Tekstweergave van GA-1935_JB032_00094
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
overgedragen.
Deze
bedragen
moeten
vaak
zeer
aanzienlijk
geweest
zijn,
althans
werd
in
1342
te
Amsterdam
een
commissie
van
poorters
benoemd
om
het
bedrag
hoofdelijk
over
alle
burgers
om
te
slaan.
Ook
het
recht
tot
het
heffen
van
accijns
op
voedingsmiddelen
of
op
bedrijf
werd
van
de
grafelijkheid
gepacht.
De
bede
op
het
platteland
gebaseerd
op
de
grootte
van
het
dorpsgebied,
bij
de
steden
op
de
draagkracht
van
het
daar
gevestigde
bedrijf,
geeft
dus
een
betrouwbare
maatstaf
voor
de
beoordeeling
van
eiker
vermogen,
althans
wanneer
dit
beeld
gelijk
bij
Haarlem
en
Delft,
niet
vertroebeld
wordt
dooreen
groot
stedelijk
plattelands
-
gebied,
buiten
de
besloten
stad,
welks
morgentalen
immers
mede
werden
berekend.
Opmerkelijk
is
het
dat
de
moderne
geschiedschrijving
deze
beide
vaste
punten
de
omschrijving
van
het
poortgebied
en
de
aanslag
inde
bede,
die
ons
reeds
zoo
dicht
bij
1300
brengen,
volkomen
heeft
verwaarloosd.
Slechts
een
enkel
artikel
is
er
inde
handvesten
van
1300
en
1342,
waarop
men
de
mogelijkheid
van
plattelandsbedrljf
ook
te
Amsterdam
kan
doen
steunen,
namelijk
dat
betreffende
de
afwezigheid
gedurende
zes
weken
inde
lente
en
zes
weken
in
den
herfst
voor
landbouwbezigheden.
Dit
echter
geldt
de
buitenpoorters,
de
landelijke
Amsterdammers,
die
binnen
de
jurisdictie
woonden
en
die
gelijk
wij
reeds
zagen
justitiabel
waren
voor
de
„scepenen
van
binnen
(de
besloten
stad
).
Juist
uit
dit
artikel
van
de
handvest
van
1300
blijkt,
dat
dit
privilege
met
de
eerste
stadsbrief
van
Amsterdam
is
geweest
of
dat
daarmede
Amsterdam
poortrecht
zou
hebben
verworven.
De
poorters
immers
waarover
het
hier
gaat,
waren
de
landelijke
buitenpoorters,
maar
met
de
inwoners
der
besloten
stad
binnen
de
grachten.
Zij
waren
eerst
Amsterdammers
geworden,
sedert
de
~poorte
Amsterdam
besloten
had
tot
meerder
veiligheid
buiten
de
lijn
der
enkele
gracht
langs
Oude
en
Nieuwe
Zijde
een
voorste
gracht
~die
nye
grafte
te
doen
graven
en
daartoe
de
z.g.
„vnhede
of
eerste
jurisdictie
van
100
gaarden
had
verworven.
Uit
de
woorden
„poorte”
en
„vnhede
inde
handvest
van
1300
volgt,
dat
er
op
een
tijdstip
vóór
1300
en
na
het
instellen
vaneen
heerlijkheid
Amstel
met
Amsterdam
en
Amstelveen
als
onderdeelen,
een
„poorte
Amsterdam
heeft
bestaan
zonder
een
jurisdictie
en
dus
ook
zonder
landelijke
poorters.
Uit
het
proces
der
Brederodes
toch
blijkt,
dat
„poorte”
en
„vrihede”
niet
gelijktijdig
waren
ontstaan.
Maar
ook
al
bestond
er
een
poortbnef
van
Amsterdam
van
vóór
de
annexatie
der
jurisdictie,
dan
zou
er
nog
weer
naar
een
ouderen
gezocht
moeten
worden,
om
te
weten
sedert
wanneer
de
eerste
bewoners
hun
poorterhjk
recht
hadden
verkregen
tot
het
hanteeren
van
nering
en
ambacht
binnen
een
besloten
verdedigbare
stad.
30