Tekstweergave van GA-1935_JB032_00076

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Wat echter voor de geschiedschrijving van buitengewoon belang is, ligt in het feit, dat wij hierin onverdacht getuigenis hebben over den groei der stadsontwikkeling op een goed te benaderen tijdstip. Uit den eisch der Brederodes volgt, dat zij in zake hun recht ais ambachtsheeren van Amstelveen terug wilden tot den oorspronkelijken grenstoestand van hun ambacht. De stadsmuren toch, die zij afgebroken wilden zien, stonden evenals de Reguliers - poort op het terrein der z.g. eerste vrihede van honderd gaarden van Amsterdam. De „poorte” Amestelredamme had aan de Nieuwe Zijde oorspronkelijk met verder gestrekt, dan tot het Spui en de Kolk binnen de oude „grafte . Reeds vóór 1300 bezat Amsterdam die vrihede, zooals blijkt uiteen toen vernieuwd oorspronkelijk Stichtsch handvest. Toen reeds bestonden dus de Nye graften of Achterburgwallen aan beide Zijden, immers, om die te mogen graven en er vesten te leggen, was het bezit der z.g. eerste 100 gaarden buiten „die poorte” en „grafte” noodzakelijk geweest. De oudere toestand, waarbij de grens van het gebied van Amsterdam en dat van Amstelveen liep door het Spui, behoort dus tot een weer vroegere periode, welker begin moet samenvallen met het voor de eerste maal in leen uitgaven van de heerlijkheid Amstelland. Al wordt de heerlijheid Amestel, voor het eerst in 1105 vermeld, ook haar ontstaan moet evenals dat van andere leenen tot een vroeger tijdstip teruggaan. Als datum post quem dient dan de overgang van Fnesch m Frankisch bestuur, Immers dit verklaart de tegenstelling van het schependom Amsterdam met het {tot 1387) als asichdom bestuurde dorpsgebied der heerlijkheid. Ook de ligging der westelijke grens van Amstelland wijst daarop. Deze toch is ontstaan toen Holland en het Sticht uit het oude Fresia werden gescheiden. Stellen wij die splitsing op ruwweg 800, dan volgt dus reeds uit het feit, dat het toen aan Amsterdam toegemeten gebied aan de Nieuwe Zijde tot de Kolk en het Spui reikte, dat er aan de Oude Zijde reeds te voren een belangrijk stadsdeel heeft bestaan, dat aangezien het via den Middeldam, over de Nieuwe Zijde werd uitgebreid, van het IJ af, minstens tot dezen tweeden Amsteldam gestrekt heeft. De meening, dat de naamgevende dam inden mond van het Damrak, als deel van het waterschap tusschen de Maas en het IJ tot de oudheid teruggaat, wordt dus gesteund door deze reeds m omstreeks 800 aanzienlijke bebouwing langs de Oude Zijde. 12