Tekstweergave van GA-1935_JB032_00086

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.

bestond, laat ik hier een uiteenzetting volgen, waaruit blijkt, dat poortrecht inde eerste en voornaamste plaats beteekende de uitsluitend aan de besloten steden toekomende bevoegdheid tot nering en ambacht. Ook het scheepsbouw - bedrijf behoorde tot de poortersnenngen. Ten aanzien van de ontwikkeling der stadsgrenzen verwijs ik naar vorige Jaarboeken en het kaartje in Jaarboek XXVII, 1930, voor het havenverkeer naar Jaarb. XXX, 1933. BIJLAGE. HET AMSTERDAMSCHE POORTRECHT, ALS MAATSTAF VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE OUDSTE KERN VAN HET HAVENFRONT EN DER SCHEEPSLASTAGE. Wanneer het mogelijk is het bewijs te leveren, dat „poorte beteekent het stads - gedeelte, waar het hanteeren van poortersnering was toegestaan, dat „die vrihede was het gedeelte, waar men slechts landnering, althans geen echte poortersnering, mocht vestigen en voorts, dat het timmeren van schepen juist zulk een echte poortersnering was, dan is daarmede tevens bewezen, dat Amsterdam m 1300 niet is een nog in zijn kinderschoenen staand stadje, dat nog beginnen moest zich te ontplooien, maar een in vol bedrijf zijnde zeehaven met een breed havenfront, een naar alle zijden „besloten” stad. In mijn vorige artikelen m deze Jaarboeken is komen vast te staan, dat aangezien tot 1387 geen toevoeging van stadsgebied te constateeren valt, de stadsomvang toen nog altijd dezelfde was als die der handvest van 1300, waarbij de dan bestaande toestand was, die van „poorte en „vrihede . Aangezien de stad in 1387 werd vergroot met het Singel als westelijke gracht en de Oude Schans als oostelijke, kan elke leek op den platten grond van Amsterdam constateeren, dat de toestand der handvest van 1300 is die, waarbij de binnenstad met haar vesten is die, welke tusschen de Achterburgwallen begrepen is. Aangezien er in 1387 aan de Oostzijde met de volle maat van 100 gaarden is vergroot, is het duidelijk, dat de oudere buitenstad tevoren tot de Sint Antonispoort heeft gestrekt. Daar eerst eeuwen later ook aan den westkant der stad scheepswerven zijn aan - gelegd, is het duidelijk, dat deze buitenstad aan den oostehjken Zeedijk dezelfde bestemming heeft gehad, als de latere met haar talrijke scheepswerven en lijnbanen. Waar immers zouden de zeeschepen, die volgens dertiende eeuwsche archivalia 22