Tekstweergave van GA-1935_JB032_00186
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Het
tweede
heeft
als
hoofd:
Den
7den
Januari
1732
is
de
schrijver,
Jacob
Bicker
Raye,
met
het
aanleggen
van
dit
journaal
begonnen,
en
hij
heeft
vervolgens
dagelijks
of
om
de
paar
dagen
in
duidelijk
schrift
en
behoorlijk
Nederlandsch
het
voor
hem
belangrijkste
zakelijk,
beknopt
en
overzichtehjk,
met
een
nieuwe
alinea
op
lederen
datum,
terneer
gesteld.
Aan
het
einde
van
ieder
jaar
van
het
eerste
deel,
met
uitzondering
van
dat
van
1737,
heeft
hij
met
J.
B.
Raije
of
Jacob
Bicker
Ralje
het
manuscript
onderteekend.
Een
gewoonte,
die
hij
slechts
in
1740,
1742
en
1745
herhaalt.
Zonder
opgave
van
redenen
is
hij
den
arbeid
begonnen,
zonder
opgave
van
redenen
breekt
hij
het
werk
1
December
1772
midden
op
de
bladzijde
van
het
niet
volgeschreven
schrijf
-
boek
af.
Zelfs
wordt
dit
jaartal
niet
meer
op
het
titelblad
bijgeschreven.
Het
handschrift
heeft
de
archivaris
Dr.
P.
Scheltema
met
machtiging
van
Burge
-
het
eerste
355
bladzijden
met
roode
kantlijnen
en
eindigt
volgeschreven
18
December
1768,
In
het
laatste
werd
het
thans
niet
meer
aanwezige,
wel
gepagineerde
schutblad
open
gelaten.
Daarna
werd
het
van
I
Januari
1769
af
gedeeltelijk
volgeschreven,
van
bladzijde
358
tot
pagina
413
toe.
Dit
schrijfboek
werd
inden
aanvang
door
Bicker
Raye
zelf
van
kantregels
voorzien.
Het
werd
door
hem
hoogstwaarschijnlijk
als
aanhangsel
tot
het
vorige
schrijfboek
beschouwd
en
droeg
bijna
zeker
geen
titel.
Want
de
binder,
die
na
1874
op
het
gemeente-archief
de
twee
banden
a)
van
het
dagboek
tot
één
bond,
zou
zekér
nooit
een
titelblad,
gelijk
thans
het
schutblad,
hebben
weggelaten.
a)
Inventaris
Scheltema
111,
20,
nr.
24.
120