Tekstweergave van GA-1935_JB032_00194
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Om
hem
een
bestaan
te
bezorgen
was
door
de
bloedverwanten
reeds
vroeger
de
sedert
het
begin
der
eeuw
probaat
gebleken
methode
toegepast.
Den
11
den
Februari
1718
den
dag,
waarop
hij
zijn
poorterrecht
inkoopt
stellen
burgemeesteren
en
oud-burgemeesteren
hem
tot
afslager
op
de
Oude
Vischmarkt
aan.
Het
ambt
van
afslager,
door
burgemeesteren
bij
loting
te
begeven,
staat
gelukkig
in
dit
jaar
ter
beschikking
van
oud-burgemeester
Hendnck
Bicker,
een
germam-neef
van
zijn
grootvader,
die
zijn
twintigjarig
familielid
nog
kort
voor
zijn
dood
kan
helpen
1
.
De
betrekking
wordt
met
ƒ
925
jaarlijks
bezoldigd,
waarvan
ƒ25
belasting
aan
het
Aalmoesemersweeshuls
afgaat.
Maar
waar
de
afslager
bovendien
2L>
%
van
het
zuiver
provenu
van
de
vischmarkt
geniet,
en
een
opbrengst
van
ongeveer
ƒ
20.000
per
maand
m
het
voorjaar
aanzienlijk,
maar
met
ongewoon
is
2
,
verkrijgt
Johan
Raye
een
met
te
versmaden
inkomen.
De
toekomstige
kapitein
ter
zee
zal
met
zelf
mijnen.
Bij
zijn
benoeming
wordt
hij
tevens
geautoriseerd
om
„door
zoodamgen
bequaamen
persoon
zyn
voorzeide
afslagersampt
voor
hem
te
laaten
waarnemen
-
’.
Daarom
wordt
denzelfden
dag
Anthonij
Vijand
tot
substituut
afslager
benoemd.
Hoeveel
Johan
Raye
hem
betaalt
en
hoeveel
steekpenningen
Vijand
den
eersten
gaf,
is
een
zaak,
die
hen
alleen
aangaat.
Jacob
Raye,
die
zich
voortaan
Jacob
Bicker
Raye
zal
noemen,
kiest
de
ambtelijke
loopbaan.
Nog
geen
twintig
jaar
oud,
op
11
Juni
1723,
wordt
hij
tot
collecteur
van
den
accijns
op
de
turf
en
kolen
voor
rekening
van
burgemeester
Lieve
Geel
-
vmck
aangesteld
3
.
De
bloedverwantschap
is
thans
ver
te
zoeken.
De
overgrootvader
van
den
almachtigen
burgemeester
was
een
germam-neef
van
den
overgrootvader
van
de
vrouwe
van
Breukelerwaard
geweest
4
!
Hier
heeft
vriendschap
of
voorspraak
gewicht
m
de
schaal
gelegd.
Het
collecteurschap,
dat
met
ƒlOOO
s
jaars
bezoldigd
wordt,
doch
waarvan
ook
ƒ25
belasting
wordt
geheven,
en
waarvoor
een
borgtocht
van
ƒ
3000
wordt
vereischt,
is
geen
sinecure.
Van
het
openen
tot
het
sluiten
der
poorten
en
boomen
moeten
de
collecteurs
der
granen-
en
brandstoffenaccijnzen
op
het
kantoor
soms
bij
1
Dag.
Notulen
8,
blz.
2.
Ambtenboek
1,
blz.
4;
2,
blz.
9.
Th.
Bussemaher,
Lijst
van
ambten
en
officiën
ter
begeving
staande
van
burgemeesteren
van
Amsterdam
in
1749.
(Bijdr.
en
Med.
v/h
Hist.
Gen.
28,
blz.
494).
Elias
blz.
360.
2
In
Maart
1741
wordt
voor
ƒ
27041.9
verkocht,
inde
week
van
22—29
Februari
1744
voor
ƒ7989.16.
Die
week
krijgt
de
afslager
ƒ199.13.
(Notities
31
Maart
1741,
29
Februari
1744).
3
Dag.
Not.
8.
Ambtenboek
I,
blz.
26;
2,
blz.
36.
4
Elias
blz.
173,
175,
482,
641,
687—178,
359,
360.
128