Tekstweergave van GA-1935_JB032_00276

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
damsche Burgemeesters vóór hem, inzake het concept-verdrag met Amerika (de hoofdsledehjke oorzaak van den oorlog). Wat had in het ontwerp gestaan, waarover Engeland zoo verbolgen was? Wie had of hadden het gemaakt? Wie was of waren de lastgever of lastgevers geweest? Of Rendorp het juiste heeft geweten? Het aan v. Berckel opgegeven, ongeteekende declaratoir, was van de Burgemeesters Temminck en van Heemskerk, en de Oud-Burgemeesters Chfford en Huygens. 1 Nu is wel komen vast te staan, dat de drie partijen: èn de burgemeesters, èn de Pensionaris van Berckel, èn de onderhandelaars in Aken: Jean de Neufville en Wilham Lee, geen van allen vrij uit konden gaan. De eersten wel het allerminst. Volgens Rendorp was van Berckel verder gegaan dan door Burgemeesters was bedoeld. 2 Engeland had dezelfde gedachte (post of propter hem?) Dit had om leenmgsmogehjkheden de hoofdstad met willen straffen; het zou zijn waardigheid verhezen de schending op de Akenaars (de schildknapen) te verhalen. 3 Burgemeester Rendorp en pensionaris van Berckel verdroegen elkaar volstrekt met. Daarbij vond van Berckel dat Rendorp door mets had bewezen dat hij (v. B.) inde Akensche kwestie verder was gegaan dan Burgemeesteren hadden gewild. Niettemin heeft Rendorp, wien het met gelukte den pensionaris voor den competenten rechter te brengen, hem steeds suh reatu (onder beschuldiging) be - schouwd. Rendorp zegt van zichzelf dat hij door driftige openhartigheid met geschikt zou zijn om te draaien en te plooien. 4 v. Berckel vond dat het een het ander niet uitsloot. 5 Rendorp verweet v. B. zijn oploopendheid en brutale wijze van handelen, de pensionaris toont aan, dat de Mentonen elkaar hier en daar tegenspreken, en men zoodoende de opinie van den schrijver moeielijk leert kennen, 't Zijn ver - wijten van pot en ketel. Bij de ernstige oorlogsomstandigheden was dit krakeel een bewijs temeer hoe hoog de twisten der partijschappen waren gestegen. Er kwam bij een hevige jaloezie. Een pensionaris, met van afkomst, wel van talent 6 (en dat was v. B. zonder 1 S. Backer, p. 131. Noot. 2 Memoriën I, p. 93, 106 e.v. S. Backer p. 134. 3 Zie ook het proefschrift van F. W. v. Wijk, 1921, en in het Tijdschrift voor Geschiedenis 38e jaar - gang: Jhr. dr. P. J. van Winter. Onze eerste Diplomatieke Betrekkingen met de Ver. Staten. 4 Memoriën I, p. 27. 3 Mr. F. E.v. Berckel, Aanmerkingen o/d Mem., p. 33. 6 Colenbrander. De Patriottentijd 1 , 4e Hfdst. p. 132. 210