeds
in
Noorwegen
wachtende
waren.
Ook
den
Stadhouder
leek
het
niet,
daar
de
Engelsche
schepen,
die
naar
Gibraltar
heetten
te
gaan,
onze
kusten
bleven
blokkeeren.
Niettemin
zouden
zij
gaan:
niettemin
gingen
zij
niet.
1
Memoriën
I,
p.
232
—238.
2
Memoriën
I,
p.
249.
3
J.
C.
de
Jonge.
Ned.
Zeewezen
V
,
p.
604
e.v.
215