Tekstweergave van GA-1934_MB021_05110
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
nummering
ontving
en
losgemaakt
werd
van
de
voortaan
heetende
le
Oosferpark
-
straat
hier
woonde
volgens
het
Alg.
Adresboek
van
Amsterdam,
jaargang
1888/1889,
de
kunstschilder
H.
Valkenburg
met
zijn
dochter
Bertha,
eveneens
kunstschilderes.
Ook
andere
schilders
hebben
hier,
reeds
in
1888
of
iets
later
hun
woningen
of
ateliers
gehad,
op
82
(oud
nr.
438)
Isaac
Israëls
en
Breitner,
later
Witsen,
bij
wien
Verlaine
eens
logeerde,
op
87
Kever
(=
448),
op
88
(=
450)
Poggenbeek,
op
89
(
=
452)
Bastert.
Welke
gedachte
de
kunstenaar
Valkenburg
met
de
spreuk
Ars
longa,
vita
hrevis
verbonden
heeft,
daaromtrent
behoeven
wij
niet
in
het
duister
te
tasten:
de
populaire,
die
inden
tweeledigen
vorm,
geïsoleerd
van
de
andere
drie
bestand
-
deelen,
die
uitsluitend
op
de
geneeskunde
betrekking
hebben,
met
de
omgezette
volgorde
ars
—,
vita
—,
de
tegenstelling
ziet
tusschen
de
eeuwigheid
van
de
schepping
van
den
kunstenaar
in
het
algemeen
en
den
betrekkelijk
korten
duur
van
zijn
aardsch
bestaan,
waarin
hij
tot
scheppen
in
staat
is.
Ars
longa,
wordt
inden
populaire
!
vorm
ten
spijt
van
het
Latijn
en
ook
van
het
Grieksche
origineel,
dat
door
het
Latijn
nauwkeurig
weergegeven
wordt
uitgelegd
als
ars
aeterna.
Zoo
moet
Valkenburg
het
gevoeld
hebben,
en
wij
kunnen
hem
de
onbewuste
aanvaarding
dezer
gangbare
opvatting,
met
dein
het
spreukengebruik
allerminst
zeldzame
omsmeding
der
oorspronkelijke
gedachte,
des
te
eerder
ten
goede
houden,
omdat
de
spreuk
op
zijn
voormalig
woonhuis
de
eenige
herinnering
is
aan
de
rij
van
kunstenaars,
die
op
deze
plek
hier
in
Amsterdam
gewoond
en
gewerkt
hebben.
Inde
Senaatskamer
onzer
Universiteit
bevindt
zich
het
portret
van
Pieter
Hendrik
Suringar
(1813
—1887),
van
1867
—1877
hoogleeraar
inde
geneeskunde
aan
het
Athenaeum.
Hij
leest
ineen
boek,
dat
hij
inde
linkerhand
houdt,
terwijl
zijn
rechter
arm
steunt
op
een
perkamenten
band:
een
Hippocrates.
Men
kan
zich
bezwaarlijk
voorstellen,
dat
in
het
midden
der
19e
eeuw
een
professor
inde
geneeskunde
Hippocrates
nog
als
leiddraad
bij
zijn
onderwijs
gebruikte,
veeleer
heeft
hij
willen
te
kennen
geven,
dat
Hippocrates’
geschriften
het
uitgangspunt
voor
de
historische
ontwikkeling
der
geneeskunst
vormden:
mogen
wij
dus,
blijkens
zijn
conterfeitsel,
in
zijn
gebaar
en
in
zijn
gehechtheid
aan
Hippocrates
een
manifestatie
zien
van
den
waren
zin,
die
in
het
eerste
aphorisme
van
Hippocrates
opgesloten
ligt.
Wat
inde
dagen
van
Hippocrates
voor
de
medische
wetenschap
gold,
geldt
sinds
lang
voor
ieder
vak
van
wetenschap
en
zelfs
voor
ieder
verzelfstandigd
onderdeel
er
van.
Goethe
verkondigde
dit
reeds
inden
Faust,
toen
hij
Wagner
(I,
Sc.
I,
Auftr.
2),
met
duidelijke
zinspeling
op
Hippocrates
(vgl.
A.
Trendelenburg,
Faust
I,
1922,
p.
188),
liet
zeggen:
Ach
Gott!
die
Kunst
ist
lang:
Und
kurz
ist
unser
Leben.
Mir
wird,
bei
meinem
kritischen
Bestreken,
Doch
oft
um
Kopf
und
Busen
bang.
Wie
schwer
sind
nicht
die
Mittel
zu
erwerben,
Durch
die
man
zu
den
Quellen
steigt!
Und
eh’
man
nur
den
halben
Weg
erreicht,
Muss
wohl
ein
armer
Teufel
sterben.
M.
Boas
DE
OVERBRUGGING
VAN
HET
DAMRAK
Vroeger
was
het
Damrak
driemaal
overbrugd.
De
oudere
Amsterdammers
hebben
ze
nog
goed
gekend;
van
den
Dam
af;
de
Papenbrug,
de
Oudebrug
en
de
Nieuwe
-
brug.
Door
de
demping
zijnde
beide
eerste
vanzelf
verdwenen
en
ze
leven
alleen
voort
inde
naar
hen
genoemde
stegen.
Alleen
de
Nieuwebrug
is
behouden
gebleven.
De
kwestie
op
welk
tijdstip
elk
dezer
bruggen
is
ontstaan
is
van
bijzondere
beteekenis
voor
de
vroege
geschiedenis
dezer
stad,
omdat
aan
beide
zijden
van
het
Damrak
de
oudste
gedeelten
van
Amsterdam
zijn
gelegen.
110